-
Met vertrouwen het einde onder de ogen zienDe Wachttoren 1951 | 1 december
-
-
16. Waarom kunnen wij, terwijl wij goeddoen, onze ziel aan God toevertrouwen, en wat betekent dit voor ons?
16 Wanneer de Christenen die lijden ondergaan, zich niet veroordeeld gevoelen door God, kunnen zij vertrouwen hebben dat hij hen niet opzij zal schuiven maar dat zij hun ziel aan hem kunnen toevertrouwen opdat hij hun ziel zal bewaren. Hij is de Schepper van alle zielen. Indien hij oordeelt dat gij het waard zijt tot eeuwig leven in de nieuwe wereld te worden gered, kan hij u in de opstanding uit de dood als een ziel herscheppen. Hij kan aldus uw recht op leven als een ziel bewaren voor de nieuwe wereld. Hij vergeet uw bericht van getrouwe dienst voor hem niet en hij zal u nimmer datgene onthouden wat deze dienst voor u heeft verdiend. „Want God is niet onrechtvaardig zodat hij uw werk en de liefde die gij voor zijn naam hebt getoond, zou vergeten, aangezien gij de heiligen hebt gediend en blijft dienen” (Hebr. 6:10, NW). Derhalve beschermt God uw recht op het beloofde leven in de nieuwe wereld. Gedurende de gehele tijd dat gij goeddoet, kunt gij dus met vertrouwen uw ziel aan hem toevertrouwen, wetend dat ze in veilige handen rust, en wat mensen u ook mogen doen, zij kunnen niet werkelijk de eeuwige belangen van uw ziel benadelen. Hoe wonderbaarlijk zal het zijn, wanneer Armageddon begint voor de voltrekking van het goddelijke oordeel, aangetroffen te worden in de toestand waarin gij Gods wil doet en terwijl onze ziel volledig aan onze getrouwe Schepper is toevertrouwd! Alleen op die wijze kunnen wij verwachten Armageddon te overleven.
17. Waarom vertrouwen wij dat het einde dezer wereld spoedig zal komen?
17 Wij kunnen dus het spoedige einde dezer wereld met vertrouwen onder de ogen zien. Wij zijn er zeker van dat ze zal eindigen, evenals Noach er zeker van was dat de oude wereld der goddelozen spoedig zou eindigen, omdat Jehovah God het hem had verteld. Toch zou er iemand kunnen zijn die bezwaren zal opwerpen en zal zeggen: „Wacht eens even, maar toen Petrus zeide: ’Het volledige einde aller dingen is nabijgekomen’ lag het einde nog negentienhonderd jaren in de toekomst, en hoe kunnen jullie er zeker van zijn dat het volledige einde niet nog eens negentien eeuwen in de toekomst ligt?” Welnu, het kan zijn dat Petrus er in zijn brief, omdat deze ongeveer zeven jaren voor de vernietiging van Jeruzalem in 70 (n. Chr.) werd geschreven, toe bewogen werd enigszins in die geest te schrijven, maar tegenwoordig is de Christenheid de huidige tegenhanger van het ontrouwe Jeruzalem, en tegenwoordig verkeert de Christenheid in nog ergere zielsangst dan Jeruzalem voordat over deze stad het einde kwam. Omdat wij sedert 1914 alle onderdelen van het teken van het volledige einde, dat Jezus voor ons in zijn profetie heeft beschreven, vervuld zien, vertrouwen wij er geheel en al op dat Petrus’ woorden thans hun laatste en volledige toepassing hebben (Matth. 24:3-14). Het volledige einde aller dingen van deze wereld is nabijgekomen en de overblijvende tijd is nu zeer kostbaar.
18. Hoe kunnen wij het bewijs van onze spoedige verwachting geven, en waarom geven wij zulk een bewijs?
18 Indien wij hierop vertrouwen, moeten wij bewijzen dat wij het volledige einde binnenkort verwachten. Hoe kunnen wij dat? Door de wijze waarop wij leven en handelen. Wij zijn vastbesloten het bewijs van onze spoedige verwachting te geven, ten einde blijk te geven van ons geloof in God en om anderen tot vertrouwen op te wekken en hen aldus tot de juiste werkzaamheid te bewegen.
-
-
Wat te doen nu wij tegenover het einde staanDe Wachttoren 1951 | 1 december
-
-
Wat te doen nu wij tegenover het einde staan
1. Waarom is de Bijbelse leerstelling van het einde der wereld wetenschappelijk, en waarom zal de Christenheid het eerste deel er van zijn dat eindigt?
SECTARISCHE religie-aanhangers in het verleden hebben zich wijsgemaakt dat de vernietiging van de zon, maan, sterren en aarde nabij was, en zij hebben vele dwaze dingen gedaan waardoor zij belachelijk werden en waardoor het onderwerp van het einde der wereld tot een onderwerp werd gemaakt dat een ongelovige glimlach wekte of zorgvuldig werd vermeden. De dingen die werden gedaan, waren dwaas omdat ze niet de dingen waren welke, zoals Gods Woord zegt, moeten worden gedaan door Christenen die tegenover het werkelijke einde staan. Het onderwerp van het einde der wereld is geen krankzinnig, grotesk idee dat alleen door religieuze fanatiekelingen kan worden opgenomen, hetgeen dan een dwaas gedrag tot gevolg heeft dat de spot der wereld opwekt. Het einde der wereld is wetenschappelijk. Het betekent niet de vernietiging van Gods stoffelijke universum, aan het voortbrengen en tot glorie brengen waarvan hij onmetelijk veel tijd heeft besteed. Aangezien ’de hemelen Gods eer vertellen, en het uitspansel Zijner handen werk verkondigt’, waarom zou hij deze wetenschappelijke wonderen dan vernietigen? Hij zal dit niet doen. Laten wij de leerstelling van het einde der wereld ontdoen van de dwaze, onschriftuurlijke uitleggingen die de Christenheid er aan heeft verbonden en die tot onredelijke handelingen hebben geleid. Het einde der wereld betekent niet de vernietiging van onze aardbol en van de stoffelijke scheppingswerken in de lucht. Het betekent het einde van zowel de onzichtbare als de zichtbare goddeloze organisatie van Satan de Duivel. De Christenheid heeft zichzelf tot een deel van zijn organisatie gemaakt ofschoon ze beweert het „huis Gods” te zijn. Wegens deze huichelachtigheid zal ze zwaarder oordeel ontvangen en het eerste deel dezer wereld zijn dat eindigt.
-