Volg Jehovah’s geduld na
„Jehovah is niet traag ten aanzien van zijn belofte, . . . maar hij is geduldig.” — 2 PETRUS 3:9.
1. Welk unieke aanbod heeft Jehovah de mensheid gedaan?
JEHOVAH heeft ons iets aangeboden wat niemand anders kan geven. Het is iets wat enorm aantrekkelijk en kostbaar is, maar het kan niet gekocht of verdiend worden. Wat hij aanbiedt is de gave van eeuwig leven, voor de meesten van ons in een paradijs op aarde (Johannes 3:16). Wat een genot zal dat zijn! Alles wat ons zo veel verdriet heeft bezorgd — conflicten, geweld, armoede, misdaad, ziekte en zelfs de dood — zal tot het verleden behoren. De mensen zullen in volmaakte vrede en eenheid leven onder het liefdevolle bestuur van Gods koninkrijk. Wat zien we uit naar dat paradijs! — Jesaja 9:6, 7; Openbaring 21:4, 5.
2. Waarom heeft Jehovah Satans samenstel nog niet verwijderd?
2 Ook Jehovah ziet uit naar de tijd dat hij de aarde tot een paradijs zal maken, want hij is iemand die rechtvaardigheid en gerechtigheid liefheeft (Psalm 33:5). Het bedroeft hem een wereld te zien die onverschillig of afkerig tegenover zijn rechtvaardige beginselen staat, een wereld die zijn gezag verwerpt en zijn volk slecht behandelt. Toch zijn er goede redenen waarom hij Satans goddeloze samenstel nog niet verwijderd heeft, en daarbij gaat het om morele kwesties die betrekking hebben op zijn soevereiniteit. Bij het oplossen van die kwesties geeft Jehovah blijk van een bijzonder aantrekkelijke eigenschap, iets waar het tegenwoordig veel mensen aan ontbreekt: geduld.
3. (a) Wat betekent zowel het Griekse als het Hebreeuwse woord dat in de bijbel met „geduld” is vertaald? (b) Welke vragen zullen we nu beschouwen?
3 Er is een Grieks woord dat in de Nieuwe-Wereldvertaling drie keer met „geduld” is vertaald. Letterlijk betekent het „lengte van geest”, en het wordt dan ook vaak met „lankmoedigheid” vertaald en één keer met „oefenen van geduld”. Zowel het Griekse als het Hebreeuwse woord voor „geduld” draagt de gedachte in zich van verdraagzaam zijn, niet snel boos worden. Hoe trekken we voordeel van Jehovah’s geduld? Welke lessen zijn er te leren uit het geduld en de volharding van Jehovah en van zijn getrouwe aanbidders? Hoe weten we dat er grenzen zijn aan Jehovah’s geduld? Laten we eens zien.
Jehovah’s geduld
4. Wat schreef de apostel Petrus over Jehovah’s geduld?
4 Over Jehovah’s geduld schreef de apostel Petrus: „Laat dit ene feit echter niet aan uw aandacht ontgaan, geliefden, dat bij Jehovah één dag als duizend jaar is en duizend jaar als één dag. Jehovah is niet traag ten aanzien van zijn belofte, zoals sommigen traagheid beschouwen, maar hij is geduldig met u, omdat hij niet wenst dat er iemand vernietigd wordt, maar wenst dat allen tot berouw geraken” (2 Petrus 3:8, 9). Hier worden twee punten genoemd die ons kunnen helpen Jehovah’s geduld te begrijpen.
5. Hoe is Jehovah’s kijk op tijd van invloed op wat hij doet?
5 Het eerste punt is dat Jehovah een andere kijk op tijd heeft dan wij. Voor de eeuwige God is duizend jaar als één dag. Hij heeft geen tijdgebrek en kent geen tijdsdruk, maar toch is hij niet traag met ingrijpen. In zijn oneindige wijsheid weet Jehovah exact wat voor alle betrokkenen het beste tijdstip is om tot handelen over te gaan, en daar wacht hij geduldig op. Maar daaruit mogen we niet concluderen dat Jehovah ongevoelig is voor het lijden dat zijn aanbidders intussen ondergaan. Hij is een God van ’teder mededogen’, de personificatie van liefde (Lukas 1:78; 1 Johannes 4:8). Alle schade die mogelijk wordt aangericht door lijden tijdelijk te laten voortbestaan, kan hij volledig en permanent ongedaan maken. — Psalm 37:10.
6. Wat mogen we niet over God concluderen, en waarom niet?
6 Het is natuurlijk niet makkelijk om te wachten op iets waar je zo naar uitziet (Spreuken 13:12). Als mensen hun beloften niet snel nakomen, concluderen anderen dan ook misschien dat ze dat niet van plan zijn. Maar het zou onverstandig zijn dat van God te denken! Als we Gods geduld ten onrechte voor traagheid aanzien, kunnen we na verloop van tijd makkelijk ten prooi vallen aan twijfel en ontmoediging, en lopen we het risico geestelijk slaperig te worden. Erger nog, we zouden misleid kunnen worden door degenen voor wie Petrus eerder had gewaarschuwd: spotters, mensen zonder geloof. Zulke personen zeggen snerend: „Waar is nu de beloofde tegenwoordigheid van hem? Ach wat, van de dag af dat onze voorvaders zijn ontslapen, blijven alle dingen precies zo als sedert het begin der schepping.” — 2 Petrus 3:4.
7. Hoe houdt Jehovah’s geduld verband met zijn wens dat mensen tot berouw komen?
7 Een tweede punt dat we uit Petrus’ woorden kunnen leren, is dat Jehovah geduldig is omdat hij graag wil dat allen tot berouw komen. Degenen die hardnekkig weigeren het slechte pad te verlaten, zullen door Jehovah terechtgesteld worden. Maar God heeft geen behagen in de dood van goddelozen. Het schenkt hem juist vreugde als mensen tot berouw komen, het slechte pad verlaten en in leven blijven (Ezechiël 33:11). Daarom is hij geduldig en laat hij het goede nieuws op de hele aarde verkondigen zodat mensen alle kans krijgen om te blijven leven.
8. Hoe is Gods geduld zichtbaar in zijn bemoeienissen met het volk Israël?
8 Gods geduld is ook zichtbaar in zijn bemoeienissen met het oude Israël. Eeuwenlang heeft hij hun ongehoorzaamheid verdragen. Bij monde van zijn profeten smeekte hij hun telkens weer: „Keert van uw slechte wegen terug en onderhoudt mijn geboden, mijn inzettingen, overeenkomstig heel de wet die ik uw voorvaders heb geboden en die ik tot u heb gezonden door bemiddeling van mijn knechten, de profeten.” Met welk resultaat? Helaas ’luisterden zij niet’. — 2 Koningen 17:13, 14.
9. Hoe weerspiegelde Jezus het geduld van zijn Vader?
9 Ten slotte zond Jehovah zijn Zoon, die de joden onvermoeibaar bleef smeken met God verzoend te worden. Jezus weerspiegelde op volmaakte wijze het geduld van zijn Vader. In het volle besef dat hij spoedig ter dood gebracht zou worden, zei Jezus verdrietig: „Jeruzalem, Jeruzalem, dat de profeten doodt en de tot u uitgezondenen stenigt — hoe dikwijls heb ik uw kinderen willen vergaderen, zoals een hen haar kuikens onder haar vleugels vergadert! Maar gij hebt het niet gewild” (Mattheüs 23:37). Die ontroerende woorden horen niet bij een meedogenloze rechter die erop gebrand is iemand te straffen maar bij een liefdevolle vriend die geduld heeft met mensen. Net als zijn Vader in de hemel wilde Jezus dat de mensen tot berouw kwamen en niet veroordeeld zouden worden. Sommigen sloegen acht op Jezus’ waarschuwingen en ontkwamen aan het verschrikkelijke oordeel dat in het jaar 70 over Jeruzalem kwam. — Lukas 21:20-22.
10. Hoe hebben we voordeel getrokken van Gods geduld?
10 Is Gods geduld niet verbazingwekkend? Ondanks de grove ongehoorzaamheid van de mens heeft Jehovah elk van ons, samen met miljoenen anderen, de kans gegeven hem te leren kennen en de hoop op redding te krijgen. „Beschouwt bovendien het geduld van onze Heer als redding”, schreef Petrus aan medechristenen (2 Petrus 3:15). Zijn we niet dankbaar dat Jehovah’s geduld de weg tot redding voor ons heeft geopend? Bidden we niet of Jehovah geduldig met ons wil blijven terwijl we dagelijks dienst voor hem verrichten? — Mattheüs 6:12.
11. Waar zal begrip van Jehovah’s geduld ons toe aanzetten?
11 Begrip van de redenen waarom Jehovah geduldig is, maakt het makkelijker geduldig te wachten op de redding die hij zal brengen, zonder ooit te concluderen dat hij traag is in het vervullen van zijn beloften (Klaagliederen 3:26). We blijven bidden om de komst van Gods koninkrijk, in het vertrouwen dat God weet wanneer dat gebed het beste verhoord kan worden. Bovendien worden we ertoe bewogen Jehovah’s geduld na te volgen in de manier waarop we omgaan met onze broeders en zusters en met degenen tot wie we prediken. Ook wij wensen niet dat er mensen vernietigd worden maar zouden graag zien dat ze tot berouw komen en onze hoop op eeuwig leven gaan delen. — 1 Timotheüs 2:3, 4.
Het geduld van de profeten
12, 13. In welk opzicht wist de profeet Jesaja geduld te oefenen? (Jakobus 5:10)
12 Deze beschouwing van Jehovah’s geduld helpt ons die eigenschap te waarderen en aan te kweken. Voor onvolmaakte mensen is het niet makkelijk geduld aan te kweken, maar het kan wel. We kunnen leren van Gods dienstknechten uit het verleden. De discipel Jakobus schreef: „Broeders, neemt als een model van het lijden van kwaad en het oefenen van geduld de profeten, die in de naam van Jehovah hebben gesproken” (Jakobus 5:10). Het is vertroostend en aanmoedigend te weten dat anderen dezelfde moeilijkheden hebben weten te doorstaan.
13 De profeet Jesaja bijvoorbeeld had beslist geduld nodig bij het werk dat hem opgedragen was. Dat bleek uit Jehovah’s woorden: „Ga, en gij moet tot dit volk zeggen: ’Hoort steeds weer, maar begrijpt niet; en ziet steeds weer, maar krijgt geen kennis.’ Maak het hart van dit volk onontvankelijk, en maak zelfs hun oren ongevoelig, en strijk zelfs hun ogen dicht, opdat zij niet zien met hun ogen en met hun oren niet horen, en opdat hun eigen hart niet begrijpt en opdat zij niet werkelijk terugkeren en genezing voor zichzelf verkrijgen” (Jesaja 6:9, 10). Hoewel de mensen niet ontvankelijk waren, bleef Jesaja geduldig Jehovah’s waarschuwingsboodschappen bekendmaken — minstens 46 jaar lang! Zo zal geduld ook ons helpen te volharden in de prediking van het goede nieuws, zelfs als veel mensen niet willen luisteren.
14, 15. Wat hielp Jeremia om met tegenstand en ontmoediging om te gaan?
14 Het is natuurlijk wel zo dat de profeten bij het uitvoeren van hun opdracht niet alleen maar met apathie te kampen hadden: ze kregen vervolging te verduren. Jeremia werd in het blok gezet, opgesloten „in het huis van boeien” en in een regenput gegooid (Jeremia 20:2; 37:15; 38:6). Dat werd hem nota bene aangedaan door de mensen die hij wilde helpen. Toch raakte Jeremia niet verbitterd, en hij nam geen wraak. Geduldig verduurde hij dit alles tientallen jaren lang.
15 Jeremia liet zich door vervolging en spot niet het zwijgen opleggen, en hetzelfde geldt voor ons. We kunnen ons natuurlijk weleens ontmoedigd voelen. Dat had Jeremia ook. „Het woord van Jehovah werd mij tot een oorzaak van smaad en tot beschimping de gehele dag”, schreef hij. „En ik zei: ’Ik zal niet van hem gewagen, en ik zal niet meer in zijn naam spreken.’” Gebeurde dat ook? Hield Jeremia op met prediken? Hij vervolgde: „In mijn hart bleek het [woord van God] te zijn als een brandend vuur, opgesloten in mijn beenderen; en ik werd moe van het inhouden en was niet bij machte het te verdragen” (Jeremia 20:8, 9). Dus toen hij zich op de spot van de mensen concentreerde, verloor hij zijn vreugde. Maar toen hij erover nadacht hoe mooi en belangrijk de boodschap zelf was, kreeg hij zijn vreugde weer terug. Bovendien was Jehovah met Jeremia „als een verschrikkelijke machtige” en gaf hij hem de kracht om ijverig en vrijmoedig het woord van God te verkondigen. — Jeremia 20:11.
16. Hoe kunnen we onze vreugde bewaren in de prediking van het goede nieuws?
16 Putte de profeet Jeremia vreugde uit zijn werk? Absoluut! Hij zei tegen Jehovah: „Uw woorden werden gevonden en ik at ze vervolgens op; en uw woord wordt mij tot uitbundige vreugde en verheuging van mijn hart; want uw naam is over mij uitgeroepen, o Jehovah, God der legerscharen” (Jeremia 15:16). Jeremia vond het een eer de ware God te vertegenwoordigen en zijn woord te prediken. Ook wij kunnen ons in dat voorrecht verheugen. Bovendien verheugt het ons, net als de engelen in de hemel, dat wereldwijd zo veel mensen de Koninkrijksboodschap aanvaarden, tot berouw komen en de weg gaan bewandelen die tot eeuwig leven leidt. — Lukas 15:10.
„De volharding van Job”
17, 18. In welk opzicht volhardde Job, en hoe liep het af?
17 Na zijn opmerking over de profeten van vroeger schreef de discipel Jakobus: „Gij hebt van de volharding van Job gehoord en hebt gezien hoe Jehovah het heeft laten aflopen, dat Jehovah zeer teder in genegenheid en barmhartig is” (Jakobus 5:11). Het Griekse woord dat hier met „volharding” is vertaald, heeft ongeveer dezelfde betekenis als het woord dat Jakobus in het voorgaande vers gebruikte voor „geduld”. Een geleerde legde het verschil tussen de twee woorden als volgt uit: „Het eerste is geduld als mensen ons kwaaddoen, het tweede is het dapper verduren van dingen die ons kwellen.”
18 Job kampte met enorme problemen. Hij kwam financieel aan de grond te zitten, verloor zijn kinderen en kreeg een pijnlijke ziekte. Bovendien kreeg hij valse beschuldigingen te incasseren dat Jehovah hem strafte. Job leed niet in stilte; hij klaagde over zijn situatie en suggereerde zelfs dat hij rechtvaardiger was dan God (Job 35:2). Maar hij verloor nooit zijn geloof en zijn rechtschapenheid. In tegenstelling tot wat Satan had beweerd, vervloekte hij God niet (Job 1:11, 21). De afloop? Jehovah „zegende het einde van Job daarna meer dan zijn begin” (Job 42:12). Jehovah gaf Job zijn gezondheid terug, verdubbelde zijn rijkdom en zegende hem met een rijk, gelukkig leven samen met zijn vrouw en kinderen. Door zijn getrouwe volharding ging Job ook Jehovah vollediger begrijpen.
19. Wat leren we van Jobs geduldige volharding?
19 Wat leren we van Jobs geduldige volharding? We kunnen net als Job met ziekte of andere moeilijkheden te kampen hebben. Misschien begrijpen we niet helemaal waarom Jehovah een bepaalde beproeving toelaat. Toch zijn we van één ding zeker: als we getrouw blijven, worden we gezegend. Jehovah zal degenen die hem oprecht zoeken beslist belonen (Hebreeën 11:6). Jezus zei: „Wie tot het einde heeft volhard, die zal gered worden.” — Mattheüs 10:22; 24:13.
’Jehovah’s dag zal komen’
20. Waarom weten we zeker dat Jehovah’s dag zal komen?
20 Hoewel Jehovah geduldig is, is hij ook rechtvaardig en zal hij goddeloosheid niet eeuwig tolereren. Er zijn grenzen aan zijn geduld. Petrus schreef dat God „zich er niet van heeft weerhouden een wereld uit de oudheid te straffen”. Noach en zijn gezin werden in leven gehouden, maar die goddeloze wereld werd in de zondvloed door water overstroomd. Jehovah voltrok ook een oordeel aan Sodom en Gomorra, die in de as werden gelegd. Die oordelen zijn ’voor goddelozen een voorbeeld van komende dingen’. We kunnen er dus van overtuigd zijn dat ’Jehovah’s dag zal komen’. — 2 Petrus 2:5, 6; 3:10.
21. Hoe kunnen we geduld en volharding tonen, en welk onderwerp wordt in het volgende artikel besproken?
21 Laten we dus Jehovah’s geduld navolgen door anderen te helpen tot berouw te komen zodat ze gered kunnen worden. Laten we ook de profeten van vroeger navolgen door het goede nieuws geduldig bekend te maken, zelfs als we weinig respons op onze prediking krijgen. Bovendien kunnen we er zeker van zijn dat Jehovah ons rijk zal zegenen als we net als Job moeilijkheden verduren en rechtschapen blijven. We hebben alle reden om vreugde in onze prediking te hebben als we zien hoe rijkelijk Jehovah de inspanningen van zijn volk gezegend heeft om het goede nieuws over de hele aarde bekend te maken. Dat zullen we in het volgende artikel behandelen.
Overzichtsvragen
• Waarom toont Jehovah geduld?
• Wat leren we van het geduld van de profeten?
• In welk opzicht volhardde Job, en hoe liep het af?
• Hoe weten we dat er grenzen zijn aan Jehovah’s geduld?
[Illustratie op blz. 18]
Jezus weerspiegelde volmaakt het geduld van zijn Vader
[Illustraties op blz. 20]
Hoe beloonde Jehovah Jeremia’s geduld?
[Illustraties op blz. 21]
Hoe beloonde Jehovah Jobs volharding?