Jezus, een Model om nauwkeurig na te volgen
„Gij werdt trouwens tot deze loopbaan geroepen, want ook Christus heeft voor u geleden, u een model nalatend opdat gij nauwkeurig in zijn voetstappen zoudt treden.” — 1 PETRUS 2:21.
1, 2. Wat voor een discipel was Petrus gedurende zijn bediening met Jezus?
GEDURENDE een periode van drie en een half jaar smaakte Simon, die bekend kwam te staan als Cefas, of Petrus, het voorrecht zich in nauwe omgang met Christus Jezus te verheugen (Johannes 1:35-42). Toen hij ongeveer een jaar een discipel was, werd hij tot een van de twaalf apostelen benoemd (Markus 3:13-19). Uit de evangelieverslagen blijkt dat Petrus stoutmoedig, impulsief en expressief was. Hij was het die zei dat hij Christus nooit zou verloochenen, wat er ook zou gebeuren. Doch, toen hij onder druk kwam te staan, verloochende hij hem tot driemaal toe, zoals Jezus ook had voorzegd. — Matthéüs 26:31-35; Markus 14:66-72.
2 Petrus was de apostel die tot Jezus zei: „Gij zult mijn voeten stellig nooit wassen.” Doch toen Jezus hem vermaande, verviel hij in het andere uiterste en zei: „Heer, niet alleen mijn voeten, maar ook mijn handen en mijn hoofd” (Johannes 13:1-17). Deze zelfde Simon Petrus was het ook die, toen Jezus werd gearresteerd, onverschrokken zijn zwaard trok en Malchus, de slaaf van de hogepriester, het rechteroor afsloeg. Ook dit lokte een bestraffing van de zijde van Jezus uit: „Steek het zwaard in zijn schede. Zou ik de beker die de Vader mij heeft gegeven, niet stellig drinken?” — Johannes 18:10, 11.
3. Wat kunnen wij van Petrus’ voorbeeld leren?
3 Wat geven deze en andere voorvallen te kennen omtrent Petrus? Dat hij heel vaak niet zo dacht en redeneerde als Jezus. En ook dat hij niet altijd de zin van Christus bezat. Met onszelf is dit ook vaak zo. Bij het beschouwen van bepaalde aangelegenheden verliezen wij Jezus’ denkwijze uit het oog. Onze reacties dragen de sporen van onze onvolmaakte menselijke natuur. — Lukas 9:46-50; Romeinen 7:21-23.
4. Welke gebeurtenissen beïnvloedden Petrus’ denkwijze later? (Zie Galaten 2:11-14.)
4 Maar vanaf Pinksteren begon er iets te veranderen voor Petrus. Door heilige geest gedreven nam hij de leiding in het predikingswerk onder de joden in Jeruzalem (Handelingen hfdst. 2-5). Doordat de heilige geest zijn inzicht verdiepte, bracht hij zijn denkwijze ook in overeenstemming met de zin van Christus ten aanzien van de heidenen (Handelingen hfdst. 10). Petrus gaf blijk van nederigheid, een hoedanigheid die noodzakelijk voor ons is indien wij in harmonie met Christus willen zijn. — Matthéüs 18:3; 23:12.
Nimmer gezien maar toch bekend
5, 6. Is het feit dat wij Christus nimmer hebben gezien een belemmering voor ons om zijn voorbeeld te volgen?
5 Toen Petrus zijn eerste geïnspireerde brief schreef, omstreeks 62-64 G.T., had hij de tijd gehad om over zijn bediening met Jezus na te denken en beter te gaan begrijpen hoe Jezus over bepaalde aangelegenheden dacht. Aan het begin van deze brief erkent de apostel een eenvoudig feit — namelijk dat de meeste broeders in Klein-Azië niet net als hij Jezus persoonlijk gekend hadden. Maar vormde dat een barrière om de zin van Christus te hebben en zijn voorbeeld te volgen? Petrus zegt: „Ofschoon gij hem nimmer hebt gezien, hebt gij hem lief. Ofschoon gij hem op het ogenblik niet aanschouwt, oefent gij toch geloof in hem en verheugt gij u zeer met een onuitsprekelijke en verheerlijkte vreugde, daar gij het einddoel van uw geloof ontvangt, de redding van uw ziel.” — 1 Petrus 1:8, 9.
6 Petrus’ woorden moeten net zozeer voor alle leden van Jehovah’s volk in deze tijd gelden. Wij hebben Christus niet persoonlijk gekend, maar indien wij ’naarstig navraag doen en een nauwkeurig onderzoek instellen’ en net als de profeten ’blijven onderzoeken’, dan kunnen wij in nog ruimere mate de zin van Christus verwerven. — 1 Petrus 1:10, 11.
Jezus, het volmaakte Model
7, 8. (a) Welke algemene raad geeft Petrus in zijn eerste brief? (b) Wat is de grondbetekenis van hu·po·gramʹmos? Hoe past Petrus dit woord toe?
7 Nu Petrus een duidelijker begrip van Jezus’ denkwijze had gekregen, kon hij door de heilige geest geleid zijn medegelovigen raad geven over de wijze waarop zij in hun verschillende omstandigheden de zin van Christus aan de dag konden leggen (2 Timótheüs 3:16). Derhalve vermaant hij alle christenen om zich „als vreemdelingen en tijdelijke inwoners” te onthouden van vleselijke begeerten. Hij moedigt hen aan om, ondanks het lijden dat zij ter wille van de rechtvaardigheid ondergaan, in hun dagelijkse leven een voortreffelijk gedrag te bewaren. — 1 Petrus 2:11, 12.
8 Een paar regels verder richt Petrus onze geest op een goed doordachte aanschouwelijke voorstelling en zegt: „Indien gij echter wanneer gij het goede doet en lijdt, het verduurt, is dat iets wat aangenaam is bij God. Gij werdt trouwens tot deze loopbaan geroepen, want ook Christus heeft voor u geleden, u een model nalatend opdat gij nauwkeurig in zijn voetstappen zoudt treden” (1 Petrus 2:20, 21). Het met „model” of in vele andere vertalingen met „voorbeeld” weergegeven Griekse woord is hu·po·gramʹmos. De letterlijke betekenis van dit woord is „een [er]onder schrijven”, of „schrijfvoorbeeld, dat alle letters van het alfabet bevatte en dat aan beginnelingen werd gegeven als een hulpmiddel om te leren de letters te tekenen” (A Greek-English Lexicon of the New Testament, J. H. Thayer). Zo werden aan schooljongens soms met was bestreken tafeltjes gegeven waarop de leraar met een schrijfpriem in modelschrift letters had geschreven. De leerling moest het voorbeeld volgen en proberen een nauwkeurige kopie eronder te schrijven. Petrus brengt hier een krachtig punt onder de aandacht, want hij is de enige schrijver van de Griekse Geschriften die het woord hu·po·gramʹmos gebruikt. Aldus beklemtoont hij het feit dat Jezus voor zijn volgelingen een volmaakt voorbeeld ter navolging heeft achtergelaten.
9. Waarop duidt het Griekse woord dat met „gezindheid” is vertaald? (Vergelijk Matthéüs 20:28.)
9 Later laat Petrus zien hoe wij lering kunnen trekken uit de wijze waarop Christus lijden verdroeg. „Daar Christus dan in het vlees heeft geleden, zo wapent ook gij u met dezelfde gezindheid [Grieks: en·noiʹan]” (1 Petrus 4:1). Ook hier gebruikt hij een ongebruikelijk woord, namelijk en·noiʹa, dat slechts tweemaal in de Griekse Geschriften voorkomt. (Zie Hebreeën 4:12, The Kingdom Interlinear Translation.) Volgens J. H. Thayer betekent en·noiʹa „geestesgesteldheid, verstand, wil; wijze van denken en voelen”. Daarom moeten wij ons richten naar Christus’ wijze van denken en voelen. Maar hoe kunnen wij dat? In welke mate dienen wij dit te doen?
10. Wat bedoelt Petrus met de uitdrukking „wapent . . . u”?
10 Petrus maakt een uitzonderlijk gebruik van het Griekse werkwoord ho·pli·saʹsthe, dat ’zich wapenen als een soldaat’ betekent. Een soldaat die het niet zo nauw neemt met zijn bewapening zal het waarschijnlijk niet erg lang maken in de oorlog. Petrus’ woorden laten derhalve geen ruimte voor een lauwe navolging van Jezus’ denkwijze. Wij moeten Christus’ „gezindheid” of „denkwijze” van ganser harte willen bezitten (1 Petrus 4:1, Today’s English Version). Dit doet ons denken aan de wijze waarop Paulus beklemtoonde dat een christen zich met „de volledige wapenrusting van God” moet bewapenen ten einde pal te kunnen staan tegen Satan en zijn wereld. — Efeziërs 6:11-18.
Wat Christus’ gezindheid betekent voor gehuwde vrouwen
11. Welke raad geeft Petrus aan christelijke echtgenotes?
11 Halverwege zijn brief richt Petrus zijn aandacht op gehuwde vrouwen en mannen. In die oude heidense wereld, waar vrouwen werkelijk zeer weinig rechten hadden, was het voor een christelijke vrouw met een ongelovige echtgenoot uitermate moeilijk haar rechtschapenheid te bewaren. Omdat zij de goden van haar voorouders de rug had toegekeerd, stond zij bloot aan smaad, lijden en een mogelijke echtscheiding. In de huidige tijd is de situatie niet veel anders. Maar Petrus beklemtoont wederom hoe belangrijk het is de gezindheid van Christus te bezitten en bereid te zijn ter wille van de rechtvaardigheid lijden te ondergaan. Hij zegt: „Evenzo [naar het voorbeeld van Christus, dat in de voorgaande verzen vermeld wordt] gij vrouwen, weest aan uw eigen man onderworpen, opdat, indien sommigen niet gehoorzaam zijn aan het woord, zij zonder woord gewonnen mogen worden door het gedrag van hun vrouw, omdat zij ooggetuigen zijn geweest van uw eerbare gedrag te zamen met diepe achting.” — 1 Petrus 3:1, 2.
12. (a) Hoe is de onderdanige, zachtaardige geest van een echtgenote een weerspiegeling van Jezus’ voorbeeld? (1 Korinthiërs 11:3) (b) Hoe wordt haar zachtaardige geest door God, en mogelijk ook door haar man, bezien?
12 Ja, een ongelovige huwelijkspartner kan soms gewonnen worden, niet per se door een strategie van volhardende prediking, maar door de „diepe achting” en het „getrouwe en gewetensvolle” voorbeeld van de onderdanige vrouw (1 Petrus 3:2, The Jerusalem Bible). Haar „stille en zachtaardige geest, die van grote waarde is in de ogen van God”, kan er ook toe bijdragen dat haar echtgenoot ziet wat voor resultaten het heeft wanneer men in het dagelijkse leven de zin van Christus tentoonspreidt (1 Petrus 3:4). Waarom weerspiegelt die zachtaardige geest de instelling van Jezus? Omdat Jezus zelf zei: „Neemt mijn juk op u en leert van mij, want ik ben zachtaardig en ootmoedig van hart, en gij zult verkwikking vinden voor uw ziel.” — Matthéüs 11:29.
Wat Christus’ gezindheid betekent voor gehuwde mannen
13. Hoe moeten mannen hun vrouw bejegenen? (Efeziërs 5:28, 29, 33)
13 Ook echtgenoten moeten in de wijze waarop zij ware liefde voor hun vrouw aan de dag leggen, de gezindheid van Christus weerspiegelen. Wederom vermaant Petrus: „Gij mannen, blijft insgelijks bij haar wonen overeenkomstig kennis, door haar eer toe te kennen als aan een zwakker vat, het vrouwelijke” (1 Petrus 3:7). Voor die heidense wereld uit de oudheid was dit een verrassende raad — eer toekennen aan een vrouw! Maar de christelijke gemeente moest anders zijn dan de wereld. Een christelijk huwelijk moest door waardigheid en wederzijds respect gekenmerkt worden. — 1 Petrus 4:3, 4.
14. Hoe kan een man zijn vrouw eer betonen en rekening met haar houden?
14 Christus hield altijd rekening met zijn discipelen en met de scharen die hem volgden (Markus 6:30-44). Dit komt goed overeen met Petrus’ raad aan echtgenoten om de vrouwelijke aard van hun huwelijkspartner in aanmerking te nemen. Een Spaanse vertaling drukt het als volgt uit: „Met betrekking tot mannen: geef in het leven dat u met uw vrouw deelt, van tact blijk en houd rekening met haar, want zij is gevoeliger van aard” (Nueva Biblia Española). Indien een echtgenoot Christus’ voorbeeld navolgt, zal hij de vrouwelijke gevoeligheden van zijn echtgenote in aanmerking nemen. Dit moet hij ook doen tijdens haar moeilijke dagen, wanneer zij meer vriendelijkheid, geduld en consideratie nodig heeft. Stellig zal een liefdevolle echtgenoot bij zulke gelegenheden zelfbeheersing oefenen en niet veeleisend zijn. Ware liefde is zelfopofferend. — Vergelijk Leviticus 15:24; 20:18; 1 Korinthiërs 7:3-6.
15. Wat voor voorbeeld gaf Jezus in kwesties waarbij zijn gezag als hoofd betrokken was?
15 Het is waar dat de ’man het hoofd is van zijn vrouw’. Maar wie dient hem tot model voor het uitoefenen van dat gezag als hoofd? Paulus maakt dit duidelijk door eraan toe te voegen: „Evenals ook de Christus het hoofd van de gemeente is” (Efeziërs 5:23). Deze nadere omschrijving laat geen ruimte voor despotisme en kleingeestige tirannie in de christelijke huwelijksverhouding. Christus maakte in zijn omgang met de discipelen nooit misbruik van zijn macht (zijn gezag als hoofd) maar gebruikte zijn macht veeleer in overeenstemming met bijbelse beginselen. — Vergelijk Matthéüs 16:13-17, 20; Lukas 9:18-21.
Christus’ model voor mannen
16. (a) Waarom was Petrus zich sterk bewust van de noodzaak om nederig te zijn? (b) Wie in het bijzonder moeten deze hoedanigheid tentoonspreiden?
16 In zijn bediening legde Jezus voortdurend de nadruk op de eigenschap nederigheid. In de illustratie die hij vertelde over degenen die voor een bruiloftsfeest waren uitgenodigd, zei hij: „Want een ieder die zich verhoogt, zal vernederd worden, en wie zich vernedert, zal verhoogd worden” (Lukas 14:11). Petrus was zich sterk bewust van Jezus’ gezindheid in dit opzicht. Kon hij immers niet terugdenken aan het voorbeeld dat Jezus had gegeven toen hij de voeten van de discipelen waste? (Johannes 13:4-17) Daarom vermaant hij in zijn eerste brief de oudere mannen en de jongere mannen een nederige geestesgesteldheid tentoon te spreiden. De oudere mannen ’moesten niet heersen over de gemeente, maar voorbeelden voor de kudde worden’. De jongere mannen moesten onderworpen zijn aan de oudere mannen. Maar vervolgens zei hij dat zij allen zich, of zij nu jong of oud waren, ’met ootmoedigheid des geestes jegens elkaar moesten omgorden, want God weerstaat de hoogmoedigen, maar geeft onverdiende goedheid aan de nederigen’. — 1 Petrus 5:1-5.
17. Hoe legt het Griekse werkwoord voor „omgordt u” de nadruk op nederige dienst?
17 Ook hier weer maakt Petrus een uniek gebruik van een bepaald woord om zijn punt over nederigheid duidelijk te maken. Hij zegt: „Omgordt u [Grieks: eg·kom·bo·saʹsthe] . . . met ootmoedigheid des geestes.” Dit werkwoord is afgeleid van een wortel die vastknopen of vastbinden betekent, en de betekenis ervan houdt verband met „de witte slavendoek of -voorschoot, die werd vastgemaakt aan de gordel van het gewaad . . . en slaven van vrijen onderscheidde; derhalve, . . . omgordt u met nederigheid als uw dienstkleed . . . d.w.z. toon uw onderworpenheid aan elkaar door nederigheid aan te doen”. — A Greek-English Lexicon of the New Testament, J. H. Thayer.
18. (a) Wat dienen opgedragen mannen in gedachten te hebben met betrekking tot hun beweegreden? (b) In welk speciale opzicht zijn vele zusters een voorbeeld in nederigheid?
18 Hoe kunnen opgedragen mannen die raad in deze tijd toepassen? Door te erkennen dat elke positie van verantwoordelijkheid binnen de christelijke gemeente op een toewijzing voor nederig dienstbetoon neerkomt. Sommigen denken misschien ten onrechte dat iemand die dienaar in de bediening of gemeente-ouderling, of kring- of districts- of Bethelopziener wordt, daarmee een positie van prestige en macht verwerft. In dat geval bezitten zij niet de zin van Christus over de aangelegenheid. De gezindheid van Christus laat geen ruimte voor zelfzuchtige ambitie. Onze beweegreden om God en onze broeders te dienen, moet zuiver zijn. Velen van onze christelijke zusters bijvoorbeeld staan aan de spits van de pioniers- en zendingsdienst. Andere zusters zijn ijverige verkondigers van het goede nieuws in weerwil van vervolging of tegenstand thuis. En dit alles zonder enige prikkel om ooit dienaar in de bediening of opziener te worden!
Liefde — de hoeksteen van Christus’ voorbeeld
19. Wat is de hoeksteen van Christus’ voorbeeld? Hoe weten wij dit?
19 Waar legt Petrus bovenal de nadruk op met betrekking tot de zin van Christus? Hij schrijft: „Hebt bovenal intense liefde voor elkaar, want liefde bedekt een menigte van zonden” (1 Petrus 4:8). Hoe weerspiegelde Jezus die liefde? Hij leerde: „Dit is mijn gebod, dat gij elkaar liefhebt net zoals ik u heb liefgehad. Niemand heeft grotere liefde dan deze, dat iemand afstand doet van zijn ziel ten behoeve van zijn vrienden” (Johannes 15:12, 13). Kort daarna offerde Jezus zijn leven ten behoeve van de mensheid. En zijn liefde heeft beslist een menigte van zonden bedekt! Derhalve zullen ook wij, indien wij werkelijk de gezindheid hebben die Jezus had, van „intense liefde voor elkaar” blijk geven en vergevensgezind zijn. — Kolossenzen 3:12-14; Spreuken 10:12.
20. Wat moeten wij allen doen indien wij Christus’ model nauwkeurig willen navolgen?
20 Christus’ voorbeeld wordt in één woord samengevat — liefde. Indien wij bij alles wat wij denken, zeggen en doen werkelijk Jezus’ model nauwkeurig navolgen, zullen wij ook liefde betrachten. Zoals Petrus zei: „Ten slotte, weest allen gelijkgezind, betoont medegevoel, hebt broederlijke genegenheid, teder mededogen, zijt nederig van geest, vergeldt geen kwaad met kwaad noch beschimping met beschimping, maar, integendeel, schenkt een zegen, want tot deze loopbaan werdt gij geroepen, opdat gij een zegen zoudt beërven.” — 1 Petrus 3:8, 9.
Kunt u zich dit herinneren?
◻ Hoe dienen wij het model te volgen dat Christus ons heeft nagelaten?
◻ Hoe dient een christelijke echtgenote Christus’ voorbeeld te volgen?
◻ Hoe dienen christelijke echtgenoten hun vrouw te eren?
◻ Hoe beklemtoonde Petrus nederigheid?
◻ Wat is de hoeksteen van Jezus’ voorbeeld?
[Illustratie op blz. 18]
De leraar schreef een modeltekst op de bovenste regels; de leerling probeerde een volmaakte kopie (hu·po·gramʹmos) te maken