Blijft u onderwerpen aan „de geest die levengevend is”
„Het is de geest die levengevend is; het vlees is volstrekt van geen nut.” — JOHANNES 6:63.
1. (a) Hoe helpt Jehovah zijn volk weerstand te bieden aan de invloed die de „lucht” van deze wereld uitoefent? (b) Hoe zullen wij door het aankweken van de vrucht van Gods geest worden geholpen de juiste geestelijke geneigdheid te bezitten?
INDIEN wij weerstand willen bieden aan de invloed die de „lucht” van deze wereld uitoefent, of aan de geesteshoudingen die erdoor worden aangekweekt, hebben wij de van Jehovah God afkomstige heilige geest dringend nodig (Efeziërs 2:1, 2). Wij hebben ook de bijbel nodig, waarin Gods gedachten staan die onder leiding van de heilige geest opgetekend werden. En wij moeten een nederige christelijke houding bezitten, die wordt voortgebracht door het aankweken van de vrucht van Gods geest — „liefde, vreugde, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtaardigheid, zelfbeheersing”. De apostel Paulus drukte ons op het hart: „Blijft door geest wandelen en gij zult in het geheel geen vleselijke begeerte volvoeren. Want het vlees gaat, wat zijn begeerte betreft, in tegen de geest, en de geest tegen het vlees; want deze staan vijandig tegenover elkaar, zodat gij juist de dingen die gij zoudt willen doen, niet doet.” — Galaten 5:16, 17, 22, 23.
2. Hoe steekt datgene wat door Gods geest wordt voortgebracht, sterk af bij de resultaten die het heeft wanneer men zich door „de geest van de wereld” laat leiden?
2 Paulus schreef ook: „Wij [hebben] niet de geest van de wereld ontvangen, maar de geest die van God komt, opdat wij de dingen zouden weten die ons door God goedgunstig zijn gegeven” (1 Korinthiërs 2:12). De „lucht” of geestesgesteldheid van deze wereld is dodelijk, maar wat God door middel van heilige geest geeft, leidt tot eeuwig leven voor degenen die deze geest aanvaarden. Jezus zei: „Het is de geest die levengevend is; het vlees is volstrekt van geen nut. De woorden die ik tot u heb gesproken, zijn geest en zijn leven” (Johannes 6:63). Aangezien ’het vlees volstrekt van geen nut is’, hebben wij goddelijke hulp nodig om zonde te overwinnen en weerstand te bieden aan de geest van de wereld.
3, 4. (a) Wat is hebzucht, en hoe speelt ’de heerser van de lucht’ in op het vleselijke verlangen naar materiële dingen? (b) In welk opzicht is een hebzuchtig persoon een afgodendienaar?
3 In het vorige artikel hebben wij twee gevaarlijke bestanddelen van de „lucht” van deze wereld besproken — spelen met dingen die immoreel zijn en een onjuiste kledingstijl en uiterlijke verzorging. Maar er zijn vele andere bestanddelen. De atmosfeer van deze wereld is bijvoorbeeld doortrokken van hebzucht, door een intens zelfzuchtig verlangen naar materiële voordelen of materiële dingen. ’De heerser van de lucht’ heeft erop toegezien dat de propaganda van deze wereld en haar reclamecampagnes u een onbevredigd gevoel geven als u geen overvloed van materiële bezittingen hebt. Dit bestanddeel van de „lucht” van de wereld kan u volledig in de ban brengen van de gedachte dat dit de dingen in het leven zijn die werkelijk tellen. Bent u door deze materialistische „lucht” beïnvloed?
4 De bijbel zegt: „Geen hoereerder of onreine of hebzuchtige — hetgeen wil zeggen een afgodendienaar te zijn — [heeft] enig erfdeel . . . in het koninkrijk van de Christus en van God” (Efeziërs 5:5). Merk op dat een hebzuchtige in werkelijkheid een afgodendienaar is. U denkt misschien: ’Ik zal beslist niet zo ver gaan dat ik een afgodendienaar word.’ Maar wat is afgoderij? Komt het er niet op neer dat men iets anders in de plaats van Jehovah en zijn aanbidding stelt, door daar aandacht aan te schenken in plaats van aan God en aan zijn dienst? Bij hebzucht kan de werkelijke aanbidding van geld en de macht en invloed ervan betrokken zijn. Indien u de aanschaf van een nieuwe auto, een videocassette-recorder of welk ander materieel bezit maar ook belangrijker vindt dan het uitbreiden van uw gelegenheden in Jehovah’s dienst geeft u er dan geen blijk van dat de „lucht” van deze wereld een nadelige invloed op u uitoefent? Worden materiële dingen dan geen afgoden voor u?
5. In welke opzichten is de „lucht” van deze wereld doortrokken van het zelfzuchtige verlangen naar rijkdom?
5 Indien u een hogere opleiding of een winstgevende baan nastreeft, doet u dit dan om rijk te worden en meer materiële voordelen te genieten dan u nodig hebt? Wordt u geïntrigeerd door projecten om snel rijk te worden en wilt u daarin betrokken raken? De „lucht” van deze wereld is doortrokken van het zelfzuchtige verlangen naar rijkdom en van de geest van belastingontduiking. Zo’n atmosfeer vormt het juiste klimaat voor gokken en soortgelijke activiteiten. Laat u niet in verzoeking brengen. Zij die de invloed van deze met hebzucht bezwangerde „lucht” van deze wereld mijden, bemerken dat waar geluk voortspruit uit het feit dat zij tevreden zijn met de noodzakelijke dingen van het leven en de eerste plaats toekennen aan Koninkrijksbelangen. — Matthéüs 6:25-34; 1 Johannes 2:15-17.
Een juist gebruik van de tong
6. Welke invloed kunnen de spreekgewoonten van deze wereld op ons als christenen hebben?
6 Hoe staat het met onze spreekgewoonten? Schunnige taal, boze woorden, liegen — de „lucht” van deze wereld is grondig vervuild door zulke bedorven spraak. Ja, zelfs de taal van enkelen die met de christelijke gemeente verbonden zijn, is af en toe door grofheid gekenmerkt, ja, is soms op het vulgaire af. De discipel Jakobus geeft ons krachtig te verstaan: „Uit dezelfde mond komt zegen en vloek voort. Het is niet juist, mijn broeders, dat deze dingen zo blijven geschieden. Een bron doet toch niet uit dezelfde opening het zoete en het bittere opborrelen?” (Jakobus 3:10, 11) Hebt u wat van het jargon of de schuttingtaal van deze wereld overgenomen? Hebt u een dubbele woordenschat, een die u onder christenen bezigt en een die u elders gebruikt? Paulus schreef: „Laat geen verdorven woord uit uw mond voortkomen, maar elk woord dat goed is tot opbouw waar het nodig is, opdat daardoor iets meegedeeld mag worden wat gunstig is voor de hoorders” (Efeziërs 4:29). Wat is het toch belangrijk dat wij altijd juiste, reine spraak bezigen!
7. Wat omvat het ’wegdoen van onwaarheid en het spreken van de waarheid’?
7 Wij moeten ook zorgvuldig opletten dat wij altijd de waarheid spreken. Wanneer wij niet rechtdoorzee zijn of anderen opzettelijk misleiden ten einde het te vermijden ergens de verantwoordelijkheid voor te moeten dragen, komt dit in werkelijkheid neer op liegen. Sla dus beslist acht op Paulus’ raad: „Nu gij daarom onwaarheid hebt weggedaan, spreekt waarheid, een ieder van u met zijn naaste, want wij zijn leden die elkaar toebehoren.” — Efeziërs 4:25; Spreuken 3:32.
8. (a) Hoe handelen veel wereldse mensen wanneer zij geërgerd zijn? (b) Wat moeten wij doen indien wij tot woede geprikkeld worden?
8 Onbeteugeld lucht geven aan woede is nog een kenmerk van de geest van deze wereld. Veel wereldse mensen verliezen gemakkelijk hun zelfbeheersing. Zij ontploffen en verontschuldigen zich daarna door te zeggen dat zij alleen maar stoom hebben afgeblazen. Maar dit is niet de raad die Paulus gaf, want hij schreef: „Alle kwaadaardige bitterheid en toorn en gramschap en geschreeuw en schimpend gepraat worde uit uw midden weggenomen, evenals alle slechtheid” (Efeziërs 4:31). Maar als wij nu boosheid in ons voelen opkomen ondanks dat wij zelfbeheersing en andere vruchten van Gods geest aankweken? „Weest toornig en zondigt toch niet”, schreef Paulus. „Laat de zon niet ondergaan terwijl gij in een geërgerde stemming verkeert, en staat ook de Duivel geen plaats toe” (Efeziërs 4:26, 27). Indien wij dus tot woede geprikkeld worden, dienen wij de zaak snel in orde te brengen, voordat de dag geëindigd is. Anders beginnen bitterheid en wrok wortel te schieten in ons hart, en het is moeilijk die dingen er weer radicaal uit te verwijderen. Laat niet toe dat u de van toorn vervulde, wraakzuchtige „lucht” van deze wereld inademt! — Psalm 37:8.
9. Wat zijn enkele houdingen die heel algemeen zijn onder werknemers, en waarom dienen wij onze werkgewoonten onder de loep te nemen?
9 Hoe staat het met uw werkgewoonten? De kantjes er aflopen op het werk en dingen stelen van een werkgever zijn tegenwoordig heel gewoon. Hebt u wat van deze „lucht” ingeademd? Bent u een beetje aangestoken door de ’iedereen doet het’-houding? Vergeet nooit dat de wijze waarop wij als christenen ons werk verrichten, een gunstig of ongunstig licht op Jehovah en zijn ware aanbidding werpt. Zou u graag willen dat de wijze waarop u zich op het werk gedraagt, voor iemand een reden kan vormen om de waarheid die hem door een van Jehovah’s Getuigen aan zijn deur wordt gebracht, van de hand te wijzen? „Wie steelt, stele niet meer,” zei Paulus, „maar laat hij liever hard werken . . . opdat hij iets aan een behoeftige kan uitdelen.” — Efeziërs 4:28.
10. Hoe kunnen wij door de wijze waarop wij ons werelds werk verrichten, tonen dat wij niet beïnvloed zijn door de zelfzuchtige „lucht” van deze wereld?
10 Hoewel de meester-slaafverhouding die in de eerste eeuw bestond tegenwoordig zeldzaam is, kunnen christelijke werknemers lering trekken uit wat Paulus in Efeziërs 6:5-8 aan christelijke slaven schreef. Daar werd werkers op het hart gedrukt ’gehoorzaam te zijn aan degenen voor wie zij werkten, niet louter als mensenbehagers, maar als Christus’ slaven’. Een christen moet dus nooit via slinkse wegen proberen het te vermijden een volle dagtaak te verrichten of trachten eronderuit te komen beloofde goederen of diensten te verschaffen. Indien wij dingen „als voor Jehovah” doen, zullen wij de juiste houding bezitten en niet beïnvloed worden door de zelfzuchtige, luie „lucht” van deze wereld.
Voedsel, sterke drank en amusement
11. Hoe werden sommige leden van Jehovah’s volk in bijbelse tijden beïnvloed door een wereldse houding ten opzichte van voedsel en sterke drank?
11 Heeft de wijze waarop de wereld een onmatig gebruik maakt van voedsel en sterke drank u beïnvloed? Hun houding is ’eet, drink en wees vrolijk, want morgen sterven wij misschien’ (1 Korinthiërs 15:32). En sinds oude tijden heeft deze geest zelfs enkelen van Gods dienstknechten beïnvloed. Denk maar eens aan wat er voorviel in de wildernis toen de Israëlieten gingen ’zitten om te eten en te drinken en zij voorts opstonden om zich te vermaken’ (Exodus 32:6). Dat „vermaken” leidde tot teugelloos losbandig gedrag en afgoderij, zodat Gods toorn tegen hen ontbrandde. Laten wij die handelwijze nooit volgen. — 1 Petrus 4:3-6.
12. Wat dienen wij te doen indien het nodig is aandacht te besteden aan onze eet- en drinkgewoonten?
12 Jehovah heeft ons een enorme verscheidenheid van smakelijke, kleurrijke en voedzame spijzen en dranken gegeven, maar hij wil dat wij er met mate van gebruiken. Vraatzucht en dronkenschap worden veroordeeld in de bijbel (Spreuken 23:20, 21). Wees dus eerlijk en vraag uzelf af: Is er ruimte voor verbetering wat mijn eet- en drinkgewoonten betreft? Indien het noodzakelijk is dat u grotere zelfbeheersing aan de dag legt, erken dit dan en handel in overeenstemming met uw gebeden waarin u God vraagt u door middel van zijn geest te helpen dit probleem te overwinnen. „Bedrinkt u ook niet aan wijn, waarin losbandigheid is, maar blijft vervuld worden met geest”, zei Paulus (Efeziërs 5:18). Ja, wordt vervuld met Gods geest en zwicht niet voor de teugelloze geest van deze wereld! „Hetzij gij daarom eet of drinkt of iets anders doet, doet alle dingen tot Gods heerlijkheid” (1 Korinthiërs 10:31). Indien u echter hardnekkige problemen op dit terrein hebt, roep dan de hulp in van geestelijk rijpe mannen in de gemeente. — Galaten 6:1; Jakobus 5:14, 15.
13. (a) Waaruit blijkt duidelijk dat de Duivel veel van het tegenwoordig beschikbare amusement heeft verdorven? (b) Hoe kunnen wij de geesteshouding van deze wereld ten aanzien van amusement uit de weg gaan?
13 Deze wereld is heel erg verslaafd aan sport, muziek en verscheidene vormen van amusement. Tenzij er schriftuurlijke beginselen door worden geschonden, is het niet noodzakelijkerwijs fout van zulke dingen te genieten. Maar het probleem is dat Satan, „de heerser over het machtsgebied van de lucht”, veel van het tegenwoordig beschikbare amusement verdorven heeft (Efeziërs 2:2, Willibrordvertaling). Vaak wordt immoraliteit gepropageerd, geweld vergoelijkt en wordt bedrog, fraude en zelfs moord als heel succesvol afgeschilderd. Wanneer wij naar zulk amusement kijken, ademen wij deze geesteshoudingen met diepe teugen in en de giftige uitwerking ervan zal ons beslist schaden. Bovendien is het zo dat ook al zouden enkele vormen van amusement niet schriftuurlijk laakbaar zijn, het gevaar bestaat dat wij eraan verslaafd raken zodat er weinig tijd voor geestelijke dingen overblijft. Wij moeten dus selectief zijn. Neem er de tijd voor met mate te genieten van wat gezonde en nuttige ontspanning maar vermijd het de excessen van de wereld na te bootsen. Of de „lucht” van deze wereld nu een heerlijke of een onaangename geur verspreidt, ze is vervuild en dodelijk! — Spreuken 11:19.
Raciale trots — een boze wind
14. Hoe kunnen wij met betrekking tot maatschappelijke problemen door de „lucht” van deze wereld beïnvloed worden?
14 Een nogal subtiel bestanddeel van de „lucht” van deze wereld is raciale en nationale trots. Sommigen propageren het foutieve denkbeeld dat bepaalde rassen superieur zijn en andere inferieur. Het nationalisme moedigt mensen ertoe aan hun geboorteland als superieur aan alle andere landen te beschouwen. In werkelijkheid lijden velen nodeloos en wordt hun fundamentele mensenrechten en de noodzakelijke levensbehoeften ontzegd vanwege de zelfzucht en het vooroordeel van anderen. Wrok, en zelfs geweld, is er het resultaat van. Velen komen in opstand en in het vertrouwen dat zij maatschappelijke problemen op hun eigen manier kunnen oplossen, gaan zij eigen rechter spelen. Ook wij kunnen volkomen opgaan in deze denkbeelden. Indien wij niet voorzichtig zijn, kunnen wij, wanneer wij onrechtvaardigheden waarnemen of er het slachtoffer van worden en dan luisteren naar personen die op sociale veranderingen aandringen, beïnvloed worden. Wij zouden onze neutrale positie kunnen gaan prijsgeven en partij kiezen (Johannes 15:19). En wat nog ernstiger is, wij zouden ons ertoe kunnen laten verleiden bij stakingen ook te gaan posten en campagne te voeren, of wij zouden onze toevlucht kunnen gaan nemen tot geweld ten einde veranderingen te forceren.
15. Welke handelwijze beveelt de bijbel aan wanneer wij de neiging voelen opkomen ’onszelf te wreken’?
15 De geest van een gemeente kan nadelig beïnvloed worden door raciale of nationalistische gevoelens. (Vergelijk Handelingen 6:1-7.) Maar wij zullen de juiste geest bezitten indien wij acht slaan op de raad: „Zijt indien mogelijk, voor zover het van u afhangt, vredelievend jegens alle mensen. Wreekt uzelf niet, geliefden, maar geeft plaats aan de gramschap; want er staat geschreven: ’Aan mij is de wraak; ik wil vergelden, zegt Jehovah’” (Romeinen 12:18, 19). Aangezien alle mensenrassen uit het eerste mensenpaar zijn voortgekomen en God niet partijdig is, is er in de christelijke gemeente geen plaats voor raciale of nationale trots. — Handelingen 10:34, 35; 17:26; Romeinen 10:12; Efeziërs 4:1-3.
Blijf levengevende „lucht” inademen
16. Wat zal ons helpen te voorkomen dat wij door de geest van deze wereld beïnvloed worden?
16 Wij hebben de belangrijkste dodelijke bestanddelen van de „lucht” of de geest van deze wereld besproken. Deze „lucht” omgeeft ons en oefent zo’n druk uit dat indien wij toelaten dat er zich een vacuüm in onze geestelijke gezindheid ontwikkelt, deze bedorven „lucht” met kracht naar binnen wordt gezogen om het vacuüm op te vullen. Of wij met succes weerstand zullen bieden aan deze bedorven „lucht” wordt grotendeels bepaald door de diepte van onze liefde voor wat zuiver, rein en rechtvaardig is en de intensiteit van onze haat voor wat onzuiver, onrein en goddeloos is. Wij zullen de juiste „lucht” blijven inademen indien wij als reactie op de leiding van Jehovah’s heilige geest de juiste geestesgesteldheid blijven aankweken. — Romeinen 12:9; 2 Timótheüs 1:7; Galaten 6:7, 8.
17. Wat moet er onmiddellijk gedaan worden als wij bemerken dat er iets van de „lucht” van deze wereld onze kant uit waait?
17 Laat het toch in elk geval nooit zover komen dat iets van de bedorven „lucht” van deze wereld een aangename reuk voor u krijgt. De heerser van deze „lucht” weet precies wat nodig is om te appelleren aan de zintuigen en een begeerte in ons te doen ontvlammen die vaak tot zonde leidt (Jakobus 1:14, 15). Blijf in het „niet roken”-gedeelte, Jehovah’s geestelijke paradijs. Wanneer u bemerkt dat een vleugje „lucht” van deze wereld uw kant uit waait, ga het dan uit de weg. Keer u ervan af zoals u dodelijk gif zou mijden. „Ziet er daarom nauwlettend op toe hoe gij wandelt, niet als onwijzen, maar als wijzen, de gelegen tijd voor uzelf uitkopend, omdat de dagen goddeloos zijn. Wordt daarom niet langer onredelijk, maar blijft inzien wat de wil van Jehovah is.” — Efeziërs 5:15-17.
18. Wat zal de geest zijn van degenen die het voorrecht hebben op de gereinigde aarde te leven?
18 Het is Gods wil dat wij hem als rechtschapenheidbewaarders dienen. Dit zal leven in zijn nieuwe samenstel betekenen, dat nu heel dichtbij is. Wat zal het dan heerlijk verkwikkend zijn een teug lucht op te snuiven! Daarin zullen geen dodelijke verontreinigende stoffen zitten maar het zal zuivere, levenonderhoudende lucht zijn. Zo zal het met de letterlijke lucht zijn gesteld en, wat belangrijker is, met de geest van degenen die het voorrecht hebben op de gereinigde aarde te leven. Zij zullen een gehoorzame, nederige en ontvankelijke geesteshouding hebben. De „lucht” van deze oude wereld, die bezwangerd is met opstandige, verdorven en goddeloze invloeden, zal verdwenen zijn. — Openbaring 21:5-8.
19. Wie zullen Jehovah’s nieuwe samenstel levend binnengaan?
19 Wanneer Jehovah te Armageddon zowel aan verontreiniging als aan de verontreinigers een einde maakt, willen wij ons stellig niet onder degenen bevinden die de „lucht” van dit samenstel inademen. Wat een verademing zal het zijn als de oude wereld verdwenen is en ’de heerser van de lucht’ in de afgrond is opgesloten! Iedereen die Jehovah liefheeft en blijft liefhebben wat rein, fatsoenlijk en rechtvaardig is, zal in die wereld mogen leven. Jehovah wil hen daar hebben en zal hen door middel van zijn geest helpen. Hij zal hun eeuwig leven in een rein, gezond nieuw samenstel geven. Laten wij ervoor zorgen dat dit voorrecht ons niet ontgaat doordat wij de dodelijke „lucht” van dit oude samenstel inademen!
Hoe zou u antwoorden?
◻ In welk opzicht wordt een hebzuchtig persoon een afgodendienaar?
◻ Hoe zou de „lucht” van deze wereld uw spreekgewoonten kunnen beïnvloeden?
◻ Welke geest dienen christelijke werknemers te weerspiegelen wanneer zij werelds werk verrichten?
◻ Hoe kunt u het vermijden beïnvloed te worden door de geest van deze wereld ten aanzien van voedsel, sterke drank en amusement?
◻ Welke geest met betrekking tot ras en nationaliteit mag niet binnen de christelijke gemeente komen?
[Illustratie op blz. 16]
Is uw gezin geestelijk sterk genoeg om weerstand te bieden aan de „lucht” van deze wereld?
[Illustratie op blz. 17]
Indien wij dingen „als voor Jehovah” doen, zullen wij niet beïnvloed worden door de zelfzuchtige, luie „lucht” van deze wereld