-
Wie gaan er naar de hemel?Vragen over de Bijbel
-
-
Hoeveel mensen gaan er naar de hemel?
Uit de Bijbel blijkt dat er 144.000 mensen naar de hemel gaan om met Jezus te regeren (Openbaring 7:4). In het visioen dat in Openbaring 14:1-3 staat, zag de apostel Johannes ‘het Lam op de berg Sion staan, en met hem honderd vierenveertig duizend’. In dit visioen is ‘het Lam’ een afbeelding van Jezus, nadat hij een opstanding heeft gekregen (Johannes 1:29; 1 Petrus 1:19). De ‘berg Sion’ is een afbeelding van de hoge positie die Jezus en de 144.000 personen in de hemel hebben gekregen (Psalm 2:6; Hebreeën 12:22).
‘De geroepenen en uitverkorenen’ die met Jezus in de hemel gaan regeren, worden een ‘kleine kudde’ genoemd (Openbaring 17:14; Lukas 12:32). Dat laat zien dat het om een relatief kleine groep gaat in vergelijking met het totale aantal ‘schapen’ van Jezus (Johannes 10:16).
-
-
Wie gaan er naar de hemel?Vragen over de Bijbel
-
-
Misvatting: Het getal 144.000 dat in Openbaring wordt genoemd, moet niet letterlijk genomen worden.
Feit: Hoewel er in Openbaring symbolische getallen staan, staan er ook getallen in die letterlijk genomen moeten worden. Er wordt bijvoorbeeld gesproken over ‘de twaalf namen van de twaalf apostelen van het Lam’ (Openbaring 21:14). Er zijn redenen om te concluderen dat ook het getal 144.000 letterlijk genomen moet worden.
Openbaring 7:4 zegt dat ‘het aantal van hen die verzegeld werden, honderd vierenveertig duizend’ was. In contrast daarmee wordt in de directe context van dit vers over een tweede groep gesproken die ook wordt gered: ‘een grote schare, die niemand tellen kon’ (Openbaring 7:9, 10). Als het getal 144.000 symbolisch bedoeld was, dan zou het contrast tussen de twee groepen onduidelijk zijn.a
Verder wordt over de 144.000 gezegd dat ze ‘uit het midden van de mensen werden gekocht als eerstelingen’ (Openbaring 14:4). De uitdrukking ‘eerstelingen’ duidt op een kleine selectie. Het is een toepasselijke beschrijving van degenen die in de hemel met Jezus gaan regeren. Ze zullen regeren over onderdanen op aarde, waarvan het aantal niet van tevoren vaststaat (Openbaring 5:10).
a Hoogleraar Robert Thomas schreef over het getal 144.000 in Openbaring 7:4: ‘Het is een vast aantal in tegenstelling tot het onbepaalde aantal in 7:9. Als het symbolisch wordt genomen, kan geen enkel getal in het boek letterlijk worden genomen.’ — Revelation 1-7: An Exegetical Commentary, blz. 474.
-