-
We kunnen elke beproeving doorstaan!De Wachttoren 2005 | 15 juni
-
-
’Gods onverdiende goedheid op velerlei wijzen tot uitdrukking gebracht’
De apostel Petrus merkt op dat christenen ’door velerlei beproevingen worden bedroefd’ (1 Petrus 1:6). Later schreef hij in zijn geïnspireerde brief dat ’Gods onverdiende goedheid op velerlei wijzen tot uitdrukking wordt gebracht’ (1 Petrus 4:10). In de uitdrukking „op velerlei wijzen” wordt een vorm van hetzelfde oorspronkelijke Griekse woord gebruikt. Een bijbelgeleerde zei over deze uitdrukking: „Dit is een geweldige gedachte. . . . Dat er over Gods genade [of onverdiende goedheid] wordt gesproken als poikilos, betekent dat er geen ’kleur’ in de menselijke situatie is waarvoor Gods genade geen passend tegenwicht kan vormen.” Hij merkt verder op: „Er is geen denkbare omstandigheid, crisis, noodsituatie of dringende behoefte waar Gods genade geen raad mee weet en die door Gods genade niet overwonnen kan worden. Er is niets in het leven waartegen Gods genade niet opgewassen is. Dit betekenisvolle woord poikilos herinnert ons duidelijk aan het bontgekleurde karakter van Gods genade, zodat zijn genade inderdaad in alle opzichten toereikend is.”
Goedheid als tegenwicht voor beproevingen
Volgens Petrus wordt Gods onverdiende goedheid onder andere tot uitdrukking gebracht via de verschillende personen waaruit de christelijke gemeente bestaat (1 Petrus 4:11). Elke dienstknecht van God heeft geestelijke gaven, of bekwaamheden, om een bron van aanmoediging te kunnen zijn voor degenen die beproevingen meemaken (Romeinen 12:6-8). Sommige leden van de gemeente zijn bijvoorbeeld uitstekende bijbelonderwijzers. Hun woorden van inzicht inspireren anderen en motiveren hen om te volharden (Nehemia 8:1-4, 8, 12). Andere brengen geregeld herderlijke bezoeken bij personen die behoefte aan steun hebben. Zulke bezoekjes zijn gelegenheden voor aanmoediging, een ’vertroosting van het hart’ (Kolossenzen 2:2). Als opzieners zulke geloofversterkende bezoeken brengen, delen ze hun geestelijke gave met anderen (Johannes 21:16). Weer anderen in de gemeente staan erom bekend dat ze op een hartelijke, meelevende en gevoelige manier omgaan met geloofsgenoten die neerslachtig zijn door beproevingen (Handelingen 4:36; Romeinen 12:10; Kolossenzen 3:10). De empathie en actieve hulp van zulke liefdevolle broeders en zusters is een belangrijke uiting, of ’kleur’, van Gods onverdiende goedheid. — Spreuken 12:25; 17:17.
-
-
We kunnen elke beproeving doorstaan!De Wachttoren 2005 | 15 juni
-
-
Dus ongeacht de ’kleur’, of aard, van onze beproeving, er zal altijd een ’kleur’, of uiting, van Gods onverdiende goedheid zijn die er een tegenwicht voor vormt (Jakobus 1:17). De passende steun die Jehovah op de juiste tijd aan zijn dienstknechten geeft — hoe uiteenlopend hun verleidingen of uitdagingen misschien ook zijn — is slechts één bewijs van „de rijkgevarieerde wijsheid van God” (Efeziërs 3:10). Bent u het daar niet mee eens?
-