Jonge mensen vragen . . .
Is liegen echt zo slecht?
Michelle wist dat haar ouders boos zouden worden als zij vernamen dat zij een dierbaar snuisterijtje had gebroken. Zij voelde er echter niets voor om straf te krijgen of een uitbrander. Dus bedacht zij een eenvoudige manier om onder de woede van haar ouders uit te komen: zij beschuldigde haar jongere broer ervan het gebroken te hebben.
LIEGEN — veel tieners zijn van mening dat het onder bepaalde omstandigheden geoorloofd is. Enkelen zeggen dat zij zouden liegen om een misdaad te voorkomen, om onschuldigen te beschermen of om een leven te redden. Zulke situaties komen in het normale leven echter zelden voor. Veel vaker nemen jongeren hun toevlucht tot leugens om dezelfde reden als Michelle: om straf te ontlopen of zich uit een ongemakkelijke situatie te bevrijden.
Donald vertelde zijn moeder dat hij zijn kamer had opgeruimd, terwijl hij in werkelijkheid alles onder het bed had gemikt. Op overeenkomstige wijze vertelde Richard zijn ouders dat hij geen onvoldoende had gekregen omdat hij zijn les niet had geleerd maar omdat hij ’niet met zijn leraar overweg kon’. Zeer dubieus.
Je zou echter van mening kunnen zijn dat omdat dit geen kwaadaardige leugens waren, het zo erg niet is. ’Wat voor kwaad schuilt er in een leugentje om bestwil?’ zeg je misschien. En aangezien woordenboeken een leugen om bestwil definiëren als een „beleefdheidsleugen of onschadelijke leugen”, lijkt het niet zo erg een leugentje om bestwil te vertellen.
Volgens een aanhaling in het boek The Importance of Lying geeft H. L. Mencken nog een andere reden waarom sommigen hun toevlucht nemen tot de leugen: „Wat er aan de waarheid mankeert, is dat ze in hoofdzaak onbehaaglijk is en vaak saai. De menselijke geest zoekt iets amusanters, iets wat aangenamer aandoet.” Het hoeft daarom geen verbazing te wekken dat mensen vaak niet echt de waarheid willen horen, maar in plaats daarvan liever ’hun oren laten kittelen’ (2 Timótheüs 4:3). De grootste onderwijzer die ooit geleefd heeft, Jezus Christus, ondervond dit. „Indien ik waarheid spreek,” zei hij tot de mensen in zijn tijd, „waarom gelooft gij mij dan niet?” (Johannes 8:46) Hoe verleidelijk is het soms om plezierige leugens te vertellen in plaats van onpopulaire waarheden!
Maar betekent het feit dat een leugen de hoorder aangenaam kan zijn, wellicht iets onbeduidends betreft of zelfs goed bedoeld kan zijn, dat het juist is zo’n leugen te vertellen?
Gods kijk op liegen
De neiging van de mens om te liegen werd al in bijbelse tijden opgemerkt. De psalmist zei: „Onwaarheid blijven zij tot elkaar spreken; met gladde lip blijven zij zelfs dubbelhartig spreken.” Er ging eigenbelang schuil achter hun leugens. Zij zeiden: „Met onze tong zullen wij de overhand hebben. Onze [liegende] lippen zijn met ons. Wie zal meester over ons zijn?” Merk echter op hoe God over hun leugenachtigheid dacht: „Jehovah zal alle gladde lippen afsnijden, de tong die grote dingen spreekt.” — Psalm 12:2-4.
Ja, „een leugentong” was en is een van de dingen die „Jehovah werkelijk haat” (Spreuken 6:16, 17). Per slot van rekening is Satan de Duivel zelf „de vader van de leugen” (Johannes 8:44). Het is echter interessant dat de bijbel geen onderscheid maakt tussen leugens en ’leugentjes om bestwil’. De bijbel zegt eenvoudig dat „er geen leugen uit de waarheid voortspruit” (1 Johannes 2:21). Daarom is een „slinkse persoon . . . iets verfoeilijks voor Jehovah, maar Zijn vertrouwelijke omgang is met de oprechten” (Spreuken 3:32). Jehovah wil dus gewoon geen nauwe omgang hebben met iemand die oneerlijk is.
De jongere die God vreest, kan dus geen enkele vorm van liegen aanvaardbaar vinden. Het is zoals een jongere met de naam Tyrone het stelt: „Het is een soort goed-of-fout-test. Iets is òf goed òf fout.”
Liegen — Waarom het schadelijk is
Waarom is liegen echter zo verkeerd? Kan een leugen je er niet voor behoeden gestraft te worden? Misschien. Maar wat gebeurt er als de leugen uitkomt? Dan heeft het de straf alleen maar uitgesteld. De jonge André merkte ook op: „Je bent woest als iemand je iets vertelt en je komt er later achter dat het een leugen was.” Leugens roepen inderdaad woede en wrevel op. En als het je ouders zijn tegen wie je liegt, kan een fikse dosis streng onderricht het resultaat zijn.
Geen wonder dat de bijbel zegt: „Het verkrijgen van schatten door een leugentong is een weggedreven ademtocht” (Spreuken 21:6). Met andere woorden, elk voordeel dat een leugen zou opleveren, zou maar van zo korte duur zijn als een ademtocht.
Liegen en je geweten
Liegen schaadt ook de leugenaar zelf. Michelle (die aan het begin van dit artikel genoemd werd) slaagde erin haar ouders ervan te overtuigen dat haar broer het snuisterijtje gebroken had. Later voelde zij zich echter gedrongen haar verkeerde gedrag aan hen op te biechten. Michelle legt uit: „Ik had het grootste deel van de tijd een echt naar gevoel. Mijn ouders vertrouwden me, en ik had dat vertrouwen beschaamd.”
Michelles slechte geweten illustreert heel goed een door de apostel Paulus opgetekend beginsel. In Romeinen 2:14, 15 geeft hij te kennen dat God in de mens de gave van het geweten heeft gelegd. Paulus legt de werking ervan uit door te zeggen dat „hun geweten met hen getuigenis aflegt en hun eigen gedachten onderling hen beschuldigen of zelfs verontschuldigen”. In Michelles geval ’legde haar geweten getuigenis af’ van het feit dat liegen verkeerd was en ’beschuldigde het haar’ — doordat zij door schuldgevoelens gekweld werd.
Natuurlijk kan iemand zijn geweten negeren, waardoor hij het verhardt. Een artikel in het blad Adolescence wees er bijvoorbeeld op dat jongere tieners geneigd zijn liegen als iets verkeerds te bezien. Maar wanneer zij ouder worden, verhardt hun kijk op liegen zich. „Vijftienjarigen”, zei het artikel, „bezien liegen vaker als iets wat niet verkeerd is dan twaalfjarigen.” Hoe meer iemand liegt, des te groter is klaarblijkelijk het gevaar dat hij ’in zijn geweten gebrandmerkt wordt’. — 1 Timótheüs 4:2.
„Een eerlijk geweten” ontwikkelen
De apostel Paulus kon daarentegen van zichzelf en zijn metgezellen zeggen: „Wij koesteren het vertrouwen dat wij een eerlijk geweten hebben” (Hebreeën 13:18). Paulus’ geweten zou hem niet toestaan zijn toevlucht te nemen tot leugens of halve waarheden. Is jouw geweten net zo gevoelig waar het onwaarheid betreft? Zo niet, oefen het door de bijbel en op de bijbel gebaseerde lectuur, zoals dit tijdschrift en het zustertijdschrift De Wachttoren, te bestuderen.
Een jongere genaamd Bobby heeft dit gedaan, met goede resultaten. Zo nu en dan hebben deze publikaties een probleem behandeld waar hij mee worstelde. In plaats van zo’n probleem met een web van leugens te bedekken, heeft zijn geweten hem ertoe aangezet naar zijn ouders toe te gaan en de zaak eerlijk met hen te bepraten. Soms heeft dit ertoe geleid dat hij streng onderricht ontving. Desondanks geeft hij toe dat hij ’zich van binnen prettiger voelt’ omdat hij eerlijk is geweest.
Toegegeven, zoals één jongere zei: „Als je de waarheid vertelt, zul je je ouders pijn doen.” Zij zullen het echter respecteren dat je hun de waarheid hebt verteld. Het zal hun tonen dat je volwassen begint te worden en beseft dat je verantwoordelijk bent voor je daden.
Nog een hulp om een eerlijk geweten te ontwikkelen, is voorzichtig zijn in de keuze van je vrienden. „Hij die met wijzen wandelt, zal wijs worden, maar wie zich met de verstandelozen inlaat, zal het slecht vergaan”, zegt Spreuken 13:20. Bobby merkt op: „Een vriend die met je mee liegt, zal je in moeilijkheden brengen. Het is geen vriend die je kunt vertrouwen.” De psalmist zei daarom wijselijk: „Ik heb niet neergezeten met mensen van onwaarheid” (Psalm 26:4). Probeer vrienden te vinden die goddelijke maatstaven respecteren.
Tot slot, denk wanneer je in de verleiding komt te liegen, aan de maatstaven die Jehovah God stelt voor zijn eigen vrienden. „O Jehovah, wie zal een gast zijn in uw tent?” vroeg de psalmist. „Hij die . . . de waarheid spreekt in zijn hart” (Psalm 15:1, 2). Overdenken wat een voorrecht het is in een verhouding met God te staan, brengt iemand ertoe eerlijk te zijn!
De waarheid spreken is niet altijd gemakkelijk. Je kunt zelfs in een situatie verkeren waarin „een groep mensen een leugen vertelt en jij de waarheid moet vertellen”, zoals een jongere met de naam Mark het beschreef. Maar degene die besluit de waarheid te vertellen, behoudt een goed geweten, een goede verhouding met zijn echte vrienden en bovenal een goede verhouding met zijn Schepper. Een jongere genaamd Steven vat de kwestie fraai samen als hij zegt: „Het feit dat anderen leugens vertellen, betekent nog niet dat jij het moet doen!”
[Inzet op blz. 20]
Leugens zijn vaak niet overtuigend en zullen de bestraffing alleen maar uitstellen tot het moment dat ze uitkomen
[Illustratie op blz. 21]
Een fout opbiechten is niet gemakkelijk, maar je ouders zullen jouw eerlijkheid respecteren