Ga voort te groeien in kennis
’Voeg bij uw geloof kennis.’ — 2 PETRUS 1:5.
1, 2. (a) Wat zou u kunnen leren door de hemel gade te slaan? (Romeinen 1:20) (b) Wat is in werkelijkheid de mate waarin de kennis waarover de mens beschikt, is toegenomen?
WAT zou u kunnen leren door op een onbewolkte, donkere nacht naar buiten te gaan en de heldere maan en de talloze sterren gade te slaan? U zou iets kunnen leren over Degene die dit alles geschapen heeft. — Psalm 19:1-6; 69:34.
2 Als u die kennis zou willen vergroten, zou u dan op het dak van uw huis klimmen en van daar uit kijken? Vermoedelijk niet. Albert Einstein gebruikte eens zo’n illustratie om duidelijk te maken dat wetenschappers eigenlijk niet zo heel ver gevorderd zijn in de kennis van het universum en beslist heel weinig in de kennis omtrent Degene die het geschapen heeft.a Dr. Lewis Thomas schreef: „De grootste afzonderlijke prestatie van de wetenschap in deze op wetenschappelijk gebied meest produktieve eeuw aller eeuwen is de ontdekking van onze verregaande onwetendheid; wij weten heel weinig over de natuur en wij begrijpen er nog minder van.”
3. In welk opzicht veroorzaakt een toename in kennis een toename in smart?
3 Ook al zou u alle resterende jaren van een normale levensduur besteden aan het zoeken naar dit soort kennis, dan zou u misschien alleen maar des te sterker gaan beseffen hoe kort het leven is en des te duidelijker zien dat ’s mensen gebruikmaking van kennis beperkt wordt door onvolmaaktheid en door de ’kromheid’ van deze wereld. Salomo liet dat uitkomen toen hij schreef: „In de overvloed van wijsheid is een overvloed van ergernis, zodat hij die kennis vermeerdert, smart vermeerdert” (Prediker 1:15, 18). Ja, het verwerven van kennis en wijsheid die geen verband houden met Gods voornemens, gaat gewoonlijk met smart en ergernis gepaard. — Prediker 1:13, 14; 12:12; 1 Timotheüs 6:20.
4. Welke kennis dienen wij te willen verwerven?
4 Beveelt de bijbel aan dat wij er geen belangstelling voor dienen te hebben onze kennis te vermeerderen? De apostel Petrus schreef: „Neen, maar gaat voort te groeien in de onverdiende goedheid en kennis van onze Heer en Redder Jezus Christus. Hem zij de heerlijkheid, zowel nu als tot de dag der eeuwigheid” (2 Petrus 3:18). Wij kunnen en moeten aanvaarden dat die aanmoediging op ons van toepassing is en ons ertoe aanspoort te groeien in kennis. Maar wat voor kennis? Hoe kunnen wij daarin groeien? En doen wij dat ook werkelijk?
5, 6. Hoe beklemtoonde Petrus dat wij kennis moeten verwerven?
5 Het groeien in nauwkeurige kennis van de Schepper van het universum en van Jezus was een hoofdgedachte in Petrus’ tweede brief. In zijn openingswoorden schreef hij: „Mogen onverdiende goedheid en vrede ten aanzien van u vermeerderd worden door een nauwkeurige kennis van God en van Jezus, onze Heer, aangezien zijn goddelijke kracht ons alle dingen die van belang zijn voor leven en godvruchtige toewijding, vrijelijk heeft gegeven door middel van de nauwkeurige kennis van degene die ons geroepen heeft door heerlijkheid en deugd” (2 Petrus 1:2, 3). Hij legt dus verband tussen het hebben van onverdiende goedheid en vrede en het verwerven van kennis omtrent God en zijn Zoon. Dat is redelijk, aangezien de Schepper, Jehovah, het brandpunt van werkelijke kennis is. Iemand die God vreest, kan dingen in het juiste licht zien en tot deugdelijke conclusies komen. — Spreuken 1:7.
6 Vervolgens spoorde Petrus aan: „[Voeg] bij uw geloof deugd . . ., bij uw deugd kennis, bij uw kennis zelfbeheersing, bij uw zelfbeheersing volharding, bij uw volharding godvruchtige toewijding, bij uw godvruchtige toewijding broederlijke genegenheid, bij uw broederlijke genegenheid liefde. Want indien deze dingen bij u bestaan en overvloedig zijn, zullen ze u beletten hetzij inactief of onvruchtbaar te zijn met betrekking tot de nauwkeurige kennis van onze Heer Jezus Christus” (2 Petrus 1:5-8).b In het volgende hoofdstuk lezen wij dat het verwerven van kennis mensen helpt de verontreinigingen van de wereld te ontvluchten (2 Petrus 2:20). Aldus maakte Petrus duidelijk dat zij die christenen worden, kennis nodig hebben, net als degenen die Jehovah reeds dienen. Behoort u tot een van die categorieën?
Leer, herhaal, gebruik
7. Hoe hebben velen nauwkeurige kennis van fundamentele bijbelse waarheden verworven?
7 Het kan zijn dat u met Jehovah’s Getuigen de bijbel bestudeert omdat u in hun boodschap de klank der waarheid herkent. Eens per week beschouwt u ongeveer een uur lang een bijbels onderwerp aan de hand van een hulpmiddel zoals U kunt voor eeuwig in een paradijs op aarde leven. Dat is voortreffelijk! Velen die zo’n studie met Jehovah’s Getuigen hebben gehad, hebben nauwkeurige kennis verworven. Wat kunt u echter doen om het rendement van uw studie te vergroten? Hier volgen enkele suggesties.c
8. Wat kan een leerling doen om meer te leren wanneer hij een studie voorbereidt?
8 Als u de studie gaat voorbereiden, bekijk de te behandelen stof dan eerst globaal. Dat betekent dat u een blik werpt op de titel van het betreffende hoofdstuk, de onderkopjes en eventuele afbeeldingen die zijn gebruikt om de stof te illustreren. Als u vervolgens een paragraaf of een gedeelte van de publikatie leest, zoek dan naar de sleutelgedachten en de ondersteunende schriftplaatsen, en onderstreep of markeer die. Probeer, om te zien of u zich de besproken waarheden eigen hebt gemaakt, de vragen bij de verschillende paragrafen te beantwoorden. Doe er daarbij moeite voor de antwoorden met uw eigen woorden te geven. Neem ten slotte de les nog eens door en probeer u de hoofdpunten en ondersteunende argumenten te herinneren.
9. Hoe zal het toepassen van suggesties in verband met studie een hulp zijn bij het leerproces?
9 Als u deze suggesties toepast, kunt u verwachten in kennis te groeien. Waarom is dat zo? Eén reden is dat u de stof zult benaderen met een intens verlangen om te leren, waardoor u als het ware de grond bewerkt. Door eerst een globaal overzicht van de stof te krijgen en vervolgens te zoeken naar de belangrijkste punten en de hoofdlijnen van de redenatie, zult u zien hoe de details verband houden met het thema of met de conclusie. Een herhalingsoverzicht zal u helpen te onthouden wat u hebt bestudeerd. En wat zal u verder nog tijdens uw bijbelstudie helpen?
10. (a) Waarom heeft het louter herhalen van feiten of nieuwe inlichtingen beperkte waarde? (b) Wat is er betrokken bij „herinnering na steeds grotere intervallen”? (c) Hoe hebben Israëlitische zonen wellicht van herhaling geprofiteerd?
10 Onderwijskundigen kennen de waarde van tijdige en doelgerichte herhaling. Dat is niet louter een napraten van woorden, wat u op school misschien geprobeerd hebt door een naam, feit of gedachte uit het hoofd te leren. Hebt u echter bemerkt dat u al gauw weer vergat wat u had opgezegd, dat het snel weer uit uw herinnering verdwenen was? Hoe komt dat? Een nieuw woord of feit alleen maar napraten, kan saai zijn, en de resultaten zijn van korte duur. Hoe kan daar verandering in worden gebracht? Uw verlangen om echt iets te leren zal helpen. Een andere sleutel is doelgerichte herhaling. Probeer enkele minuten nadat u een punt hebt geleerd, voordat het uit uw geheugen wegebt, datgene wat u geleerd hebt naar boven te halen. Dit heet „herinnering na steeds grotere intervallen”. Door uw geheugen op te frissen voordat de herinnering vervaagt, onthoudt u de stof langer. In Israël moesten vaders hun zonen Gods geboden inscherpen (Deuteronomium 6:6, 7). „Inscherpen” betekent onderwijzen door herhaling. Waarschijnlijk hebben veel van die vaders hun zonen de wetten eerst meegedeeld; later hebben zij de inlichtingen herhaald; en vervolgens stelden zij hun zonen vragen over het geleerde.
11. Wat kan tijdens een bijbelstudie gedaan worden om meer te leren?
11 Indien een Getuige u bijbelstudie geeft, kan hij of zij u helpen te leren door in de loop van de studie nu en dan progressieve samenvattingen te houden. Dat is niet kinderachtig. Het is een techniek waardoor het leervermogen verbetert, dus doe graag aan de periodieke overzichten mee. Neem dan aan het einde van de studie deel aan een slotoverzicht waarin u uit het hoofd antwoordt. U zou met uw eigen woorden de punten kunnen uitleggen zoals u die aan iemand anders zou onderwijzen (1 Petrus 3:15). Dit zal ertoe bijdragen het geleerde in uw lange-duurgeheugen op te slaan. — Vergelijk Psalm 119:1, 2, 125; 2 Petrus 3:1.
12. Wat kan een leerling zelf doen om zijn geheugen te verbeteren?
12 Iets anders waar u veel profijt van zult hebben, is dat u binnen een dag of twee datgene wat u hebt geleerd, aan een collega of een van uw buren vertelt, terwijl een jongere misschien zijn keus laat vallen op een medescholier. U zou het onderwerp kunnen noemen en dan zeggen dat u gewoon even wilt kijken of u de hoofdlijnen van de redenatie of de ondersteunende teksten uit de bijbel nog weet. Dat zou de belangstelling van de ander kunnen opwekken. En ook al is dat niet het geval, alleen al het na een dag of twee herhalen van de nieuwe inlichtingen is een proces waardoor ze in uw geheugen worden verankerd. Dan zult u het echt hebben geleerd en doet u waartoe 2 Petrus 3:18 aanspoort.
Actief leren
13, 14. Waarom dienen wij verder te willen gaan dan louter inlichtingen vergaren en onthouden?
13 Leren is meer dan louter feiten in u opnemen of inlichtingen kunnen onthouden. Religieuze mensen in Jezus’ dagen deden dat met hun in herhaling vervallende gebeden (Mattheüs 6:5-7). Maar welke uitwerking hadden die inlichtingen op hen? Brachten zij rechtvaardige vruchten voort? Nauwelijks (Mattheüs 7:15-17; Lukas 3:7, 8). Een deel van het probleem was dat de kennis niet in hun hart doordrong en hen daardoor niet ten goede kon beïnvloeden.
14 Volgens Petrus dient het met christenen, destijds en nu, anders te zijn. Hij spoort ons aan om bij ons geloof de kennis te voegen die ons zal helpen te beletten dat wij inactief of onvruchtbaar worden (2 Petrus 1:5, 8). Wil dit in ons geval zo blijken te zijn, dan moeten wij in die kennis willen groeien en moeten wij willen dat ze ons binnenste beïnvloedt, ons diepste wezen raakt. Dat gebeurt misschien niet altijd.
15. Welk probleem deed zich bij sommige Hebreeuwse christenen voor?
15 In Paulus’ tijd hadden de Hebreeuwse christenen in dit opzicht een probleem. Aangezien zij joden waren, hadden zij enige kennis van de Schrift. Zij waren bekend met Jehovah en enkele van zijn vereisten. Later voegden zij daar kennis omtrent de Messias aan toe, oefenden geloof en werden als christen gedoopt (Handelingen 2:22, 37-41; 8:26-36). In de loop van de maanden en jaren moeten zij christelijke vergaderingen hebben bezocht, waar zij een aandeel konden hebben aan het lezen van schriftplaatsen en het geven van commentaar. Toch groeiden sommigen niet in kennis. Paulus schreef: „Ofschoon gij eigenlijk leraren moest zijn met het oog op de tijd, hebt gij wederom iemand nodig die u van het begin af de elementaire dingen van de heilige uitspraken Gods leert; en gij zijt geworden als zij die melk, geen vast voedsel, nodig hebben” (Hebreeën 5:12). Hoe was dat nu mogelijk? Zou het ook ons kunnen overkomen?
16. Wat is permafrost, en welke invloed heeft dit fenomeen op planten?
16 Neem ter illustratie eens permafrost, de permanent bevroren bodemlaag in het Noordpoolgebied en elders waar de gemiddelde temperatuur onder het vriespunt ligt. De aarde, de rotsen en het grondwater bevriezen tot een massief geheel, soms tot een diepte van wel 900 meter. ’s Zomers kan het gebeuren dat de grond die aan de oppervlakte ligt (de actieve laag genoemd), ontdooit. Deze dunne laag ontdooide aarde is echter doorgaans modderig omdat het vocht niet kan weglopen in de onderliggende permafrost. Planten die in de dunne oppervlaktelaag groeien, zijn dikwijls klein of onvolgroeid; hun wortels kunnen niet in de permafrost doordringen. ’Wat heeft’, zo vraagt u zich misschien af, ’permafrost nu te maken met mijn al dan niet groeien in kennis van de bijbelse waarheid?’
17, 18. Hoe kunnen permafrost en zijn actieve oppervlaktelaag gebruikt worden om te illustreren wat bij sommige Hebreeuwse christenen aan de dag trad?
17 Permafrost vormt een treffende illustratie van de situatie waarin iemand verkeert wiens denkvermogen niet actief bezig is met het opnemen, onthouden en gebruiken van nauwkeurige kennis. (Vergelijk Mattheüs 13:5, 20, 21.) Zo iemand heeft vermoedelijk wel het verstandelijke vermogen om verschillende onderwerpen, met inbegrip van de bijbelse waarheid, te leren. Hij heeft „de elementaire dingen van de heilige uitspraken Gods” bestudeerd en is er misschien voor in aanmerking gekomen gedoopt te worden, net als die Hebreeuwse christenen. Maar het kan zijn dat hij niet ’tot rijpheid voortgaat’, tot dingen die verder gaan dan „de grondleer over de Christus”. — Hebreeën 5:12; 6:1.
18 Probeer u eens een beeld te vormen van enkele van die christenen op vergaderingen destijds. Zij waren aanwezig en wakker, maar hield hun geest zich met leren bezig? Groeiden zij actief en serieus in kennis? Misschien niet. Voor de onrijpen speelde alle betrokkenheid bij vergaderingen zich als het ware af in een dunne actieve laag, terwijl daaronder een bevroren diepte lag. De wortels van diepere en moeilijker te begrijpen waarheden konden niet doordringen in dit gebied van mentale permafrost. — Vergelijk Jesaja 40:24.
19. Op welke wijze zou een ervaren christen in deze tijd als die Hebreeuwse christenen kunnen worden?
19 Dit zou ook een christen in deze tijd kunnen overkomen. Hoewel hij op de vergaderingen aanwezig is, gebruikt hij die gelegenheden misschien niet om in kennis te groeien. En hoe staat het met zijn actieve deelname aan de vergaderingen? Voor een nieuweling of een jongere kan het al een hele inspanning zijn om aan te bieden een schriftplaats te lezen of commentaar te geven door letterlijk uit de paragraaf voor te lezen, en in zijn geval spreekt daaruit een voortreffelijke en prijzenswaardige oefening van zijn vermogens. Maar Paulus toonde aan dat anderen, gezien de tijd dat zij reeds christenen waren, verder dienden te gaan dan dat beginstadium van deelname als zij wilden blijven groeien in kennis. — Hebreeën 5:14.
20. Welk zelfonderzoek dient ieder van ons te doen?
20 Indien een ervaren christen nooit verder zou komen dan eenvoudig een bijbelvers voorlezen of een simpel commentaar rechtstreeks uit de paragraaf geven, zou zijn deelname waarschijnlijk uit de ’actieve oppervlaktelaag’ van zijn geest komen. De ene vergadering na de andere zou kunnen verstrijken terwijl, om onze permafrost-illustratie door te trekken, zijn geestelijk potentieel in een bevroren toestand blijft. Wij dienen ons af te vragen: ’Is dat met mij het geval? Heb ik toegelaten dat er een soort mentale permafrost bij mij is opgetreden? In hoeverre ben ik eigenlijk geestelijk wakker en geïnteresseerd in leren?’ Ook al zouden onze eerlijke antwoorden ons een onbehaaglijk gevoel geven, wij kunnen er nu mee beginnen stappen te doen om in kennis te groeien.
21. Welke eerder besproken stappen zou u kunnen toepassen bij de voorbereiding op of tijdens het bijwonen van de vergaderingen?
21 Individueel kunnen wij de suggesties uit paragraaf 8 toepassen. Ongeacht hoe lang wij reeds met de gemeente verbonden zijn, wij kunnen besluiten tot rijpheid en grotere kennis voort te gaan. Voor sommigen zal dat betekenen dat zij zich ijveriger op de vergaderingen moeten voorbereiden, misschien gewoonten van jaren geleden, die langzamerhand in het slop zijn geraakt, weer moeten opvatten. Probeer tijdens de voorbereiding vast te stellen wat de sleutelpunten zijn en begrip te krijgen van onbekende schriftplaatsen die worden gebruikt ter ondersteuning van een bepaalde redenatie. Zoek naar eventuele nieuwe gezichtspunten of aspecten in het studiemateriaal. Probeer zo ook tijdens de vergadering in gedachten, bij uzelf, de suggesties uit paragraaf 10 en 11 toe te passen. Span u in om geestelijk wakker te zijn, als het ware uw geest op temperatuur te houden. Dat zal een tegenwicht vormen tegen elke eventuele neiging om toe te laten dat er „permafrost” optreedt; deze bewuste poging zal ook een misschien eerder ontwikkelde „bevroren” toestand doen ontdooien. — Spreuken 8:12, 32-34.
Kennis, een hulpmiddel om vruchten voort te brengen
22. Hoe zullen wij er profijt van hebben als wij eraan werken onze kennis te vermeerderen?
22 Hoe zullen wij er individueel profijt van hebben als wij er moeite voor doen te groeien in de onverdiende goedheid en kennis van onze Heer en Redder Jezus Christus? Doordat wij bewust moeite doen om onze geestelijke vermogens wakker te houden, gereed om kennis op te nemen, zullen de zaden van nieuwe en moeilijker te begrijpen bijbelse waarheden diep wortel schieten, en ons begrip zal toenemen en duurzaam worden. Het zal vergelijkbaar zijn met wat Jezus in een andere illustratie over het hart zei (Lukas 8:5-12). De zaden die op voortreffelijke grond terechtkomen, kunnen krachtige wortels ontwikkelen ter ondersteuning van planten die vrucht dragen en hun opbrengst geven. — Mattheüs 13:8, 23.
23. Wat kunnen de resultaten zijn als wij 2 Petrus 3:18 ter harte nemen? (Kolossenzen 1:9-12)
23 Jezus’ illustratie had een ietwat andere strekking, maar de goede resultaten kwamen overeen met die welke Petrus beloofde: „Juist om deze reden moet gij, doordat gij als weerklank van uw zijde ernstig elke krachtsinspanning bijdraagt, bij uw geloof deugd voegen, bij uw deugd kennis . . . Want indien deze dingen bij u bestaan en overvloedig zijn, zullen ze u beletten hetzij inactief of onvruchtbaar te zijn met betrekking tot de nauwkeurige kennis van onze Heer Jezus Christus” (2 Petrus 1:5-8). Ja, doordat wij in kennis groeien, zullen wij worden geholpen vruchtbaar te zijn. Wij zullen bemerken dat het alleen maar plezieriger wordt om nog meer kennis op te nemen (Spreuken 2:2-5). Wat u leert, zal u gemakkelijker bijblijven en nuttig zijn wanneer u anderen onderwijst hoe zij discipelen moeten worden. Dus ook op deze wijze zult u vruchtbaarder zijn en God en zijn Zoon heerlijkheid schenken. Petrus besloot zijn tweede brief met de woorden: „Gaat voort te groeien in de onverdiende goedheid en kennis van onze Heer en Redder Jezus Christus. Hem zij de heerlijkheid, zowel nu als tot de dag der eeuwigheid.” — 2 Petrus 3:18.
[Voetnoten]
a „[Ze] is vergelijkbaar met de toename in kennis waartoe een man geraakt die omdat hij graag meer over de maan wil leren, op het dak van zijn huis klimt om dat hemellicht eens van dichterbij te bekijken.”
b Geloof en deugd, de eerste twee hoedanigheden uit deze passage, werden in onze uitgave van 15 juli 1993 besproken.
c Deze suggesties kunnen ook degenen die reeds geruime tijd een christen zijn, helpen meer uit hun persoonlijke studie en voorbereiding voor vergaderingen te halen.
Kunt u zich dit herinneren?
◻ Waarom dient uw belangstelling ernaar uit te gaan uw kennis te vermeerderen?
◻ Hoe kan een nieuwe bijbelstudent meer uit zijn studie halen?
◻ Welk door permafrost geïllustreerde gevaar wilt u vermijden?
◻ Waarom dient u vastbesloten te zijn verbetering te brengen in uw vermogen om kennis te vermeerderen?
[Illustratie op blz. 15]
Is mentale permafrost mijn probleem?