Hoofdstuk 21
Jehovah’s plagen over de christenheid
Visioen 5 — Openbaring 8:1–9:21
Onderwerp: Het laten weerklinken van zes van de zeven trompetten
Tijd waarin vervuld: Vanaf het op de troon plaatsen van Christus Jezus in 1914 tot aan de grote verdrukking
1. Wat gebeurt er wanneer het Lam het zevende zegel opent?
„DE VIER winden” zijn tegengehouden totdat de 144.000 leden van het geestelijke Israël verzegeld zijn en de grote schare voor overleving is goedgekeurd (Openbaring 7:1-4, 9). Maar voordat die hevige storm over de aarde losbarst, moeten ook Jehovah’s ongunstige oordelen met betrekking tot Satans wereld bekendgemaakt worden! Terwijl het Lam ertoe overgaat het zevende en laatste zegel te openen, zal Johannes beslist scherp hebben opgelet om te zien wat er ontvouwd zal worden. Nu laat hij ons in zijn ervaring delen: „En toen hij [het Lam] het zevende zegel opende, ontstond er een stilte in de hemel, ongeveer een half uur lang. En ik zag de zeven engelen die voor Gods aangezicht staan, en hun werden zeven trompetten gegeven.” — Openbaring 8:1, 2.
Een tijd voor vurig gebed
2. Wat vindt er plaats tijdens de symbolische stilte van een half uur in de hemel?
2 Dit is een veelbetekenende stilte! Een half uur kan iemand die wacht tot er iets gebeuren gaat, lang toeschijnen. Nu wordt zelfs het aanhoudende hemelse lofgezang niet meer gehoord (Openbaring 4:8). Waarom niet? Johannes ziet de reden hiervoor in een visioen: „En er kwam een andere engel, die een gouden reukvat had en bij het altaar ging staan; en hem werd een grote hoeveelheid reukwerk gegeven om het met de gebeden van alle heiligen te offeren op het gouden altaar dat voor de troon stond. En de rook van het reukwerk steeg uit de hand van de engel met de gebeden van de heiligen omhoog voor het aangezicht van God.” — Openbaring 8:3, 4.
3. (a) Waaraan doet het branden van reukwerk ons denken? (b) Wat is het doel van het halve uur stilte in de hemel?
3 Dit herinnert ons eraan dat onder het joodse samenstel van dingen elke dag reukwerk werd gebrand in de tabernakel en, in latere jaren, in de tempel te Jeruzalem (Exodus 30:1-8). Wanneer dit reukwerk werd gebrand, wachtten de niet-priesterlijke Israëlieten buiten het heilige terrein, terwijl zij — ongetwijfeld in stilte in hun hart — gebeden opzonden tot Degene tot wie de rook van het reukwerk opsteeg (Lukas 1:10). Johannes ziet nu iets soortgelijks in de hemel gebeuren. Het reukwerk dat door de engel wordt geofferd, houdt verband met „de gebeden van de heiligen”. In feite werd in een eerder visioen gezegd dat zulke gebeden als reukwerk zijn (Openbaring 5:8; Psalm 141:1, 2). Klaarblijkelijk is het doel van de symbolische stilte in de hemel dus dat de gebeden die door de heiligen op aarde worden opgezonden, gehoord worden.
4, 5. Welke historische ontwikkelingen helpen ons vast te stellen welke tijdsperiode met de symbolische stilte van een half uur overeenkomt?
4 Kunnen wij vaststellen wanneer dit is geweest? Ja, door de context in samenhang met de historische ontwikkelingen vroeg in de dag des Heren aan een onderzoek te onderwerpen (Openbaring 1:10). Gebeurtenissen die gedurende 1918 en 1919 op aarde plaatsvonden, kloppen opmerkelijk met het in Openbaring 8:1-4 beschreven scenario. In de veertig jaar voorafgaande aan 1914 hadden de Bijbelonderzoekers — zoals Jehovah’s Getuigen toen genoemd werden — onverschrokken aangekondigd dat de tijden der heidenen in dat jaar zouden eindigen. De benauwende gebeurtenissen van 1914 bewezen dat zij het bij het rechte eind hadden gehad (Lukas 21:24, Statenvertaling; Matthéüs 24:3, 7, 8). Doch velen van hen geloofden ook dat zij in 1914 van deze aarde weggenomen zouden worden om hun hemelse erfenis te verkrijgen. Dat gebeurde niet. In plaats daarvan maakten zij tijdens de Eerste Wereldoorlog een tijd van zware vervolging door. Op 31 oktober 1916 stierf Charles T. Russell, de eerste president van het Wachttorengenootschap. Vervolgens werden op 4 juli 1918 de nieuwe president, Joseph F. Rutherford, en zeven andere vertegenwoordigers van het Genootschap naar de strafgevangenis in Atlanta (Georgia, VS) overgebracht, ten onrechte veroordeeld tot vele jaren gevangenisstraf.
5 De oprechte christenen van de Johannesklasse waren verbijsterd. Wat wilde God dat zij nu zouden doen? Wanneer zouden zij in de hemel opgenomen worden? In The Watch Tower van 1 mei 1919 verscheen een artikel getiteld „De oogst is geëindigd — Wat zal er volgen?” Het artikel weerspiegelde deze toestand van onzekerheid en moedigde de getrouwen er vervolgens toe aan te blijven volharden: „Wij geloven dat er nu naar waarheid gezegd kan worden dat de oogst van de Koninkrijksklasse een voldongen feit is, dat al dezulken op juiste wijze verzegeld zijn en dat de deur gesloten is.” Gedurende deze moeilijke periode stegen de vurige gebeden van de Johannesklasse als het ware in de rook van een grote hoeveelheid reukwerk omhoog. En hun gebeden werden gehoord!
Vuur naar de aarde slingeren
6. Wat gebeurt er na de stilte in de hemel, en als reactie waarop?
6 Johannes vertelt ons: „Maar meteen nam de engel het reukvat, en hij vulde het met wat van het vuur van het altaar en slingerde het naar de aarde. En er kwamen donderslagen en stemmen en bliksemstralen en een aardbeving” (Openbaring 8:5). De stilte wordt gevolgd door plotselinge, ontzag inboezemende activiteiten! Dit alles geschiedt klaarblijkelijk als antwoord op de gebeden van de heiligen, aangezien die activiteiten op gang worden gebracht door vuur dat van het reukaltaar wordt genomen. Destijds in 1513 v.G.T., bij de berg Sinaï, werd door donderslagen en bliksemstralen, een luid geschal, vuur en een beven van de berg te kennen gegeven dat Jehovah zijn aandacht op zijn volk richtte (Exodus 19:16-20). De soortgelijke manifestaties waarover Johannes verslag uitbrengt, duiden er insgelijks op dat Jehovah aandacht schenkt aan zijn dienstknechten op aarde. Maar wat Johannes waarneemt, wordt in tekenen meegedeeld (Openbaring 1:1). Hoe moet datgene wat door vuur, donderslagen, stemmen, bliksemstralen en een aardbeving gesymboliseerd wordt, in deze tijd dus geïnterpreteerd worden?
7. (a) Welk symbolische vuur ontstak Jezus tijdens zijn bediening op aarde? (b) Hoe ontstaken Jezus’ geestelijke broeders een vuur in de christenheid?
7 Bij één gelegenheid zei Jezus tot zijn discipelen: „Ik ben gekomen om een vuur te ontsteken op de aarde” (Lukas 12:49). Hij heeft werkelijk een vuur ontstoken. Door zijn ijverige prediking hield Jezus het joodse volk Gods koninkrijk als de belangrijkste strijdvraag voor, en dit deed in die hele natie hete geschillen ontvlammen (Matthéüs 4:17, 25; 10:5-7, 17, 18). In 1919 ontstaken Jezus’ geestelijke broeders op aarde, de kleine groep gezalfde christenen die door de beproevingsvolle tijd van de Eerste Wereldoorlog heen was gekomen, een soortgelijk vuur in de christenheid. In september van dat jaar, toen Gods loyale Getuigen van heinde en ver in Cedar Point (Ohio, VS) waren bijeengekomen, manifesteerde Jehovah’s geest zich op een opmerkelijke wijze. Joseph F. Rutherford, die pas ontslagen was uit de gevangenis en kort daarna te horen kreeg dat alle beschuldigingen tegen hem waren ingetrokken, sprak dat congres met de volgende onverschrokken woorden toe: „In gehoorzaamheid aan het gebod van onze Meester, en in het besef van ons voorrecht en onze plicht om strijd te voeren tegen de bolwerken van dwaling waardoor de mensen zo lang in knechtschap zijn gehouden, was en is het onze roeping het komende glorierijke koninkrijk van de Messías aan te kondigen.” Dat is de belangrijkste strijdvraag — Gods koninkrijk!
8, 9. (a) Hoe beschreef J. F. Rutherford de houding en het verlangen van Gods volk gedurende de moeilijke oorlogsjaren? (b) Hoe werd er vuur naar de aarde geslingerd? (c) Hoe waren er donderslagen, stemmen, bliksemstralen en een aardbeving?
8 Terugverwijzend naar de recente moeilijke ervaringen van Gods volk zei de spreker: „Zo meedogenloos was de hevige aanval van de vijand dat velen van de dierbare kudde van de Heer geschokt waren en verbijsterd stilstonden, gebedsvol wachtend wat de Heer als zijn wil te kennen zou geven. . . . Maar ondanks de ontmoediging van het ogenblik was het vurige verlangen aanwezig om de boodschap van het Koninkrijk bekend te maken.” — Zie The Watch Tower van 15 september 1919, blz. 280.
9 In 1919 werd aan dat verlangen voldaan. Deze kleine maar actieve groep christenen werd geestelijk gesproken in vuur en vlam gezet om een wereldomvattende predikingsveldtocht te beginnen. (Vergelijk 1 Thessalonicenzen 5:19.) Er werd in die zin vuur naar de aarde geslingerd dat Gods koninkrijk tot de brandende strijdvraag werd gemaakt, en dat is het nog! In plaats van stilte waren er nu krachtige stemmen, die de Koninkrijksboodschap luid en klaar lieten horen. Als rollende donder weerklonken stormwaarschuwingen uit de bijbel. Gelijk bliksemflitsen schenen heldere waarheidsstralen uit Jehovah’s profetische Woord, en als door een machtige aardbeving werd het domein van de religie tot op zijn grondvesten geschud. De Johannesklasse zag dat er werk te doen was. En tot op deze dag blijft dat werk zich over de gehele bewoonde aarde op glorierijke wijze uitbreiden! — Romeinen 10:18.
Zich gereedmaken voor het blazen op de trompetten
10. Waarvoor maken de zeven engelen zich gereed, en waarom?
10 Johannes vervolgt: „En de zeven engelen met de zeven trompetten maakten zich gereed om erop te blazen” (Openbaring 8:6). Wat wordt door het blazen op die trompetten te kennen gegeven? In Israëls tijd werden belangrijke dagen of opmerkenswaardige gebeurtenissen met trompetgeschal aangekondigd (Leviticus 23:24; 2 Koningen 11:14). Zo zal ook het trompetgeschal dat Johannes zal horen, de aandacht vestigen op aangelegenheden die van levensbelang zijn.
11. Met welk voorbereidende werk op aarde hield de Johannesklasse zich van 1919 tot 1922 druk bezig?
11 Terwijl de engelen zich gereedmaakten om op die trompetten te blazen, kregen zij ongetwijfeld ook instructies voor een voorbereidend werk op aarde. Van 1919 tot 1922 was de tot nieuw leven gebrachte Johannesklasse er druk mee bezig de openbare bediening te reorganiseren en uitgeverijfaciliteiten op te bouwen. In 1919 had het tijdschrift Het Gouden Tijdperk, thans bekend als Ontwaakt!, het licht gezien als „Een tijdschrift van feiten, hoop en overtuiging” — een met een trompet te vergelijken instrument dat een sleutelrol zou spelen in het ontmaskeren van de politieke betrokkenheid van de valse religie.
12. Wat wordt door het blazen op elk van de trompetten aangekondigd, en waaraan in Mozes’ tijd doet dit ons denken?
12 Zoals wij nu zullen zien, kondigt het blazen op elk van de trompetten een dramatisch tafereel aan waarin vreselijke plagen delen van de aarde treffen. Enkele hiervan doen ons denken aan de plagen die Jehovah zond om de Egyptenaren in Mozes’ tijd te straffen (Exodus 7:19–12:32). Dit waren uitingen van Jehovah’s oordeel over die natie, en ze openden voor Gods volk de weg om aan slavernij te ontkomen. De plagen die door Johannes worden gezien, bewerkstelligen iets soortgelijks. Het zijn echter geen letterlijke plagen. Het zijn tekenen waardoor Jehovah’s rechtvaardige oordelen worden afgebeeld. — Openbaring 1:1.
Het „derde deel” identificeren
13. Wat gebeurt er bij het blazen op de eerste vier trompetten, en welke vraag wordt hierdoor opgeworpen?
13 Zoals wij zullen zien, worden er bij het blazen op de eerste vier trompetten plagen uitgestort over „een derde deel” van de aarde, van de zee, van de rivieren en waterbronnen, en van de lichtbronnen der aarde (Openbaring 8:7-12). Een derde deel is een tamelijk groot deel ergens van maar niet alles. (Vergelijk Jesaja 19:24; Ezechiël 5:2; Zacharia 13:8, 9.) Welk „derde deel” zou deze plagen derhalve het meest verdienen? Het grootste deel van de mensheid is door Satan en zijn zaad verblind en verdorven (Genesis 3:15; 2 Korinthiërs 4:4). De situatie is precies zoals David die beschreef: „Zij zijn allen afgeweken, zij zijn allen te zamen verdorven; er is niemand die het goede doet, zelfs niet één” (Psalm 14:3). Ja, de hele mensheid loopt gevaar een ongunstig oordeel te ontvangen. Maar één deel ervan is speciaal schuldig. Eén deel — „een derde deel” — had beter moeten weten! Wat is dat „derde deel”?
14. Wat is het symbolische derde deel dat de met plagen te vergelijken boodschappen van Jehovah ontvangt?
14 Het is de christenheid! In de jaren ’20 omvatte haar domein ongeveer een derde van de mensheid. Haar religie is de vrucht van de grote afval van het ware christendom — de afval die door Jezus en zijn discipelen was voorzegd (Matthéüs 13:24-30; Handelingen 20:29, 30; 2 Thessalonicenzen 2:3; 2 Petrus 2:1-3). De geestelijken der christenheid beweren dat zij zich in Gods tempel bevinden en hebben zich uitgegeven voor leraren van het christendom. Doch hun leerstellingen zijn ver bezijden de waarheid van de bijbel, en zij brengen Gods naam voortdurend in diskrediet. Treffend afgebeeld door het symbolische derde deel ontvangt de christenheid krachtige, met plagen te vergelijken boodschappen van Jehovah. Dat derde deel van de mensheid verdient geen enkele goddelijke gunst!
15. (a) Weerklinkt het blazen op elk van de trompetten alleen maar gedurende een bepaald jaar? Leg dit uit. (b) Wie heeft zich in de bekendmaking van Jehovah’s oordelen bij de Johannesklasse aangesloten?
15 In overeenstemming met het feit dat er achtereenvolgens op trompetten wordt geblazen, werden er op de zeven congressen die van 1922 tot 1928 gehouden werden, speciale resoluties voorgelegd. Maar het trompetgeschal heeft niet alleen in die jaren weerklonken. Terwijl de dag des Heren voortschrijdt, worden de goddeloze wegen der christenheid voortdurend, zonder ophouden, op krachtige wijze aan de kaak gesteld. Jehovah’s oordelen moeten in weerwil van internationale haat en vervolgingen wijd en zijd, aan alle natiën, worden aangekondigd. Pas daarna komt het einde van Satans samenstel (Markus 13:10, 13). Gelukkig heeft de grote schare nu haar stem bij die van de Johannesklasse gevoegd om deze voor de gehele wereld zo belangrijke bekendmakingen als donderslagen te laten weerklinken.
Een derde deel van de aarde verbrandde
16. Wat gebeurt er wanneer de eerste engel op zijn trompet blaast?
16 In zijn verslag over de activiteit van de engelen schrijft Johannes: „En de eerste blies op zijn trompet. En er kwam hagel en vuur, met bloed vermengd, en het werd naar de aarde geslingerd; en een derde deel van de aarde verbrandde, en een derde deel van de bomen verbrandde, en alle groene plantengroei verbrandde” (Openbaring 8:7). Dit vertoont overeenkomst met de zevende plaag over Egypte, maar wat is de betekenis ervan voor onze tijd? — Exodus 9:24.
17. (a) Waarop heeft het woord „aarde” in Openbaring 8:7 betrekking? (b) Hoe wordt het derde deel van de aarde, de christenheid, verbrand?
17 In de bijbel heeft het woord „aarde” dikwijls betrekking op de mensheid (Genesis 11:1; Psalm 96:1). Aangezien de tweede plaag wordt uitgestort over de zee, die ook met de mensheid verband houdt, moet „de aarde” betrekking hebben op de ogenschijnlijk stabiele mensenmaatschappij die door Satan is opgebouwd en die op het punt staat vernietigd te worden (2 Petrus 3:7; Openbaring 21:1). Het plagenscenario onthult dat het derde deel van de aarde, de christenheid, verschroeid wordt door de verzengende hitte van Jehovah’s misnoegen. Haar prominente leden — die als bomen in haar midden staan — verbranden door de bekendmaking van Jehovah’s veroordeling. Al haar honderden miljoenen kerkleden worden, indien zij de religie der christenheid blijven ondersteunen, gelijk verschroeide grashalmen, geestelijk verdord in Gods ogen. — Vergelijk Psalm 37:1, 2.a
18. Hoe werd Jehovah’s oordeelsboodschap op het in 1922 gehouden congres te Cedar Point bekendgemaakt?
18 Hoe wordt deze oordeelsboodschap overgebracht? Over het algemeen gesproken niet via de wereldse nieuwsmedia, die een deel van de wereld zijn en zich vaak smalend over Gods „slaaf” uitlaten (Matthéüs 24:45). Deze oordeelsboodschap werd op 10 september 1922 op een opmerkelijke wijze bekendgemaakt tijdens de tweede historische bijeenkomst van Gods volk te Cedar Point (Ohio). De bijeengekomenen namen unaniem en geestdriftig een resolutie aan getiteld „Een uitdaging aan de wereldleiders”. In niet mis te verstane bewoordingen werd de hedendaagse symbolische aarde van het volgende in kennis gesteld: „Wij doen derhalve een beroep op de natiën der aarde, hun regeerders en leiders, en op alle geestelijken van alle confessionele kerken der aarde, hun volgelingen en medestanders, de grote zakenwereld en invloedrijke politici, hun bewijzen aan te voeren ter rechtvaardiging van het door hen ingenomen standpunt dat zij vrede en voorspoed op aarde kunnen teweegbrengen en de mensen gelukkig kunnen maken; en aangezien zij wat dit betreft in gebreke blijven, doen wij een beroep op hen het oor te lenen aan het getuigenis dat wij als getuigen voor de Heer afleggen, en laten zij dan zeggen of ons getuigenis waar is of niet.”
19. Welk getuigenis betreffende Gods koninkrijk legde Gods volk tegenover de christenheid af?
19 Welk getuigenis legden deze christenen af? Het volgende: „Wij betuigen en verklaren dat het koninkrijk van de Messías het volledige geneesmiddel voor alle kwalen der mensheid is en vrede op aarde zal brengen en goede wil tot de mensen, iets waar alle natiën naar verlangen; dat degenen die zich bereidwillig onderwerpen aan zijn rechtvaardige regering die thans begonnen is, gezegend zullen worden met duurzame vrede, leven, vrijheid en eeuwigdurend geluk.” In deze verdorven tijden, nu regeringen van menselijke makelij, vooral die in de christenheid, volkomen in gebreke blijven de problemen van de wereld op te lossen, weerklinkt dat uitdagende trompetgeschal zelfs nog krachtiger dan in 1922. Hoe waar is het dat Gods koninkrijk in handen van zijn overwinnende Christus de ene en enige hoop voor de mensheid is!
20. (a) Door middel waarvan werden in 1922 en daarna door de gemeente van gezalfde christenen oordeelsboodschappen uitgebazuind? (b) Wat ondervond de christenheid als gevolg van het blazen op de eerste trompet?
20 Door middel van resoluties, traktaten, brochures, boeken, tijdschriften en lezingen werden deze en latere proclamaties via de gemeente van gezalfde christenen uitgebazuind. Het blazen op de eerste trompet had tot gevolg dat de christenheid als het ware werd gebeukt door het bevroren water van een neerkletterende hagel. Haar bloedschuld wegens haar aandeel in de oorlogen van de twintigste eeuw is openlijk aan de kaak gesteld, en ten aanzien van haar is aangetoond dat ze de vurige uiting van Jehovah’s gramschap verdient. De Johannesklasse, later ondersteund door de grote schare, is ermee voortgegaan het geschal van de eerste trompet te laten weerklinken en daarmee de aandacht te vestigen op de wijze waarop Jehovah de christenheid beziet — als geschikt voor de vernietiging. — Openbaring 7:9, 15.
Gelijk een brandende berg
21. Wat gebeurt er wanneer de tweede engel op zijn trompet blaast?
21 „En de tweede engel blies op zijn trompet. En iets wat geleek op een grote berg, brandend van vuur, werd in de zee geslingerd. En een derde deel van de zee werd bloed; en een derde deel van de schepselen in de zee, die een ziel hebben, stierf, en een derde deel van de boten verging” (Openbaring 8:8, 9). Wat wordt door dit vreesaanjagende tafereel afgebeeld?
22, 23. (a) Welke resolutie was ongetwijfeld het gevolg van het doen weerklinken van de tweede trompet? (b) Wat wordt door „een derde deel van de zee” afgebeeld?
22 Wij kunnen dit het beste begrijpen tegen de achtergrond van het congres dat door Jehovah’s volk van 18-26 augustus 1923 in Los Angeles (Californië, VS) werd gehouden. De lezing die op zaterdagmiddag door J. F. Rutherford werd uitgesproken, ging over het onderwerp „Schapen en bokken”. De „schapen” werden duidelijk geïdentificeerd als de rechtgeaarde personen die het aardse domein van Gods koninkrijk zouden beërven. Een resolutie die daarna werd voorgelegd, vestigde de aandacht op de huichelachtigheid van „afvallige geestelijken en ’de heerlijken hunner kudden,’ wereldse mensen die een krachtige financiële en politieke invloed bezitten”. In de resolutie werd een beroep gedaan op de „menigte der vredelievende en ordelievende mensen in de confessionele kerken . . . zich terug te trekken uit de onrechtvaardige kerkelijke stelsels die door de Heer als ’Babylon’ worden aangeduid” en zich gereed te maken om „de zegeningen van Gods koninkrijk te ontvangen”.
23 Ongetwijfeld was deze resolutie het gevolg van het doen weerklinken van de tweede trompet. Degenen die te zijner tijd gunstig op die boodschap zouden reageren, zouden zich afscheiden van degenen die door Jesaja met de volgende woorden werden beschreven: „Maar de goddelozen zijn als de opgezweepte zee, wanneer die niet tot rust kan komen, waarvan de wateren zeewier en slijk blijven opwerpen” (Jesaja 57:20; 17:12, 13). „De zee” is derhalve een goede afbeelding van de rusteloze, onbestendige en opstandige mensheid die onrust en revolutie opschuimt. (Vergelijk Openbaring 13:1.) De tijd zal komen dat die „zee” er niet meer zal zijn (Openbaring 21:1). Ondertussen spreekt Jehovah door het laten weerklinken van de tweede trompet zijn oordeel uit over een derde deel ervan — het onstuimige deel in het domein van de christenheid zelf.
24. Wat wordt afgebeeld door de brandende, met een berg te vergelijken aardmassa die in de zee geslingerd werd?
24 Een grote, met een berg te vergelijken aardmassa die van vuur brandt, wordt in deze „zee” geslingerd. In de bijbel symboliseren bergen heel vaak regeringen. Gods koninkrijk bijvoorbeeld wordt als een berg afgebeeld (Daniël 2:35, 44). Het verderf aanrichtende Babylon werd een „uitgebrande berg” (Jeremia 51:25). Maar de met een berg te vergelijken aardmassa die Johannes ziet, brandt nog steeds. Dat die in de zee werd geslingerd, beeldt goed af hoe de kwestie van heerschappij tijdens en na de Eerste Wereldoorlog een brandend geschilpunt onder de mensheid werd, vooral in de landen der christenheid. In Italië voerde Mussolini het fascisme in. Duitsland aanvaardde Hitlers nazisme, terwijl andere landen experimenteerden met andere vormen van socialisme. Een radicale verandering voltrok zich in Rusland, waar de bolsjewistische revolutie de eerste communistische staat voortbracht, met het gevolg dat religieuze leiders der christenheid macht en invloed verloren in wat vroeger een van hun bolwerken was.
25. Hoe bleef de kwestie van heerschappij ook na de Tweede Wereldoorlog een brandend geschilpunt?
25 De Tweede Wereldoorlog maakte een eind aan het experiment inzake het fascisme en het nazisme, maar de kwestie van heerschappij bleef een brandend geschilpunt en de mensenzee bleef nieuwe revolutionaire regeringen opschuimen en naar boven brengen. In de decennia na 1945 zijn dergelijke regeringen op veel plaatsen aan de macht gekomen, zoals in China, Vietnam, Cuba en Nicaragua. In Griekenland mislukte een experiment in militaire dictatuur. In Kampuchea (Kambodja) resulteerde een kortstondig experiment in fundamentalistisch communisme in een dodenaantal van naar verluidt meer dan twee miljoen mensen.
26. Hoe is de „berg, brandend van vuur,” golven in de mensenzee blijven veroorzaken?
26 Die „berg, brandend van vuur,” bleef golven in de mensenzee veroorzaken. Uit Afrika, Noord- en Zuid-Amerika, Azië en de eilanden in de Grote Oceaan kwamen berichten over twisten inzake de kwestie van heerschappij. Veel van deze twisten vonden plaats in zogenaamd christelijke landen of daar waar de zendelingen der christenheid activisten zijn geworden. Rooms-katholieke priesters sloten zich zelfs aan bij en vochten als leden van communistische guerrillabenden. Terzelfder tijd beijverden protestantse evangelische groepen in Midden-Amerika zich om een tegenwicht te vormen tegen wat zij de „boosaardige en niet-aflatende dorst naar macht” van de communisten noemden. Maar geen van deze beroeringen in de mensenzee heeft vrede en zekerheid tot stand gebracht. — Vergelijk Jesaja 25:10-12; 1 Thessalonicenzen 5:3.
27. (a) Hoe is „een derde deel van de zee” als bloed geworden? (b) Hoe is „een derde deel van de schepselen in de zee” gestorven en hoe zal het met „een derde deel van de boten” aflopen?
27 Het blazen op de tweede trompet onthult dat degenen van de mensheid die betrokken zijn geraakt bij revolutionaire conflicten inzake de kwestie van heerschappij, zich niet aan Gods koninkrijk hebben onderworpen doch in plaats daarvan bloedschuld op zich hebben geladen. Vooral het „derde deel van de zee”, de christenheid, is als bloed geworden. Alle levende schepselen daarin zijn in Gods ogen dood. Geen van de radicale organisaties die gelijk boten in dat derde deel van de zee drijven, kunnen eraan ontkomen uiteindelijk schipbreuk te lijden. Wat zijn wij blij dat miljoenen met schapen te vergelijken mensen thans acht hebben geslagen op de met trompetgeschal te vergelijken oproep om zich af te scheiden van degenen die nog steeds ronddobberen in het bekrompen nationalisme en de bloedschuld van die zee!
Een ster valt uit de hemel
28. Wat gebeurt er wanneer de derde engel op zijn trompet blaast?
28 „En de derde engel blies op zijn trompet. En een grote ster, brandend als een lamp, viel uit de hemel, en ze viel op een derde deel van de rivieren en op de waterbronnen. En de naam van de ster luidt Alsem. En een derde deel van de wateren veranderde in alsem, en velen van de mensen stierven van het water, omdat het bitter was gemaakt” (Openbaring 8:10, 11). Wederom helpen andere gedeelten van de bijbel ons te begrijpen hoe deze schriftplaats betrekking heeft op de dag des Heren.
29. Waarin gaat de symboliek van „een grote ster, brandend als een lamp”, in vervulling, en waarom?
29 Wij zijn de symboliek van een ster reeds tegengekomen in Jezus’ boodschappen aan de zeven gemeenten, waarin de zeven sterren een afbeelding zijn van de ouderlingen in de gemeenten (Openbaring 1:20).b Gezalfde „sterren”, te zamen met alle andere gezalfden, wonen vanaf de tijd dat zij als onderpand van hun hemelse erfenis met de heilige geest verzegeld zijn, in geestelijke zin in de hemelse gewesten (Efeziërs 2:6, 7). De apostel Paulus waarschuwde echter dat uit het midden van zulke met sterren te vergelijken personen afvalligen zouden komen, sektariërs, die de kudde zouden misleiden (Handelingen 20:29, 30). Een dergelijke ontrouw zou in een grote afval resulteren, en deze afvallige ouderlingen zouden ten slotte een samengestelde mens der wetteloosheid vormen, die zich tot de positie van een god onder de mensheid zou verheffen (2 Thessalonicenzen 2:3, 4). Paulus’ waarschuwingen gingen in vervulling toen de geestelijken der christenheid op het wereldtoneel verschenen. Deze groep wordt goed afgebeeld onder de symboliek van „een grote ster, brandend als een lamp”.
30. (a) Waarom werd de koning van Babylon toegesproken als iemand die uit de hemel gevallen was? (b) Waarop kan een val uit de hemel duiden?
30 Johannes ziet deze bepaalde ster uit de hemel vallen. Hoe moeten wij dit begrijpen? De ervaringen van een koning uit de oudheid helpen ons hierbij. Sprekend tot de koning van Babylon zei Jesaja: „O hoe zijt gij uit de hemel gevallen, gij schijnende, zoon des dageraads! Hoe zijt gij ter aarde neergehouwen, gij die de natiën machteloos placht te maken!” (Jesaja 14:12) Deze profetie werd vervuld toen Babylon door de legers van Cyrus omvergeworpen werd en de koning van Babylon een plotselinge val maakte doordat hij een smadelijke nederlaag leed en zijn wereldheerschappij verloor. Een val uit de hemel kan er dus op duiden dat iemand een hoge positie verliest en tot schande geraakt.
31. (a) Wanneer vielen de geestelijken der christenheid uit een „hemelse” positie? (b) Hoe zijn de wateren die door de geestelijken worden opgedist in „alsem” veranderd, en met welk gevolg voor velen?
31 Toen de geestelijken der christenheid van het ware christendom afvielen, maakten zij een val uit de verheven „hemelse” positie die door Paulus in Efeziërs 2:6, 7 beschreven wordt. In plaats van verfrissende waarheidswateren aan te bieden, disten zij „alsem” op, bittere leugens zoals hellevuur, vagevuur, de Drieëenheid en predestinatie; ook gingen zij de natiën voor in oorlogvoering, daar zij in gebreke bleven de onderdanen van deze natiën tot beginselvaste dienstknechten van God te maken. Het resultaat? Geestelijke vergiftiging van degenen die de leugens geloofden. Hun geval kwam overeen met dat van de ontrouwe Israëlieten uit Jeremia’s tijd, tot wie Jehovah zei: „Zie, ik doe hen alsem eten en ik wil hun gifwater te drinken geven. Want van de profeten van Jeruzalem is afvalligheid uitgegaan over het gehele land.” — Jeremia 9:15; 23:15.
32. Wanneer trad duidelijk aan het licht dat de christenheid uit de geestelijke hemelen gevallen was, en hoe werd dit duidelijk onderstreept?
32 Deze val uit de geestelijke hemelen trad duidelijk aan het licht in het jaar 1919, toen niet aan de geestelijken der christenheid, maar aan het kleine overblijfsel van gezalfde christenen het beheer van de Koninkrijksbelangen werd toevertrouwd (Matthéüs 24:45-47). En vanaf 1922 werd duidelijk onderstreept dat deze val een feit was, aangezien deze groep christenen toen hun veldtocht om het falen van de geestelijken der christenheid onbeschroomd te ontmaskeren, opnieuw ter hand nam.
33. Hoe werden de geestelijken der christenheid op het in 1924 te Columbus gehouden congres ontmaskerd?
33 Opzienbarend in dit verband was de proclamatie die werd gedaan op een bijeenkomst die in Het Gouden Tijdperk werd beschreven als „het grootste congres van Bijbelonderzoekers dat ooit is gehouden”. Dit congres kwam van 20-27 juli 1924 in Columbus (Ohio) bijeen. Ongetwijfeld onder leiding van de engel die op de derde trompet blies, werd daar een krachtige resolutie aangenomen en later werden 50 miljoen exemplaren ervan in traktaatvorm verspreid. De resolutie werd uitgegeven onder de titel Openlijke aanklacht tegen de geestelijkheid. Een onderkopje legde de strijdvraag voor: „Het zaad der belofte contra het zaad van de Slang”. De aanklacht zelf ontmaskerde de geestelijken der christenheid volledig met betrekking tot kwesties als de door hen aangenomen klinkende religieuze titels, de wijze waarop zij handelsmagnaten en beroepspolitici tot de heerlijken van hun kudde maakten, hun verlangen om voor het oog van de mensen te schijnen en hun weigering om de boodschap van het koninkrijk van de Messías tot de mensen te prediken. De resolutie beklemtoonde dat iedere toegewijde christen van God de opdracht heeft ontvangen zijn „dag der wraak” bekend te maken en „alle treurenden te troosten”. — Jesaja 61:2.
34, 35. (a) Wat is er sinds de derde engel op zijn trompet begon te blazen, met de macht en de invloed van de geestelijken gebeurd? (b) Wat houdt de toekomst voor de geestelijken der christenheid in?
34 Vanaf de tijd dat de derde engel op zijn trompet begon te blazen, is de positie van overwicht die de geestelijken onder de mensen innamen, geleidelijk verzwakt, zodat tegenwoordig zeer weinigen van hen nog over de welhaast goddelijke macht beschikken die zij in voorgaande eeuwen bezaten. Vanwege de prediking van Jehovah’s Getuigen zijn grote aantallen mensen gaan beseffen dat veel leerstellingen die door de geestelijken worden onderwezen, geestelijk vergif zijn — „alsem”. Voorts is het in Noord-Europa bijna gedaan met de invloed van de geestelijken, terwijl in enkele andere landen de regering hun invloed rigoureus beknot. In katholieke delen van Europa en in Noord- en Zuid-Amerika heeft het schandalige gedrag van de geestelijken in financiële, politieke en morele kwesties hun reputatie bezoedeld. Van nu af kan hun positie alleen maar slechter worden, aangezien zij spoedig hetzelfde lot zullen ondergaan als alle andere beoefenaars van valse religie. — Openbaring 18:21; 19:2.
35 Jehovah’s plagen over de christenheid zijn nog niet ten einde. Beschouw wat er gebeurt nadat er op de vierde trompet geblazen wordt.
Duisternis!
36. Wat gebeurt er nadat de vierde engel op zijn trompet blaast?
36 „En de vierde engel blies op zijn trompet. En een derde deel van de zon werd geslagen en een derde deel van de maan en een derde deel van de sterren, opdat een derde deel daarvan verduisterd zou worden en de dag voor een derde deel ervan niet verlicht zou worden, en zo ook de nacht” (Openbaring 8:12). De negende plaag over Egypte was een plaag van letterlijke duisternis (Exodus 10:21-29). Maar wat is deze symbolische duisternis die als een plaag over de mensen komt?
37. Hoe beschreven de apostelen Petrus en Paulus de geestelijke situatie waarin degenen verkeren die zich buiten de christelijke gemeente bevinden?
37 Petrus zei tot medegelovigen dat zij vóór hun bekering geestelijk gesproken in duisternis hadden verkeerd (1 Petrus 2:9). Ook Paulus gebruikte het woord „duisternis” om de geestelijke situatie te beschrijven waarin degenen verkeren die zich buiten de christelijke gemeente bevinden (Efeziërs 5:8; 6:12; Kolossenzen 1:13; 1 Thessalonicenzen 5:4, 5). Maar hoe staat het met degenen in de christenheid die beweren in God te geloven en die zeggen dat zij Jezus als hun Redder aanvaarden?
38. Wat wordt omtrent het „licht” der christenheid onthuld doordat de vierde engel op zijn trompet blaast?
38 Jezus zei dat ware christenen aan hun vruchten herkend zouden worden en dat velen die beweerden zijn volgelingen te zijn, „werkers der wetteloosheid” zouden zijn (Matthéüs 7:15-23). Niemand die kijkt naar de vruchten die door het derde deel van de wereld, de christenheid, worden voortgebracht, kan ontkennen dat ze in diepe geestelijke duisternis rondtast (2 Korinthiërs 4:4). Ze is het laakbaarst, want ze beweert christelijk te zijn. Het is derhalve alleen maar juist dat de vierde engel door het blazen op zijn trompet zou onthullen dat het „licht” der christenheid in werkelijkheid duisternis is en dat haar ’lichtbronnen’ Babylonisch — niet-christelijk — zijn. — Markus 13:22, 23; 2 Timótheüs 4:3, 4.
39. (a) Hoe werd in de resolutie die op het congres in 1925 werd aangenomen, het valse licht der christenheid beschreven? (b) Welke verdere ontmaskering kwam in 1955?
39 In overeenstemming met die hemelse proclamatie kwam op 29 augustus 1925 een recordaantal van Gods volk op een congres in Indianapolis (Indiana, VS) bijeen en nam een niet mis te verstane resolutie aan getiteld „Boodschap van hoop”, die vervolgens gepubliceerd zou worden. Wederom werden zo’n 50 miljoen exemplaren in een aantal talen verspreid. De resolutie gaf een beschrijving van het valse licht dat werd uitgestraald door de belangengemeenschap van commerciële profiteurs, politieke leiders en religieuze geestelijken, als gevolg waarvan ’de volken in duisternis zijn geraakt’. En de resolutie wees op Gods koninkrijk als de werkelijke hoop voor het ontvangen van „de zegeningen van vrede, voorspoed, gezondheid, leven, vrijheid en eeuwig geluk”. Het vergde moed van de kleine groep gezalfde christenen om zulke tegen de gigantische organisatie der christenheid gerichte boodschappen bekend te maken. Maar sinds het begin van de jaren ’20 tot aan deze tijd hebben zij dit consequent gedaan. Meer recent, in 1955, werd de klasse der geestelijken verder ontmaskerd door de wereldomvattende verspreiding in vele talen van een brochure getiteld Christenheid of Christendom — Welke is „het licht der wereld”? Thans is de huichelachtigheid van de christenheid zo duidelijk aan het licht getreden dat velen in de wereld dit zelf kunnen zien. Maar Jehovah’s volk is er onverminderd mee voortgegaan haar te ontmaskeren als een koninkrijk van duisternis.
Een vliegende arend
40. Als wat werd de christenheid door het blazen op de vier trompetten aan de kaak gesteld?
40 Het blazen op de eerste vier trompetten heeft er werkelijk toe geleid dat de troosteloze en doodaanbrengende toestand van de christenheid aan de kaak werd gesteld. Er werd onthuld dat haar deel van „de aarde” het verdiende door Jehovah geoordeeld te worden. Er werd aangetoond dat revolutionaire regeringen die in haar landen en elders ontstonden, een bedreiging vormden voor het geestelijke leven. De afvallige toestand van haar geestelijken werd blootgelegd en de algemene duisternis van haar geestelijke toestand werd openlijk tentoongesteld voor het oog van allen. De christenheid is werkelijk het laakbaarste deel van Satans samenstel van dingen.
41. Wat ziet en hoort Johannes tijdens een onderbreking die optreedt voordat de overige trompetten in de reeks hun geschal laten weerklinken?
41 Wat moet er nog meer onthuld worden? Alvorens wij het antwoord op deze vraag krijgen, is er een korte onderbreking voordat de overige trompetten in de reeks hun geschal laten weerklinken. Johannes beschrijft wat hij vervolgens ziet: „En ik zag, en ik hoorde een arend, die in het midden van de hemel vloog, met een luide stem zeggen: ’Wee, wee, wee degenen die op de aarde wonen vanwege het overige trompetgeschal van de drie engelen die op het punt staan op hun trompet te blazen!’” — Openbaring 8:13.
42. Waarop zou de vliegende arend kunnen duiden, en hoe luidt zijn boodschap?
42 Een arend vliegt hoog, zodat hij in een wijde omtrek te zien is. Hij heeft een bijzonder scherp gezichtsvermogen en kan ver voor zich uit kijken (Job 39:29). Een van de vier levende schepselen, of cherubs, rondom Gods troon werd als een vliegende arend afgebeeld (Openbaring 4:6, 7). Of het nu deze cherub is of een andere dienstknecht van God met een ver vooruitziende blik, hij roept luid een dynamische boodschap uit: „Wee, wee, wee”! Laten de aardbewoners goed opletten terwijl de overige drie trompetten weerklinken, die elk met een van deze weeën in verband staan.
[Voetnoten]
a In tegenstelling hiermee laat Openbaring 7:16 zien dat de grote schare niet de verschroeiende hitte van Jehovah’s misnoegen ondervindt.
b Hoewel de zeven sterren in Jezus’ rechterhand de gezalfde opzieners in de christelijke gemeente afbeelden, behoren de ouderlingen in de meeste van de circa 100.000 gemeenten die er thans wereldwijd zijn, tot de grote schare (Openbaring 1:16; 7:9). Wat is hun positie? Aangezien zij via de gezalfde getrouwe en beleidvolle slaafklasse door heilige geest worden aangesteld, kan er van hen worden gezegd dat zij zich onder Jezus’ rechterhand van toezicht bevinden, want zij zijn ook zijn onderherders (Jesaja 61:5, 6; Handelingen 20:28). Zij steunen de „zeven sterren” doordat zij op plaatsen dienen waar geen bekwame gezalfde broeders beschikbaar zijn.
[Tabel op blz. 139]
Wateren der christenheid als alsem ontmaskerd
Zienswijzen der christenheid Wat de bijbel werkelijk zegt
Gods persoonlijke naam is niet Jezus bad om de heiliging van
belangrijk: „Het gebruik van Gods naam. Petrus zei: „Al
welke eigennaam maar ook voor wie de naam van Jehovah
de ene ware God . . . is aanroept, zal worden gered”
volkomen ongepast voor het (Handelingen 2:21; Joël 2:32;
universele geloof van de Matthéüs 6:9; Exodus 6:3;
christelijke Kerk” (Voorwoord Openbaring 4:11; 15:3; 19:6).
Revised Standard Version).
God is een Drieëenheid: „De De bijbel zegt dat Jehovah
Vader is God, de Zoon is God groter dan Jezus is, nl.
en de Heilige Geest is God, Christus’ God en hoofd
en toch zijn er geen drie (Johannes 14:28; 20:17;
Goden maar één God” (The 1 Korinthiërs 11:3). De
Catholic Encyclopedia, 1912). heilige geest is Gods
werkzame kracht
De menselijke ziel is De mens is een ziel. Bij
onsterfelijk: „Wanneer de de dood houdt de ziel op met
mens sterft, worden zijn ziel denken of voelen en keert
en lichaam van elkaar terug tot stof
gescheiden. Zijn lichaam . . . (Genesis 2:7; 3:19;
vergaat . . . De menselijke Psalm 146:3, 4;
ziel sterft echter niet” (What Prediker 3:19, 20; 9:5, 10;
Happens After Death). Ezechiël 18:4, 20).
De goddelozen worden na de dood Het loon van de zonde is de
gestraft in de hel: „Volgens dood, niet een leven in
het traditionele christelijke pijniging (Romeinen 6:23).
geloof is de hel een plaats De doden rusten zonder
van eeuwige smart en pijn” (The bewustzijn in de hel
World Book Encyclopedia, 1987). (Hades, Sjeool), wachtend
op een opstanding
„De titel Middelares wordt op De enige middelaar tussen
Onze-Lieve-Vrouw toegepast” God en mensen is Jezus
(New Catholic Encyclopedia, (Johannes 14:6;
1967). 1 Timótheüs 2:5;
Kleine kinderen moeten gedoopt De doop is voor hen die tot
worden: „Vanaf het allereerste discipelen zijn gemaakt en
begin heeft de Kerk het aan wie geleerd is Jezus’
sacrament van het doopsel aan geboden te gehoorzamen.
kleine kinderen toegediend. Dit Alleen iemand die Gods
gebruik werd als geoorloofd Woord begrijpt en geloof
beschouwd en als absoluut oefent, kan gedoopt worden
noodzakelijk voor redding (Matthéüs 28:19, 20;
onderwezen” (New Catholic Lukas 3:21-23;
Encyclopedia, 1967). Handelingen 8:35, 36).
De meeste kerken zijn verdeeld Alle eerste-eeuwse
in twee klassen, nl. leken en christenen waren
geestelijken, die een bediening bedienaren en predikten
verrichten voor de leken. De het goede nieuws
geestelijken ontvangen (Handelingen 2:17, 18;
gewoonlijk een salaris in ruil Romeinen 10:10-13; 16:1).
voor hun bediening en zijn Een christen dient ’om
boven de leken verheven door niet te geven’, niet om
titels als „Eerwaarde”, „Vader” loon (Matthéüs 10:7, 8).
of „Zijne Eminentie”. Jezus verbood ten
strengste religieuze
titels te gebruiken
Beelden, iconen en kruisen Christenen moeten alle
worden bij de aanbidding afgoderij ontvlieden,
gebruikt: „De beelden . . . ook de zogenoemde
van Christus, van de Maagdelijke relatieve aanbidding
Moeder Gods en van de andere (Exodus 20:4, 5;
heiligen horen thuis . . . in 1 Korinthiërs 10:14;
kerken en dienen gepaste 1 Johannes 5:21). Zij
eerbied en eer te ontvangen” aanbidden God niet door
(Verklaring van het concilie aanschouwen, maar met
van Trente [1545-1563]). geest en waarheid
Kerklidmaten wordt geleerd Jezus predikte Gods
dat Gods voornemens via de koninkrijk, niet een
politiek verwezenlijkt zullen politiek stelsel, als
worden. Wijlen kardinaal ’s mensen hoop
Spellman zei: „Er is slechts (Matthéüs 4:23; 6:9, 10).
één weg naar vrede . . ., de Hij weigerde betrokken te
hoofdweg der democratie.” raken bij de politiek
Nieuwsberichten tonen dat (Johannes 6:14, 15).
religie betrokken is bij de Zijn koninkrijk was geen
politiek (zelfs bij opstanden) deel van deze wereld; zijn
en steun verleent aan de VN volgelingen mochten dit
als „de laatste hoop op dus ook niet zijn
eendracht en vrede”. (Johannes 18:36; 17:16).
Jakobus waarschuwde tegen
vriendschap met de wereld
(Jakobus 4:4).
[Illustratie op blz. 132]
Het openen van de zeven zegels leidt tot het doen weerklinken van zeven trompetten
[Illustratie op blz. 140]
„Een uitdaging aan de wereldleiders” (1922)
Mede via deze resolutie werd Jehovah’s tegen „de aarde” gerichte plaag bekendgemaakt
[Illustratie op blz. 140]
„Een waarschuwing aan alle christenen” (1923)
Door deze resolutie werd Jehovah’s veroordeling van „een derde deel van de zee” uitgebazuind
[Illustratie op blz. 141]
’Aanklacht tegen de geestelijkheid’ (1924)
Mede door de grote verspreiding van dit traktaat werden mensen ervan verwittigd dat de „ster” — de geestelijken der christenheid — gevallen was
[Illustratie op blz. 141]
„Boodschap van hoop” (1925)
Deze openhartige resolutie toonde aan dat de vermeende lichtbronnen der christenheid in feite bronnen van duisternis zijn