De Oordeelsdag — Een tijd van hoop!
ALS de gedachte aan een oordeelsdag u angst aanjaagt, waarom onderzoekt u dan niet wat de bijbel erover zegt? Is het bijvoorbeeld waar dat wanneer God zijn oordeel aan zondaars voltrekt, zij in een vurige hel geworpen worden?
Welnu, het eerste opgetekende geval van goddelijk oordeel vond helemaal aan het begin van de menselijke geschiedenis plaats. Adam en Eva hadden de mogelijkheid eeuwig op een paradijsaarde te leven (Genesis 1:26-28; 2:7-9, 15-25). Zij zondigden echter en haalden zich Gods ongunstige oordeel op de hals. Het gevolg? God ontnam hun de gave van het leven. Met andere woorden, zij stierven. God zei tegen hen: „In het zweet van uw aangezicht zult gij brood eten, totdat gij tot de aardbodem terugkeert, want daaruit werdt gij genomen. Want stof zijt gij en tot stof zult gij terugkeren.” — Genesis 3:16-19.
Dit was een streng oordeel, maar het was rechtvaardig. En er was beslist geen sprake van een hellevuur. Toen Adam en Eva stierven, keerden zij terug tot stof. Zij hielden op te bestaan. De bijbel suggereert nergens dat een deel van Adam of van enig ander mens de dood heeft overleefd om ergens tot in alle eeuwigheid gepijnigd te worden. Wij lezen veeleer: „De levenden zijn zich ervan bewust dat zij zullen sterven; maar wat de doden betreft, zij zijn zich van helemaal niets bewust.” — Prediker 9:5.
Wist u dat de bijbel dit zegt? Wist u ook dat de bijbel nooit de uitdrukking „onsterfelijke ziel” gebruikt? In plaats daarvan wordt er gezegd: „De ziel die zondigt, die zal sterven” (Ezechiël 18:4, Nieuwe Vertaling van het Nederlands Bijbelgenootschap). Dit is volkomen in harmonie met het bijbelse beginsel: „Het loon, dat de zonde geeft, is de dood” (Romeinen 6:23, NBG). Deze regel betreft ons allen. Wij zijn allen nakomelingen van de zondige Adam, dus zondigen wij allen en ontvangen het loon van de zonde, de dood. De bijbel zegt hierover: „Gelijk door één mens de zonde de wereld is binnengekomen en door de zonde de dood, zo is ook de dood tot alle mensen doorgegaan, omdat allen gezondigd hebben” (Romeinen 5:12, NBG). De Oordeelsdag is een essentieel onderdeel van Gods regeling om ons uit deze situatie te bevrijden.
De basis voor de Oordeelsdag
Volgens de bijbel legde God bijna 2000 jaar geleden de basis voor wat er op de Oordeelsdag zal gebeuren. Dat was toen Jezus naar de aarde kwam en ten behoeve van ons zijn volmaakte menselijke leven aanbood. Jezus zelf verklaarde: „God heeft de wereld zozeer liefgehad dat hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat een ieder die geloof oefent in hem, niet vernietigd zou worden, maar eeuwig leven zou hebben.” — Johannes 3:16.
Als wij geloof oefenen in Jezus, trekken wij nu al in geestelijk opzicht voordeel van zijn slachtoffer. God vergeeft ons onze zonden en schenkt ons de mogelijkheid tot hem te naderen (Johannes 14:6; 1 Johannes 2:1, 2). Maar wij zijn nog steeds onvolmaakt en zondig, en als zodanig worden wij nog steeds ziek en sterven wij uiteindelijk. Wij hebben nog niet het eeuwige leven dat Jezus beloofd heeft. Dit zal een uitkomst van de Oordeelsdag zijn.
De Oordeelsdag
De apostel Johannes zag een visioen van de Oordeelsdag, en hij beschrijft deze als volgt: „Ik zag een groten witten troon en Hem, die daarop gezeten was, voor wiens aangezicht de aarde en de hemel vluchtten, en geen plaats werd voor hen gevonden. En ik zag de doden, de groten en de kleinen, staande voor den troon, en er werden boeken geopend. En nog een ander boek werd geopend, het boek des levens; en de doden werden geoordeeld op grond van hetgeen in de boeken geschreven stond, naar hun werken.” — Openbaring 20:11, 12, NBG.
Ja, volgens Johannes’ visioen zal God zelf de leiding hebben over de Oordeelsdag. Maar er is nog iemand bij betrokken. De apostel Paulus verklaarde: „[God heeft] een dag . . . bepaald, waarop Hij den aardbodem rechtvaardig zal oordelen door een man, dien Hij aangewezen heeft” (Handelingen 17:31, NBG). Wie was die man? Het was Jezus, die zelf zei: „De Vader oordeelt niemand, maar heeft het gehele oordeel aan den Zoon gegeven” (Johannes 5:22, NBG). Jezus zal dus op de Oordeelsdag Gods aangestelde Rechter zijn.
Dit is goed nieuws voor mensen. De Evangeliën onthullen dat Jezus een diep medegevoel heeft. Hij is niet hoogmoedig of veeleisend, maar „zachtaardig en ootmoedig van hart” (Mattheüs 11:29; 14:14; 20:34). Wij kunnen ons gelukkig prijzen dat wij ons in de handen van zo’n rechter bevinden.
Wanneer zal de Oordeelsdag plaatsvinden?
Maar wanneer vindt de Oordeelsdag plaats? De Openbaring vertelt ons dat het zal zijn als ’de hemel en de aarde zijn gevlucht’. Dit doet ons denken aan de woorden van de apostel Petrus: „De hemelen en de aarde van nu [zijn] voor het vuur opgespaard en ze worden bewaard voor de dag van het oordeel en van de vernietiging der goddeloze mensen” (2 Petrus 3:7). Zal de letterlijke aarde verbrand worden? Nee, de bijbel is hier duidelijk over. De letterlijke aarde zal nooit vernietigd worden. De aarde is „op haar grondslagen gevestigd, zodat zij nimmermeer wankelt” (Psalm 104:5, NBG). Uit de context van Petrus’ woorden blijkt dat het huidige goddeloze wereldsamenstel van dingen vernietigd zal worden. Goddeloze mensen, en niet de planeet Aarde, zullen vergaan. — Johannes 12:31; 14:30; 1 Johannes 5:19.
Deze goddeloze mensen zullen vernietigd worden in wat de bijbel de strijd van Armageddon noemt — die, zoals dit tijdschrift vaak heeft aangetoond, binnenkort zal plaatsvinden (Openbaring 16:14, 16). Daarna zal Satan zelf in de afgrond worden opgesloten en duizend jaar lang geen invloed op de mensheid kunnen uitoefenen, en deze duizend jaar is de feitelijke duur van de Oordeelsdag (Openbaring 19:17–20:3). Wat gebeurt er met de getrouwen wanneer de goddelozen in Armageddon omkomen? Zij blijven in leven en komen daardoor in de Oordeelsdag. Wij lezen: „De onberispelijken zijn het die [op de aarde] zullen overblijven. Wat de goddelozen betreft, zij zullen van de aarde zelf worden afgesneden.” — Spreuken 2:21, 22.
Ter ondersteuning hiervan spreekt de bijbel over „een grote schare, die niemand tellen kon, uit alle natiën en stammen en volken en talen,” die vóór Armageddon op het aardse toneel zou verschijnen. De leden ervan ’komen uit de grote verdrukking’; met andere woorden, zij overleven het einde van deze goddeloze wereld, evenals Noach het einde van de wereld in zijn tijd overleefde (Openbaring 7:9-17; 2 Petrus 2:5). Wist u dat deze internationale grote schare van actieve christenen nu reeds bestaat? De leden ervan hopen de grote verdrukking te overleven en eeuwig op aarde te leven. Hun bestaan is een stellig bewijs dat de Oordeelsdag nabij is.
Wie zullen er geoordeeld worden?
Deze grote schare zal op de Oordeelsdag geoordeeld worden. Maar zij zijn niet de enigen. Johannes’ verslag vervolgt: „De zee gaf de doden, die in haar waren, en de dood en het dodenrijk [„de hel”, Statenvertaling] gaven de doden, die in hen waren, en zij werden geoordeeld, een ieder naar zijn werken” (Openbaring 20:13, NBG). Dit is nog een bewijs dat mensen niet voor eeuwig lijden ondergaan in een hel. Als de hel, of het dodenrijk, de doden erin afstaat, hoe kan iemand daar dan tot in alle eeuwigheid zijn? De bijbelse hel is in feite het gemeenschappelijke graf van de mensheid, waar de doden, zonder zich van iets bewust te zijn, verblijven in afwachting van een opstanding. Op de Oordeelsdag zal de hel volledig van al zijn doden ontdaan worden. — Prediker 9:10.
Wie zullen er op de Oordeelsdag uit de doden opgewekt worden? De apostel Paulus zei „dat er een opstanding van rechtvaardigen en onrechtvaardigen zal zijn” (Handelingen 24:15, NBG). Getrouwe dienstknechten van God, de „rechtvaardigen”, zullen derhalve worden opgewekt, maar ook talloze anderen, de „onrechtvaardigen”. Blijkbaar zal de opstanding allen omvatten die gestorven zijn en zich nog in het graf bevinden — met uitzondering van degenen wier zonden zo ernstig waren dat God reeds geoordeeld heeft dat zij het leven volkomen onwaardig zijn. — Mattheüs 12:31.
Het oordeel
Wat gebeurt er echter op de Oordeelsdag met de grote schare overlevenden en degenen die zijn opgewekt? De bijbel zegt: „De doden werden geoordeeld op grond van hetgeen in de boeken geschreven stond, naar hun werken.” Dit is een tijd van nauwkeurig onderzoek. Allen die bereid zijn te handelen naar ’hetgeen in de boeken geschreven staat’ — klaarblijkelijk Gods vereisten voor de mensheid in die tijd — zullen in „het boek des levens” worden opgeschreven (Openbaring 20:12, NBG). Zij zullen op weg zijn om eeuwig leven te verkrijgen!
Dan zal Christus’ offerandelijke dood eindelijk fysieke voordelen teweegbrengen! Degenen die in die tijd in het boek des levens staan opgetekend, zullen niet meer aftakelen, ziek worden en sterven. In plaats daarvan zullen zij geleidelijk tot menselijke volmaaktheid worden hersteld en het eeuwige leven ontvangen dat degenen die geloof oefenen in Jezus, beloofd was. Wat een opmerkelijk vooruitzicht! Niettemin zullen sommigen klaarblijkelijk weigeren ’hetgeen in de boeken geschreven staat’ te gehoorzamen. Wat gebeurt er met hen? Zij krijgen geen eeuwig leven. Integendeel, de bijbel zegt: „Wanneer iemand niet bevonden werd geschreven te zijn in het boek des levens, werd hij geworpen in den poel des vuurs.” — Openbaring 20:15, NBG.
Is dit het hellevuur waarvan de christenheid spreekt? Nee, want in het voorgaande vers lezen wij: „De dood en het dodenrijk [„de hel”, SV] werden in den poel des vuurs geworpen. Dat is de tweede dood: de poel des vuurs” (Openbaring 20:14, NBG). Als de hel in de poel des vuurs wordt geworpen, kan de poel niet zelf het hellevuur zijn. Bovendien is de dood niet iets concreets dat opgepakt en ergens in geworpen kan worden. Dus moet de poel des vuurs symbolisch zijn. Een symbool waarvan? De bijbel zegt: „Dat is de tweede dood.” Als de dood en Hades in de poel des vuurs geworpen worden, „sterven” ze, houden ze op te bestaan. De opstandige mensen die uiteindelijk in de poel des vuurs belanden, sterven eveneens; ook zij houden op te bestaan. Dit is echter de tweede dood, zonder de hoop op een opstanding.
De Oordeelsdag — Een tijd van hoop
Wanneer wij aan de Oordeelsdag denken, hoeven wij dus geen angst of afkeer te voelen. De Oordeelsdag is een tijd van hoop, een tijd om voor de mensheid het eeuwige leven te herstellen dat Adam verbeurd heeft. Luister naar de zegeningen die deze dag zal brengen voor degenen die getrouw geoordeeld worden: „Zie! De tent van God is bij de mensen, en hij zal bij hen verblijven, en zij zullen zijn volken zijn. En God zelf zal bij hen zijn. En hij zal elke traan uit hun ogen wegwissen, en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geschreeuw, noch pijn zal er meer zijn. De vroegere dingen zijn voorbijgegaan.” — Openbaring 21:3, 4.
Tegen het einde van de duizendjarige Oordeelsdag zullen getrouwe mensen uit alle delen van de aarde uiteindelijk volmaakt zijn. Zij zullen in de volste zin van het woord ’tot leven zijn gekomen’, en de Oordeelsdag zal zijn doel gediend hebben (Openbaring 20:5). Dan, zo zegt de bijbel, zal Satan nog éénmaal tot de mensheid worden toegelaten (Openbaring 20:3, 7-10). Degenen die hem deze laatste maal weerstaan, zullen de volledige vervulling meemaken van de bijbelse belofte: „De rechtvaardigen, díe zullen de aarde bezitten, en zij zullen er eeuwig op verblijven.” — Psalm 37:29.
Wat een schitterende voorziening is de Oordeelsdag! En wat opmerkelijk dat wij ons er nu al op kunnen voorbereiden door de bijbel te bestuderen, Gods wil te leren kennen en ons leven naar deze goddelijke wil te richten! Geen wonder dat de psalmist bij de gedachte aan Gods oordeel zijn vreugde uitte met de woorden: „Laten de hemelen zich verheugen, en laat de aarde blij zijn. Laat de zee bulderen en dat wat haar vult. Laat het open veld uitbundige vreugde hebben en alles wat daarop is. Laten terzelfder tijd alle bomen van het woud losbreken in vreugdegeroep voor het aangezicht van Jehovah. Want hij is gekomen; want hij is gekomen om de aarde te oordelen.” — Psalm 96:11-13.