„Gij werdt met een prijs gekocht”
„Gij werdt met een prijs gekocht. Verheerlijkt dan toch vooral God in ulieder lichaam.” — 1 KORINTHIËRS 6:20.
1, 2. (a) Wat opende „de wegen . . . die uit de dood leiden”? (b) Wat moest er gebeuren om Christus’ slachtoffer wettelijke geldigheid te verlenen, en hoe werd dit voorschaduwd?
„DE WARE God is voor ons een God van reddingsdaden”, zei de psalmist, „en aan Jehovah, de Soevereine Heer, behoren de wegen toe die uit de dood leiden” (Psalm 68:20). Het slachtoffer van Jezus Christus opende die weg. Maar wilde dat slachtoffer wettelijke geldigheid bezitten, dan moest Christus persoonlijk voor God zelf verschijnen.
2 Dit werd voorschaduwd als op de Verzoendag de hogepriester het Allerheiligste binnenging (Leviticus 16:12-15). „Toen Christus echter kwam als hogepriester . . .,” schreef de apostel Paulus, „is hij, neen, niet met het bloed van bokken en van jonge stieren, maar met zijn eigen bloed, eens voor altijd de heilige plaats binnengegaan en heeft een eeuwige bevrijding voor ons verworven. Want Christus is niet binnengegaan in een met handen gemaakte heilige plaats, een kopie van de werkelijkheid, maar in de hemel zelf, om nu ten behoeve van ons voor de persoon van God te verschijnen.” — Hebreeën 9:11, 12, 24.
De kracht van bloed
3. (a) Hoe wordt bloed door Jehovah’s aanbidders bezien, en waarom? (b) Waaruit blijkt dat bloed de wettelijke kracht heeft om zonden te verzoenen?
3 Welke rol speelt Christus’ bloed in onze redding? Sinds de dagen van Noach hebben ware aanbidders bloed als heilig beschouwd (Genesis 9:4-6). Bloed speelt een belangrijke rol in het levensproces, want de bijbel zegt dat ’de ziel [of het leven] van het vlees in het bloed is’ (Leviticus 17:11). De Mozaïsche wet vereiste dan ook dat wanneer een dier werd geofferd, zijn bloed voor Jehovah werd uitgestort. Soms werd bloed ook op de hoornen van het altaar gedaan. Het is duidelijk dat de verzoenende kracht van een slachtoffer in het bloed ervan zat (Leviticus 8:15; 9:9). „Bijna alle dingen worden volgens de Wet met bloed gereinigd, en indien er geen bloed wordt vergoten, geschiedt er geen vergeving.” — Hebreeën 9:22.
4. (a) Welk doel werd gediend door de beperking die God verbond aan het gebruik van bloed? (b) Wat was veelbetekenend aan de manier waarop Jezus ter dood werd gebracht?
4 Geen wonder dan ook dat onder de Wet elk misbruik van bloed met de dood gestraft kon worden! (Leviticus 17:10) Wij weten allemaal dat wanneer een substantie zeldzaam wordt gemaakt, of het gebruik ervan ernstig wordt beperkt, de waarde ervan toeneemt. Jehovah’s beperking ten aanzien van het gebruik ervan zorgde ervoor dat bloed niet als iets van gewone waarde maar als iets kostbaars, iets waardevols beschouwd zou worden (Handelingen 15:29; Hebreeën 10:29). Dit was in overeenstemming met het verheven doel dat het bloed van Christus zou dienen. Op passende wijze was de aard van zijn dood zodanig dat zijn bloed uitgestort werd. Aldus was het duidelijk dat Christus niet alleen zijn menselijke lichaam ten slachtoffer bracht maar zijn ziel uitstortte, dat zijn offer bestond in zijn leven als een volmaakt mens! (Jesaja 53:12) Het was niet zo dat Christus vanwege onvolmaaktheid het wettelijke recht op dat leven verspeelde, en daarom had zijn uitgestorte bloed grote waarde en kon het voor het aangezicht van God worden aangeboden ter verzoening van de zonden van de mensheid.
5. (a) Wat nam Christus mee naar de hemel, en waarom? (b) Hoe was duidelijk dat God Christus’ slachtoffer aanvaardde?
5 Christus kon niet zijn letterlijke bloed de hemel in nemen (1 Korinthiërs 15:50). In plaats daarvan nam hij dat mee wat dat bloed symboliseerde: de wettelijke waarde van zijn geofferde volmaakte menselijke leven. Voor de persoon van God kon hij dat leven formeel aanbieden als een losprijs in ruil voor de zondige mensheid. Dat Jehovah dat slachtoffer aanvaardde, werd duidelijk met Pinksteren 33 G.T. toen de heilige geest op 120 discipelen in Jeruzalem kwam (Handelingen 2:1-4). Christus was nu als het ware door koop de eigenaar van het mensenras (Galaten 3:13; 4:5; 2 Petrus 2:1). Vandaar dat de mensheid voordelen van de losprijs deelachtig kon worden.
De eerste begunstigden van de losprijs
6. Welke regelingen heeft God getroffen voor het toepassen van de voordelen van Christus’ losprijs?
6 Dit betekende echter niet dat de mensheid nu ogenblikkelijke volmaaktheid toegekend zou worden, want als de zondige natuur van de mens niet overwonnen werd, was er geen fysieke volmaaktheid mogelijk (Romeinen 7:18-24). Hoe en wanneer zou zondigheid overwonnen worden? God trof er eerst regelingen voor dat 144.000 hemelse ’priesters voor onze God als koningen over de aarde zouden regeren’ met Christus Jezus (Openbaring 5:9, 10; 7:4; 14:1-3). Door bemiddeling van hen zullen de voordelen van de losprijs geleidelijk in een periode van duizend jaar voor de mensheid aangewend worden. — 1 Korinthiërs 15:24-26; Openbaring 21:3, 4.
7. (a) Wat is het nieuwe verbond, wie zijn de partijen daarin, en welk doel dient het? (b) Waarom moest er een sterven plaatsvinden om het nieuwe verbond mogelijk te maken, en welke rol speelt Christus’ bloed?
7 Met dat doel worden de 144.000 koningen-priesters „uit het midden van de mensen gekocht” (Openbaring 14:4). Dit wordt bewerkstelligd door middel van „een nieuw verbond”. Dit verbond is een overeenkomst tussen Jehovah God en het geestelijke Israël Gods om de leden ervan als koningen en priesters te laten dienen (Jeremia 31:31-34; Galaten 6:16; Hebreeën 8:6-13; 1 Petrus 2:9). Maar hoe is er een verbond tussen God en de onvolmaakte mens mogelijk? Paulus legt uit: „Waar een verbond [tussen God en de onvolmaakte mens] is, moet de dood van de menselijke verbondssluiter worden aangetoond. Want een verbond is geldig over dode slachtoffers, daar het nooit van kracht is zolang de menselijke verbondssluiter nog leeft.” — Hebreeën 9:16, 17.
8, 9. Hoe hangt de losprijs met het nieuwe verbond samen?
8 Daaruit volgt dat het loskoopoffer essentieel is voor het nieuwe verbond, waarvan Jezus de Middelaar is. Paulus schreef: „Er is één God en één middelaar tussen God en mensen, een mens, Christus Jezus, die zichzelf gegeven heeft als een overeenkomstige losprijs voor allen — hiervan dient op de speciaal daarvoor bestemde tijden getuigenis te worden afgelegd” (1 Timotheüs 2:5, 6). Die woorden zijn in het bijzonder van toepassing op de 144.000, met wie het nieuwe verbond wordt gesloten.
9 Toen God een verbond sloot met het vleselijke Israël, was dat pas wettelijk geldig toen er dierlijk bloed van slachtoffers was vergoten (Hebreeën 9:18-21). Op soortgelijke wijze moest, opdat het nieuwe verbond in werking kon treden, Christus het „bloed van het verbond” vergieten (Mattheüs 26:28; Lukas 22:20). Terwijl Christus zowel als Hogepriester optreedt alsook „middelaar van een nieuw verbond” is, wendt God de waarde van Jezus’ bloed aan ten behoeve van degenen die in het nieuwe verbond worden gebracht en rekent hun wettelijk menselijke rechtvaardigheid toe (Hebreeën 9:15; Romeinen 3:24; 8:1, 2). God kan hen dan in het nieuwe verbond opnemen om hemelse koningen-priesters te zijn! Als hun Middelaar en Hogepriester helpt Jezus hen om een reine positie voor God te bewaren. — Hebreeën 2:16; 1 Johannes 2:1, 2.
De dingen op aarde bijeenvergaderen
10, 11. (a) Hoe is de losprijs van invloed op anderen dan alleen de gezalfde christenen? (b) Wie vormen de grote schare, en welke positie nemen zij bij God in?
10 Kunnen alleen gezalfde christenen een verlossing door losprijs, de vergeving van hun zonden, ervaren? Nee, God is alle andere dingen met zich aan het verzoenen door vrede te maken door middel van het bloed dat is vergoten aan de martelpaal, zoals Kolossenzen 1:14, 20 te kennen geeft. Dit betreft de dingen in de hemelen (de 144.000) alsook de dingen op de aarde. De laatste zijn zij die in aanmerking komen voor aards leven, mensen die volmaakt leven in het Paradijs op aarde zullen genieten. Vooral sinds 1935 wordt er op georganiseerde wijze aan gewerkt om dezen bijeen te vergaderen. Openbaring 7:9-17 beschrijft hen als „een grote schare” die redding te danken heeft aan God en aan het Lam. Zij moeten nog steeds „de grote verdrukking” overleven en ’naar bronnen van wateren des levens geleid worden’, want Openbaring 20:5 laat zien dat dezen volledig tot leven zullen komen, in het bezit van volmaakt menselijk leven, aan het eind van de duizendjarige regering van Christus. Degenen die dan een laatste beproeving in hun volmaakte menselijke staat doorstaan, zullen rechtvaardig verklaard worden voor eeuwig leven op aarde. — Openbaring 20:7, 8.
11 Niettemin hebben de leden van de grote schare in voorlopige zin reeds „hun lange gewaden gewassen en . . . wit gemaakt in het bloed van het Lam” (Openbaring 7:14). Christus treedt ten opzichte van hen niet als Middelaar van het nieuwe verbond op, maar zij trekken wel door het werk van Gods koninkrijk voordeel van dit verbond. Christus treedt ten opzichte van hen echter wel op als Hogepriester, door bemiddeling van wie Jehovah de losprijs kan aanwenden — en inderdaad aanwendt — in die mate dat zij nu rechtvaardig worden verklaard als Gods vrienden. (Vergelijk Jakobus 2:23.) Gedurende het Millennium zullen zij geleidelijk ’vrijgemaakt worden van de slavernij des verderfs [totdat zij uiteindelijk] de glorierijke vrijheid van de kinderen Gods hebben’. — Romeinen 8:21.
12. Op welke basis handelde God met getrouwe mannen in voorchristelijke tijden?
12 Met betrekking tot de positie die zij bij God innemen, zou het erop kunnen lijken dat degenen die tot de grote schare behoren, weinig verschillen van voorchristelijke aanbidders. Ten aanzien van de laatsten handelde God echter met de toekomstige losprijsvoorziening voor ogen (Romeinen 3:25, 26). Zij hadden slechts in voorlopige zin vergeving van hun zonden (Psalm 32:1, 2). In plaats van volledige bevrijding van een „bewustzijn van zonden” veroorzaakten dierenoffers „een herinnering aan zonden”. — Hebreeën 10:1-3.
13. Welke voordelen hebben wij boven voorchristelijke dienstknechten van God?
13 Het is anders met ware christenen in deze tijd. Zij aanbidden op basis van een losprijs die is betaald! Door bemiddeling van hun Hogepriester ’naderen zij met vrijmoedigheid van spreken de troon van onverdiende goedheid’ (Hebreeën 4:14-16). Met God verzoend te zijn is niet de een of andere ontwikkeling waarop wordt gehoopt, maar een nu aanwezige realiteit! (2 Korinthiërs 5:20) Wanneer zij dwalen, kunnen zij echte vergeving ontvangen (Efeziërs 1:7). Zij hebben een werkelijk gereinigd geweten (Hebreeën 9:9; 10:22; 1 Petrus 3:21). Deze zegeningen vormen een voorproefje van de glorierijke vrijheid van de kinderen Gods welke Jehovah’s dienstknechten in de toekomst zullen genieten!
De diepte van Gods wijsheid en liefde
14, 15. Hoe laat de losprijs duidelijk Gods onpeilbare wijsheid uitkomen, alsook zijn rechtvaardigheid en liefde?
14 Wat een prachtig geschenk van Jehovah is de losprijs! Deze voorziening is gemakkelijk te begrijpen en toch zo diep dat ze ontzag wekt bij het grootste intellect. Onze beschouwing van het functioneren van de losprijs is nog lang geen diepgaande geweest. Toch roepen wij met de apostel Paulus uit: „O de diepte van Gods rijkdom en wijsheid en kennis! Hoe ondoorgrondelijk zijn zijn oordelen en hoe onnaspeurlijk zijn wegen!” (Romeinen 11:33) Jehovah’s wijsheid wordt daarin getoond dat hij zowel de mensheid kon redden als zijn soevereiniteit kon rechtvaardigen. Door middel van de losprijs is „Gods rechtvaardigheid openbaar gemaakt . . . God heeft [Christus] als zoenoffer gesteld door middel van geloof in zijn bloed.” — Romeinen 3:21-26.
15 Er kan geen kritiek geuit worden op God dat hij de zonden die in het verleden door voorchristelijke aanbidders werden begaan, heeft vergeven. Bovendien kan er geen kritiek tegen Jehovah geuit worden dat hij de gezalfden rechtvaardig heeft verklaard als zijn zonen of de grote schare als zijn vrienden (Romeinen 8:33). Met grote kosten voor zichzelf heeft God volmaakt in overeenstemming met zijn wet, volkomen rechtvaardig, gehandeld, daarmee een volledige weerlegging verschaffend voor Satans leugenachtige bewering dat Jehovah een onrechtvaardige heerser is! Gods onzelfzuchtige liefde voor zijn schepselen is eveneens ontwijfelbaar gedemonstreerd. — Romeinen 5:8-11.
16. (a) Op welke wijze heeft de losprijs ervoor gezorgd de strijdvraag betreffende de rechtschapenheid van Gods dienstknechten te beslechten? (b) Hoe geeft de losprijs ons een basis voor geloof in een komende nieuwe wereld van rechtvaardigheid?
16 De manier waarop de losprijs verschaft werd, beslechtte ook de strijdvragen betreffende de rechtschapenheid van Gods dienstknechten. Het ene feit van Jezus’ gehoorzaamheid bracht dat tot stand (Spreuken 27:11; Romeinen 5:18, 19). Maar voeg daar dan nog eens de levenswandel aan toe van 144.000 christenen die ondanks Satans tegenstand tot de dood getrouw blijven! (Openbaring 2:10) De losprijs maakt het mogelijk dat zij als beloning onsterfelijkheid ontvangen — onvernietigbaar leven! (1 Korinthiërs 15:53; Hebreeën 7:16) Satans bewering dat Gods dienstknechten onbetrouwbaar zijn, wordt hierdoor tot iets absurds! De losprijs heeft ons ook een solide basis gegeven voor vertrouwen in Gods beloften. Wij kunnen een raamwerk voor redding zien dat „wettelijk bevestigd” is door het loskoopoffer (Hebreeën 8:6). Een nieuwe wereld van rechtvaardigheid is op deze wijze gegarandeerd! — Hebreeën 6:16-19.
Mis niet het doel ervan
17. (a) Hoe laten sommigen zien dat zij het doel van de losprijs hebben gemist? (b) Wat kan ons motiveren moreel rein te blijven?
17 Om voordeel te trekken van de losprijs is het nodig dat men kennis in zich opneemt, geloof oefent en naar bijbelse maatstaven leeft (Johannes 3:16; 17:3). Betrekkelijk weinigen zijn echter bereid dit te doen (Mattheüs 7:13, 14). Zelfs onder ware christenen kunnen sommigen ’de onverdiende goedheid van God aanvaarden en dan het doel ervan missen’ (2 Korinthiërs 6:1). In de loop der jaren zijn bijvoorbeeld duizenden uitgesloten vanwege seksueel wangedrag. Wat een schande, gezien alles wat Jehovah en Christus voor ons hebben gedaan! Moet men er uit waardering voor de losprijs niet voor willen zorgen niet ’te vergeten dat men van zijn lang geleden begane zonden gereinigd is’? (2 Petrus 1:9) Terecht herinnert Paulus christenen er dan ook aan: „Gij werdt met een prijs gekocht. Verheerlijkt dan toch vooral God in ulieder lichaam” (1 Korinthiërs 6:20). Dit te blijven bedenken, verschaft ons een krachtige motivatie om moreel rein te blijven! — 1 Petrus 1:14-19.
18. Hoe kan een christen die in ernstige zonde vervalt, zich nog steeds de losprijs ten nutte maken?
18 En als iemand nu reeds in een ernstige zonde is vervallen? Hij zou voordeel moeten trekken van de vergeving die de losprijs mogelijk maakt, en zich hulp laten bieden door liefdevolle opzieners (Jakobus 5:14, 15). Zelfs als krachtig streng onderricht nodig is, moet een berouwvolle christen niet onder een dergelijke correctie bezwijken (Hebreeën 12:5). Wij hebben deze prachtige bijbelse verzekering: „Indien wij onze zonden belijden, dan is hij getrouw en rechtvaardig, zodat hij ons onze zonden vergeeft en ons van alle onrechtvaardigheid reinigt.” — 1 Johannes 1:9.
19. Hoe kan een christen wangedrag bezien dat plaatsvond voordat hij de waarheid leerde kennen?
19 Soms zijn christenen overmatig ontmoedigd vanwege wangedrag in het verleden. „Voordat wij in de waarheid kwamen,” schreef een ontmoedigde broeder, „liepen mijn vrouw en ik genitale herpes op. Soms voelen wij ons onrein, alsof wij niet in Jehovah’s reine organisatie ’passen’.” Het is waar dat sommigen zelfs nog nadat zij christenen zijn geworden, in zekere mate lijden kunnen oogsten van voorbije fouten (Galaten 6:7). Toch bestaat er geen reden om zich in Jehovah’s ogen onrein te voelen als men berouw heeft gehad. „Het bloed van de Christus” is in staat „ons geweten [te] reinigen van dode werken”. — Hebreeën 9:14.
20. Hoe kan geloof in de losprijs een christen bevrijden van onnodig schuldgevoel?
20 Ja, geloof in de losprijs kan ertoe bijdragen ons te bevrijden van nodeloze lasten van schuld. Een jonge zuster gaf toe: „Ik heb nu al meer dan elf jaar geworsteld met de onreine gewoonte van masturbatie. Op een gegeven moment heb ik bijna de gemeente verlaten, in de mening dat Jehovah nooit een zo walgelijk persoon zijn gemeente zou willen laten verontreinigen.” Wij moeten echter bedenken dat Jehovah „goed [is] en vergevensgezind” zolang wij gewetensvol strijden tegen onrechtvaardigheid en er niet aan toegeven! — Psalm 86:5.
21. Hoe moet de losprijs van invloed zijn op onze kijk op degenen die ons kwetsen?
21 De losprijs dient ook zijn uitwerking te hebben op de manier waarop wij anderen bejegenen. Hoe reageert u bijvoorbeeld wanneer een medechristen u kwetst? Legt u vrijelijk christelijke vergevensgezindheid aan de dag? (Lukas 17:3, 4) Bent u „teder mededogend, [anderen] vrijelijk vergevend, zoals ook God door Christus u vrijelijk vergeven heeft”? (Efeziërs 4:32) Of bent u geneigd wrok te koesteren? Dat zou beslist betekenen het doel van de losprijs te missen. — Mattheüs 6:15.
22, 23. (a) Welk effect dient de losprijs te hebben op onze doeleinden en levensstijl? (b) Welk vaste besluit dienen alle christenen te nemen met betrekking tot de losprijs?
22 Ten slotte dient waardering voor de losprijs een sterk effect te hebben op onze doeleinden en levensstijl. Paulus zei erover: „Gij werdt met een prijs gekocht; wordt niet langer slaven van mensen” (1 Korinthiërs 7:23). Zijn materiële noodzakelijkheden — huis, baan, voedsel, kleding — nog steeds datgene waar uw leven om draait? Of zoekt u eerst het Koninkrijk, vertrouwen stellend in Gods belofte dat hij voor u zorgt? (Mattheüs 6:25-33) Zwoegt u voor uw werkgever zonder voldoende ruimte te maken voor theocratische activiteiten? Bedenk dat Christus „zich voor ons heeft gegeven om . . . zich een volk te reinigen dat uitsluitend zijn eigendom zou zijn, ijverig voor voortreffelijke werken”. — Titus 2:14; 2 Korinthiërs 5:15.
23 „God zij gedankt door bemiddeling van Jezus Christus” voor deze allesovertreffende gave — de losprijs! (Romeinen 7:25) Mogen wij nooit het doel ervan missen maar in plaats daarvan de losprijs een werkelijke kracht in ons leven laten zijn. Mogen wij in gedachte, in woord en in daad altijd God verheerlijken, dankbaar bedenkend dat wij met een prijs zijn gekocht.
Herhalingsvragen
◻ Waarom wordt bloed als heilig beschouwd, en hoe werd Christus’ bloed in de hemel voor de persoon van Jehovah aangeboden?
◻ Welke rol speelde Christus’ bloed bij het van kracht worden van het nieuwe verbond?
◻ Hoe strekt de losprijs de gezalfden en de grote schare tot voordeel?
◻ Hoe kunnen wij laten zien dat wij niet het doel van de losprijs hebben gemist?
[Illustratie op blz. 16]
De verzoenende kracht van een slachtoffer zit in het levensbloed ervan
[Illustratie op blz. 17]
Wie Gods vergeving waardeert, is bereid anderen vergeving te schenken