-
De grote stad wordt verwoestDe Openbaring — Haar grootse climax is nabij!
-
-
23. Hoe beklemtoont de stem uit de hemel de dringende noodzaak om uit Babylon de Grote te vluchten?
23 Is het werkelijk zo dringend noodzakelijk uit Babylon de Grote te vluchten door zich te laten uitschrijven uit de religies der wereld en er volledig mee te breken? Ja, inderdaad, want wij moeten Gods zienswijze bezitten ten aanzien van dit eeuwenoude religieuze wangedrocht, Babylon de Grote. Hij wond er geen doekjes om toen hij haar de grote hoer noemde. Dus nu licht de stem uit de hemel Johannes nader in betreffende deze hoer: „Want haar zonden hebben zich helemaal tot aan de hemel opgehoopt, en God heeft zich haar ongerechtigheden te binnen gebracht. Vergeldt haar gelijk zijzelf vergolden heeft, en doet haar tweemaal zoveel, ja, tweemaal het aantal dingen die zij gedaan heeft; doet in de beker waarin zij een mengsel heeft gedaan, tweemaal zoveel van het mengsel voor haar. In de mate dat ze zichzelf verheerlijkt en in schaamteloze weelde geleefd heeft, geeft haar in die mate pijniging en rouw. Want in haar hart blijft ze zeggen: ’Ik zit als koningin, en ik ben geen weduwe, en ik zal nooit rouw zien.’ Daarom zullen op één dag haar plagen komen, dood en rouw en hongersnood, en ze zal geheel verbrand worden met vuur, want Jehovah God, die haar heeft geoordeeld, is sterk.” — Openbaring 18:5-8.
-
-
De grote stad wordt verwoestDe Openbaring — Haar grootse climax is nabij!
-
-
27. Welke parallellen zijn er tussen de oordelen over het oude Babylon en die over Babylon de Grote?
27 De val en uiteindelijke verwoesting van de oude stad Babylon was een straf voor haar zonden. „Want helemaal tot aan de hemel heeft haar oordeel gereikt” (Jeremia 51:9). Insgelijks hebben de zonden van Babylon de Grote „zich helemaal tot aan de hemel opgehoopt”, zodat ze onder de aandacht van Jehovah zelf gekomen zijn. Ze is schuldig aan onrecht, afgoderij, immoraliteit, onderdrukking, roof en moord. De val van de oude stad Babylon geschiedde ten dele uit wraak voor wat ze Jehovah’s tempel en zijn ware aanbidders had aangedaan (Jeremia 50:8, 14; 51:11, 35, 36). De val van Babylon de Grote en haar uiteindelijke vernietiging zijn eveneens uitingen van wraak voor wat ze ware aanbidders door de eeuwen heen heeft aangedaan. Ja, haar definitieve vernietiging vormt het begin van „de dag der wraak van de zijde van onze God”. — Jesaja 34:8-10; 61:2; Jeremia 50:28.
28. Welke maatstaf van gerechtigheid legt Jehovah aan met betrekking tot Babylon de Grote, en waarom?
28 Onder de Mozaïsche wet moest een Israëliet die iets van zijn volksgenoten had gestolen, ten minste het dubbele als vergoeding terugbetalen (Exodus 22:1, 4, 7, 9). Bij de komende vernietiging van Babylon de Grote zal Jehovah een vergelijkbare maatstaf van gerechtigheid aanleggen. Ze moet tweemaal zoveel ontvangen als ze heeft uitgedeeld. Er zal Babylon de Grote geen barmhartigheid worden betoond omdat ze haar slachtoffers geen barmhartigheid heeft betoond. Ze heeft geparasiteerd op de volken der aarde om zelf in „schaamteloze weelde” te kunnen leven. Nu zal ze lijden en rouw ondergaan. Het oude Babylon was van mening dat het in een absoluut veilige positie verkeerde, en snoefde: „Ik zal niet als weduwe zitten, en ik zal het verlies van kinderen niet kennen” (Jesaja 47:8, 9, 11). Ook Babylon de Grote voelt zich veilig. Maar haar door Jehovah, die ’sterk is’, verordende vernietiging zal snel plaatsvinden, als het ware „op één dag”!
-