-
Bevrijding nabij voor mensen van godvruchtige toewijding!De Wachttoren 1990 | 15 april
-
-
2, 3. (a) Waarom is datgene wat in 2 Petrus 2:9 staat een geruststelling voor ons in deze tijd? (b) Op welke specifieke daden van bevrijding wijst de bijbel als een basis voor aanmoediging?
2 Wat er in onze tijd plaatsvindt, herinnert ons aan zekere andere hoogst betekenisvolle periodes in de menselijke geschiedenis. De apostel Petrus vestigt de aandacht op de daden van bevrijding die God bij die gelegenheden heeft verricht en verbindt daar dan deze geruststellende conclusie aan: „Jehovah [weet] mensen van godvruchtige toewijding uit beproeving te bevrijden” (2 Petrus 2:9). Merk op in welke context die verklaring staat, in 2 Petrus 2:4-10:
3 „Stellig, indien God zich er niet van heeft weerhouden de engelen die zondigden te straffen, maar hen, door hen in Tártarus te werpen, aan afgronden van dikke duisternis heeft overgeleverd om voor het oordeel bewaard te worden; en hij zich er niet van heeft weerhouden een wereld uit de oudheid te straffen, maar Noach, een prediker van rechtvaardigheid, met zeven anderen veilig heeft bewaard toen hij een geweldige vloed over een wereld van goddeloze mensen bracht; en hij de steden Sodom en Gomorra, door ze in de as te leggen, heeft veroordeeld, waardoor hij ze voor goddelozen tot een voorbeeld gesteld heeft van komende dingen; en hij de rechtvaardige Lot heeft bevrijd, die zwaar gekweld werd door het losbandig gedrag van de mensen die de wet trotseerden — want die rechtvaardige man heeft door wat hij zag en hoorde toen hij onder hen woonde, dag aan dag zijn rechtvaardige ziel gefolterd wegens hun wetteloze daden — dan weet Jehovah mensen van godvruchtige toewijding uit beproeving te bevrijden, maar onrechtvaardigen te bewaren voor de dag van het oordeel om afgesneden te worden, vooral echter hen die het vlees achternagaan met de begeerte het te verontreinigen en die op heerschappij neerzien.” Zoals dat schriftgedeelte laat zien, heeft wat er in Noachs dagen en in de tijd van Lot plaatsvond, grote betekenis voor ons.
-
-
Bevrijding nabij voor mensen van godvruchtige toewijding!De Wachttoren 1990 | 15 april
-
-
4. Waarom was in Noachs dagen de aarde in Gods ogen verdorven? (Psalm 11:5)
4 Het historische verslag in Genesis hoofdstuk 6 vertelt ons dat in Noachs tijd de aarde in de ogen van de ware God verdorven was geworden. Hoe kwam dit? Vanwege geweld. Dit was geen kwestie van incidentele geweldmisdrijven. Genesis 6:11 bericht dat ’de aarde met geweldpleging vervuld werd’.
5. (a) Welke houding van de mensen droeg bij tot het geweld in Noachs tijd? (b) Waarvoor had Henoch gewaarschuwd in verband met goddeloosheid?
5 Wat stak hierachter? Het zojuist geciteerde schriftgedeelte in 2 Petrus spreekt over goddeloze mensen. Ja, de menselijke aangelegenheden waren doortrokken van een geest van goddeloosheid. Dit hield niet slechts een algemeen negeren van de goddelijke wet in, maar was een opstandige houding tegen God zelf.a En wanneer mensen zich opstandig tegenover God opstellen, hoe kan er dan verwacht worden dat zij hun medemens met goedheid en vriendelijkheid zullen bejegenen? Al voordat Noach geboren was, trad deze goddeloosheid zo sterk op de voorgrond dat Jehovah Henoch had doen profeteren waar het op uit zou lopen (Judas 14, 15). Hun tarten van God zou stellig leiden tot de voltrekking van een goddelijk oordeel.
-
-
Bevrijding nabij voor mensen van godvruchtige toewijding!De Wachttoren 1990 | 15 april
-
-
a „Anomia is een minachten of trotseren van Gods wetten; asebeia [de substantiefsvorm van het woord dat is weergegeven met ’goddeloze mensen’] is een zelfde houding tegenover de Persoon van God.” — Vine’s Expository Dictionary of Old and New Testament Words, Deel 4, blz. 170.
-