Gebruik Gods Woord om jezelf en anderen te helpen
’Ik heb alle bevelen betreffende alle dingen als juist beschouwd.’ — PSALM 119:128.
1. Waarom moeten we volledig vertrouwen stellen in Gods Woord?
ALS ouderlingen bekijken of een Bijbelstudent ervoor in aanmerking komt om in de velddienst te gaan, denken ze na over de vraag: ’Blijkt uit wat de persoon zegt dat hij gelooft dat de Bijbel het geïnspireerde Woord van God is?’a Iemand die verkondiger wil worden, moet geloven dat de Bijbel Gods Woord is, en dat geldt natuurlijk voor ons allemaal. Waarom? Als we volledig vertrouwen stellen in de Bijbel en er goed gebruik van maken in de velddienst, kunnen we anderen helpen Jehovah te leren kennen en gered te worden.
2. Waarom moeten we ’blijven in de dingen die we hebben geleerd’?
2 Paulus maakte duidelijk dat Gods Woord erg belangrijk is toen hij aan Timotheüs schreef: „Blijft gij echter in de dingen die gij hebt geleerd en waarin gij door overtuiging zijt gaan geloven.” De „dingen” waar Paulus het over had waren de Bijbelse waarheden waardoor Timotheüs in het goede nieuws was gaan geloven. Deze waarheden hebben op ons hetzelfde effect gehad en blijven ons ’wijs maken tot redding’ (2 Tim. 3:14, 15). Wat Paulus hierna zei gebruiken we vaak om anderen te laten zien dat de Bijbel door God geïnspireerd is. Maar wat kunnen wij persoonlijk nog meer leren van die woorden in 2 Timotheüs 3:16? (Lees.) We gaan nog wat dieper in op dat vers. Daardoor zal ons vertrouwen sterker worden dat alles wat Jehovah ons leert „juist” is (Ps. 119:128).
„NUTTIG OM TE ONDERWIJZEN”
3-5. (a) Hoe reageerde een menigte op Petrus’ lezing met Pinksteren, en waarom? (b) Waarom aanvaardden veel mensen in Thessalonika de waarheid? (c) Waar zijn mensen in onze tijd vaak van onder de indruk?
3 Jezus zei tegen het volk Israël: „Ziet, daarom zend ik profeten en wijze mannen en openbare onderwijzers tot u” (Matth. 23:34). Jezus had het over zijn volgelingen, die hij had geleerd de Schriften te gebruiken in hun dienst. Met Pinksteren 33 hield Petrus, een van die „openbare onderwijzers”, een lezing voor een grote menigte in Jeruzalem, waarbij hij verschillende gedeelten uit de Hebreeuwse Geschriften aanhaalde. Veel mensen werden „diep in hun hart getroffen” toen ze Petrus’ uitleg van die woorden hoorden. Ze hadden berouw van hun zonden en vroegen God om vergeving. Op die dag werden zo’n drieduizend van hen christen (Hand. 2:37-41).
4 Paulus, een andere ’openbare onderwijzer’, predikte het goede nieuws ver buiten Jeruzalem. In de Macedonische stad Thessalonika bijvoorbeeld sprak hij tegen de Joden in een synagoge. Drie sabbatten achter elkaar „redeneerde hij met hen aan de hand van de Schriften, waarbij hij door middel van verwijzingen verklaarde en bewees dat de Christus moest lijden en uit de doden moest opstaan”. Het gevolg was dat „sommigen van [de Joden] gelovigen werden”, en dat gold ook voor „een grote menigte van de Grieken” (Hand. 17:1-4).
5 In onze tijd zijn veel mensen onder de indruk van de manier waarop wij de Bijbel gebruiken. Een man in Zwitserland luisterde naar een zuster die een tekst voorlas en vroeg: „Waar zijn jullie van?” Ze antwoordde: „Wij zijn Jehovah’s Getuigen.” Hij zei: „Dat had ik kunnen weten. Wie zouden er anders bij me langskomen om iets uit de Bijbel te lezen?”
6, 7. (a) Hoe kunnen degenen die in de gemeente onderwijzen goed gebruikmaken van de Bijbel? (b) Waarom is het belangrijk de Bijbel goed te gebruiken bij Bijbelstudies?
6 Hoe kunnen we beter gebruikmaken van de Bijbel in ons onderwijs? Als je in de gemeente onderwijs mag geven, noem dan specifieke Bijbelteksten. In plaats van belangrijke teksten te parafraseren of vanaf een printje of een beeldscherm voor te lezen, is het beter om rechtstreeks uit de Bijbel te lezen en de toehoorders aan te moedigen mee te lezen. Neem ook de tijd om teksten zo uit te leggen dat de aanwezigen een hechtere band met Jehovah krijgen. Gebruik geen ingewikkelde illustraties en ervaringen die alleen maar grappig zijn, maar gebruik de tijd om Gods Woord te bespreken.
7 Wat moeten we in gedachte houden als we een Bijbelstudie leiden? Het is belangrijk dat we de Bijbelse verwijzingen niet overslaan. Moedig de student aan de niet-uitgeschreven teksten te lezen en help hem ze te begrijpen. Hoe? Niet door constant zelf aan het woord te zijn, waardoor de studie een monoloog wordt, maar door de student te stimuleren zich te uiten. In plaats van te zeggen wat hij moet geloven of doen, is het beter goede vragen te stellen die hem zelf tot de juiste conclusie laten komen.b
’NUTTIG OM TERECHT TE WIJZEN’
8. Met wat voor innerlijke strijd had Paulus te maken?
8 We zien terechtwijzen vaak als een taak van ouderlingen. Het is waar dat zij de verantwoordelijkheid hebben om ’personen die zonde beoefenen, terecht te wijzen’ (1 Tim. 5:20; Tit. 1:13). Maar het is ook belangrijk onszelf terecht te wijzen. Paulus was een goede christen en had een rein geweten (2 Tim. 1:3). Toch schreef hij: „In mijn leden zie ik een andere wet, die strijd voert tegen de wet van mijn verstand en mij in gevangenschap voert aan de wet der zonde.” Als we de context van deze woorden bestuderen, gaan we beter begrijpen wat voor strijd Paulus moest voeren tegen zijn zwakheden. (Lees Romeinen 7:21-25.)
9, 10. (a) Welke zwakheden kan Paulus hebben gehad? (b) Wat deed Paulus waarschijnlijk om tegen zijn zwakheden te vechten?
9 Welke zwakheden probeerde Paulus de baas te worden? Hij noemde ze niet specifiek, maar hij schreef wel aan Timotheüs dat hij „een onbeschaamd mens” was geweest (1 Tim. 1:13). Voor zijn bekering was Paulus als een razende tekeer gegaan tegen christenen. Hij gaf toe dat ’zijn woede tegen hen geen grenzen kende’ (Hand. 26:11). Paulus leerde zijn opvliegende aard te beheersen, maar hij zal af en toe best moeite gehad hebben om zijn emoties onder controle te houden (Hand. 15:36-39). Hoe slaagde hij daarin?
10 In zijn eerste brief aan de Korinthiërs beschreef Paulus wat hij deed om zichzelf terecht te wijzen. (Lees 1 Korinthiërs 9:26, 27.) Hij pakte zichzelf hard aan met goedgerichte geestelijke slagen. Waarschijnlijk zocht hij naar raad in de Schriften, vroeg hij Jehovah om hulp om die toe te passen en deed hij zijn best om te veranderen.c Zijn voorbeeld kan een hulp voor ons zijn, omdat ook wij onvolmaakt zijn en tegen onze zwakheden moeten vechten.
11. Hoe kunnen we ’blijven beproeven’ of we nog steeds doen wat Jehovah van ons vraagt?
11 We mogen nooit denken dat we niet meer hoeven te vechten tegen onze zwakheden. We moeten ’blijven beproeven’ of we nog steeds doen wat Jehovah van ons vraagt (2 Kor. 13:5). Als we teksten zoals Kolossenzen 3:5-10 lezen, kunnen we ons afvragen: Probeer ik echt tegen mijn zwakheden te vechten? Als ik bijvoorbeeld tijdens het internetten immorele sites tegenkom, klik ik die dan direct weg of zoek ik zulke sites juist op? Door erover na te denken hoe de raad uit Gods Woord op onszelf van toepassing is, zullen we beter in staat zijn ’wakker te blijven en onze zinnen bij elkaar te houden’ (1 Thess. 5:6-8).
’NUTTIG OM DINGEN RECHT TE ZETTEN’
12, 13. (a) Wat moet ons doel zijn als we dingen willen rechtzetten, en hoe kunnen we Jezus’ voorbeeld hierin volgen? (b) Wat moeten we vermijden als we dingen rechtzetten?
12 De Griekse term die vertaald is met ’dingen rechtzetten’ heeft de betekenis van in orde brengen, verbeteren, herstellen. Soms moeten we dingen rechtzetten met iemand die ons of onze daden verkeerd begrepen heeft. De Joodse religieuze leiders bijvoorbeeld klaagden dat Jezus vriendelijk was voor „belastinginners en zondaars”. Jezus antwoordde: „De gezonden hebben geen geneesheer nodig, maar zij die iets mankeren wel. Gaat dan heen en leert wat het zeggen wil: ’Ik wil barmhartigheid en geen slachtoffer’” (Matth. 9:11-13). Hij legde iedereen geduldig en vriendelijk uit wie God echt is. Daardoor leerden nederige mensen Jehovah kennen als „een God barmhartig en goedgunstig, langzaam tot toorn en overvloedig in liefderijke goedheid en waarheid” (Ex. 34:6). Doordat Gods Zoon moeite deed om „dingen recht te zetten”, accepteerden veel mensen het goede nieuws.
13 Het voorbeeld van Jezus leert ons op welke manier we anderen moeten helpen. Als we ergens boos over zijn zouden we kortaf tegen iemand kunnen zeggen: „Wij moeten eens even iets rechtzetten.” Maar dat is niet wat er in 2 Timotheüs 3:16 bedoeld wordt. Net als „de steken van een zwaard” veroorzaakt scherpe kritiek vaak veel pijn en wordt er zelden iets door opgelost (Spr. 12:18).
14-16. (a) Hoe kunnen ouderlingen dingen rechtzetten op een manier die anderen helpt hun problemen op te lossen? (b) Waarom is het voor ouders heel belangrijk dingen op een Bijbelse manier recht te zetten?
14 Hoe kunnen we dan geduldig en vriendelijk zijn als we dingen rechtzetten? Stel dat een echtpaar een ouderling om hulp vraagt omdat ze vaak ruzie hebben. Wat kan hij dan doen? Zonder partij te kiezen kan hij Bijbelse principes met ze bespreken, bijvoorbeeld uit hoofdstuk 3 van Het geheim van gezinsgeluk. Tijdens het gesprek zien de man en vrouw misschien in waar ze allebei nog aan moeten werken. Later kan de ouderling informeren hoe het gaat en meer hulp aanbieden als dat nodig is.
15 Hoe kunnen ouders dingen rechtzetten op een manier die hun kinderen helpt geestelijk sterker te worden? Stel dat je vermoedt dat je tienerdochter verkeerde vrienden heeft. Probeer eerst meer te weten te komen over de situatie. Als er reden is om je zorgen te maken, kun je met haar praten, misschien aan de hand van Wat jonge mensen vragen — Praktische antwoorden, Deel 2. De dagen daarna kun je wat meer tijd met haar doorbrengen. Je kunt ook op haar houding letten als ze in de velddienst of met het gezin samen is. Als je geduldig en vriendelijk bent, voelt je dochter dat je van haar houdt en aandacht voor haar hebt. Dat zal haar helpen je raad op te volgen en geen slechte keuzes te maken.
16 Zo kunnen we ook geduldig en vriendelijk iemand aanmoedigen die zich zorgen maakt over zijn gezondheid, in de put zit omdat hij zijn baan kwijt is, of moeite heeft met sommige Bijbelse leerstellingen. Als we Gods Woord gebruiken om dingen recht te zetten, hebben we er allemaal veel voordeel van.
’NUTTIG OM STRENG TE ONDERRICHTEN IN RECHTVAARDIGHEID’
17. Waarom moeten we blij zijn met streng onderricht?
17 De Bijbel zegt: „Nu schijnt elk streng onderricht weliswaar op het ogenblik zelf niet vreugdevol te zijn, maar bedroevend; toch werpt het later voor hen die erdoor geoefend zijn, een vreedzame vrucht af, namelijk rechtvaardigheid” (Hebr. 12:11). De meeste broeders en zusters die in de waarheid zijn opgevoed, zijn het ermee eens dat de correctie die ze van hun ouders hebben gekregen nuttig was. En de correctie die we van Jehovah krijgen via de ouderlingen, houdt ons op de weg naar het leven (Spr. 4:13).
18, 19. (a) Waarom is de raad in Spreuken 18:13 belangrijk om streng onderricht te kunnen geven „in rechtvaardigheid”? (b) Wat is vaak het resultaat als ouderlingen een kwaaddoener zachtaardig en liefdevol behandelen?
18 Correctie geven is een kunst. Jehovah zegt dat we dat „in rechtvaardigheid” moeten doen (2 Tim. 3:16). Daarom moeten we ons laten leiden door Bijbelse principes. Een zo’n principe staat in Spreuken 18:13: „Wanneer iemand antwoord geeft op een zaak voordat hij ze hoort, is dat dwaasheid van zijn kant en schande.” Als ouderlingen dus moeten praten met iemand die beschuldigd wordt van een ernstige zonde, moeten ze de zaak zorgvuldig onderzoeken om alle feiten te verzamelen (Deut. 13:14). Alleen dan kunnen ze ’streng onderrichten in rechtvaardigheid’.
19 Gods Woord zegt ook dat ouderlingen anderen „met zachtaardigheid” moeten corrigeren. (Lees 2 Timotheüs 2:24-26.) Het is waar dat iemand smaad op Jehovah’s naam kan brengen en onschuldige mensen pijn kan doen. Maar een ouderling zal zo’n persoon niet helpen door kwaad te worden. Als ouderlingen „de goedgunstige hoedanigheid van God” navolgen, kunnen ze de zondaar misschien tot berouw brengen (Rom. 2:4).
20. Welke principes moeten ouders bij de opvoeding toepassen?
20 Ook ouders moeten Bijbelse principes toepassen bij de opvoeding van hun kinderen (Ef. 6:4). Een vader zal het vermijden zijn zoon te straffen als hij maar één kant van het verhaal gehoord heeft. En niemand in het gezin mag zo boos worden dat hij geweld gaat gebruiken. Jehovah is „zeer teder in genegenheid en barmhartig”, en ouders moeten die eigenschappen navolgen (Jak. 5:11).
EEN KOSTBAAR GESCHENK VAN JEHOVAH
21, 22. Welke woorden in Psalm 119:97-104 beschrijven het best hoe jij over Jehovah’s Woord denkt?
21 Een van Jehovah’s aanbidders vertelde eens waarom hij van Gods wet hield. (Lees Psalm 119:97-104.) Door die te bestuderen kreeg hij wijsheid, inzicht en begrip. Als hij Gods raad opvolgde, kon hij de fouten vermijden die veel mensen wel maken. Hij genoot ervan de Schriften te bestuderen en was vastbesloten zich zijn hele leven aan Gods wetten te houden.
22 Hou jij van „de gehele Schrift”? De Bijbel geeft je vertrouwen dat God zijn voornemen zal vervullen. De geïnspireerde raad helpt je geen zonde te beoefenen die tot de dood leidt. En als je de Bijbel goed gebruikt, kun je anderen helpen de weg naar het leven te vinden en erop te blijven wandelen. Laten we daarom in de dienst voor onze wijze en liefdevolle God, Jehovah, gebruikmaken van „de gehele Schrift”.
a Zie Georganiseerd om Jehovah’s wil te doen, blz. 79.
b Als Jezus anderen onderwees vroeg hij vaak: „Wat denkt gij?” Daarna wachtte hij op antwoord (Matth. 18:12; 21:28; 22:42).
c De brieven van Paulus bevatten veel hulp om tegen zwakheden te vechten (Rom. 6:12; Gal. 5:16-18). Het is logisch dat hij de raad die hij anderen gaf, ook zelf toepaste (Rom. 2:21).