De bediening als carrière
HOE beschouwt u de christelijke bediening? Als een beroep hetwelk minder belangrijk is dan dat van een geschoold vakman? Als een carrière voor slechts een beperkt aantal personen? Zo ja, dan houdt u er een verkeerde opvatting op na. Hoe beschouwt u daarentegen de bediening indien u iemand bent die weet dat volgens Gods Woord allen die beweren volgelingen van Christus te zijn, de verantwoordelijkheid dragen aan de bediening deel te nemen? Als het belangrijkste in uw leven? Acht u uw wereldse beroep ondergeschikt aan de bediening? Blijft u er vorderingen in maken? Zo ja, dan hebt u de bediening tot een carrière gemaakt.
Een carrière is een weg van voortdurende vooruitgang of progressieve prestatie op een zeker terrein of in een bepaalde bezigheid. Indien er geen krachtsinspanningen worden gedaan voor vooruitgang in de bediening, kan ze nauwelijks een carrière worden genoemd. De apostel Paulus was tentenmaker van beroep en Lukas een dokter, maar zij maakten de uitoefening van dat werk niet tot hun carrière. Ofschoon zij zich van die taak moesten kwijten ten einde in hun levensonderhoud te voorzien, maakten zij deze ondergeschikt aan de bediening. Zij beschouwden hun wereldse werk als een middel dat hen in staat stelde het in hun ogen belangrijkste beroep, waarin zij tot steeds grotere prestaties trachtten te geraken, na te streven. De bediening was hun carrière, en niet het maken van tenten of de geneeskunde.
Ten einde de bediening uw carrière te laten zijn, moet u haar tot uw voornaamste beroep maken en van voortdurende vooruitgang in de bediening blijk geven. Indien u een aan God opgedragen christen bent, kunt u terugblikken naar de tijd dat u zich opdroeg en zien in welk opzicht u vorderingen hebt gemaakt. In het begin had u er moeite mee u op de gemeentelijke bijbelvergaderingen uit te drukken, maar naarmate u vooruitging, werd het geven van commentaar gemakkelijker. Hetzelfde kan over het houden van toespraakjes worden gezegd. Het ging u eerst moeilijk af om in de van-huis-tot-huis-prediking een toespraakje over Gods waarheden te houden, maar ook dit werd gemakkelijker naarmate u in kennis en ervaring vooruitging. Nabezoeken brengen, huisbijbelstudiën leiden en toespraakjes houden op de school der theocratische bediening werden werkelijkheden voor u, alhoewel dit u eerst onmogelijk toescheen. In het begin hebt u wellicht tegen al deze bedieningsactiviteiten als onoverkomelijke hindernissen opgezien, maar door geloof en naarstige krachtsinspanningen hebt u deze uit de weg kunnen ruimen.
U hebt vooruitgang in de bediening gemaakt, maar blijft u dit doen, ook nu de bediening gemakkelijker voor u is geworden en een vaste plaats in uw leven heeft gekregen? Heeft u toegestaan dat de bediening, nu ze niet nieuw meer voor u is, van de voornaamste plaats in uw leven verdrongen is? Bent u nu geneigd andere dingen de voorrang te geven? Indien u de bediening tot uw carrière maakt, zult u niet toelaten dat ze in belangrijkheid inboet omdat ze, nu u er al geruime tijd geregeld aan deelneemt, wellicht een routine is geworden. Geregelde activiteit dient de waarde en belangrijkheid ervan veeleer te vergroten dan dat het tegenovergestelde het geval is. Sla acht op Paulus’ raad aan Timótheüs: ’Ik herinner u er aan de gave Gods die in u is, aan te wakkeren’ (2 Tim. 1:6). Wakker derhalve de gave der bediening aan.
Indien u zich met hart en ziel op de christelijke bediening toelegt, zult u er van jaar tot jaar vorderingen in maken. U zult niet toelaten dat de bediening ondergeschikt wordt aan andere activiteiten. Doet u dit wel, dan zult u geneigd zijn de bediening als een bijkomstige zaak in uw leven te behandelen, zoals de mensen van de christenheid dit met hun religie doen. Blijf daarentegen uw belangstelling voor de bediening aanwakkeren. Laat ze uw carrière blijven door voortdurend meer in de bediening te presteren. Maak ze tot de belangrijkste activiteit in uw leven.
ALLEN KUNNEN DE BEDIENING TOT HUN CARRIÈRE MAKEN
De apostel Petrus liet zijn visserswerk in de steek ten einde al zijn tijd aan de bediening te besteden. Met het oog hierop zei hij tot Jezus: „Zie, wij hebben het onze prijsgegeven en zijn U gevolgd.” Jezus antwoordde: „Voorwaar, Ik zeg u, er is niemand, die huis of vrouw of broeder of ouders of kinderen heeft prijsgegeven om het Koninkrijk Gods, of hij zal vele malen meer ontvangen in dezen tijd en in de toekomende eeuw het eeuwige leven” (Luk. 18:28-30). Uit deze woorden en de handelwijze van Petrus kunt u opmaken welk een hoge waarde er aan de christelijke bediening toegekend moet worden. Ze is belangrijker dan familieleden en bezittingen.
Ofschoon de ene opgedragen dienstknecht van God thans wellicht in staat is om als pionier ergens ver van zijn woonplaats een aandeel aan de volle-tijd-predikingsdienst te hebben en aldus in letterlijke zin familieleden en huis verlaat, kan een andere opgedragen dienstknecht op een andere wijze doen wat Jezus zei. Hoe dan wel? Door de bediening tot zijn carrière te maken en vrouw, kinderen, familieleden en huis als ondergeschikt aan de bediening te beschouwen. In dit opzicht verlaat hij ze, ofschoon hij zich van zijn gezinsverantwoordelijkheden blijft kwijten. Dít bepleitte Paulus in 1 Korinthiërs 7:29, namelijk dat een man de bediening zelfs een belangrijkere plaats dan zijn vrouw moet toekennen: „Ten slotte, laten zij, die een vrouw hebben, zijn als zonder vrouw.” Hij bedoelde niet dat zij niet voor hun vrouw moesten zorgen en niet de juiste aandacht aan haar moesten schenken, maar dat hun vrouw wat de carrière van de bediening betrof, op de tweede plaats kwam.
Of iemand nu als een pionier het grootste gedeelte van zijn tijd aan de bediening besteedt of dat hij er slechts enige tijd aan kan spenderen en het overige deel gebruikt om zijn financiële verplichtingen na te komen, hij kan de bediening tot zijn carrière maken. Ongeacht de hoeveelheid tijd welke hij aan de prediking kan besteden, hij moet zich als een volle-tijd-bedienaar van het evangelie beschouwen. De bediening is zijn voornaamste beroep. Zijn wereldse werk is er ondergeschikt aan. Hetzelfde geldt voor een aan God opgedragen huisvrouw. Haar carrière is niet het huishoudelijke werk, maar de bediening.
Vele jonge mensen zien wanneer zij nog op school gaan, vooruit naar de tijd dat zij een carrière kunnen nastreven waarvoor zij zich door middel van hun schoolopleiding bekwamen. Vele anderen doorlopen de school zonder enige bepaalde carrière in gedachten te hebben. Met jonge personen die hun leven eraan hebben opgedragen om God te dienen, is het echter anders gesteld. Door hun opdracht hebben zij hun carrière reeds gekozen — namelijk de bediening. Zij zullen naar het einde van hun studietijd uitzien, wanneer zij die carrière in een vollediger opzicht kunnen nastreven en er misschien als pionier al hun tijd aan kunnen besteden. Wanneer zij hiervoor de leeftijd hebben, kunnen zij in letterlijk opzicht doen wat Jezus zei, namelijk ouders, broers en zusters alsmede hun huis ter wille van het Koninkrijk verlaten. Dit kunnen zij door hun bediening na te streven in een gebied waar grote behoefte bestaat dat de mensen Gods waarheden horen. Het kan een stap voorwaarts zijn in hun progressieve vooruitgang naar andere dienstgelegenheden.
GELEGENHEDEN VOOR VOORUITGANG
Er zijn in de theocratische organisatie van Gods volk zowel voor hen die zich nog maar kort in de organisatie bevinden als voor degenen die er reeds lang mee verbonden zijn, vele gelegenheden om hun dienstvoorrechten uit te breiden. De bediening in het veld op zich biedt allen reeds onbeperkte gelegenheden om vooruitgang en vorderingen te maken. Dan is er de vooruitgang die men kan maken door een volle-tijd-prediker of pionier te worden, of misschien als een speciale reizende bedienaar van het evangelie gemeenten en vergaderingen van Jehovah’s opgedragen volk te bedienen. Dit werk bestaande in het aanmoedigen en helpen van deze hedendaagse christenen kan worden vergeleken met hetgeen door enkele der opzieners in de christelijke gemeente van de eerste eeuw werd gedaan. Zij reisden van de ene gemeente naar de andere om hun christelijke broeders en zusters op te bouwen en de bediening te organiseren. Het verrichten van dienst als een reizende vertegenwoordiger van het besturende lichaam der christelijke organisatie is een groots voorrecht voor hen die hiervoor in aanmerking komen. Het is een grote stap in een progressieve prestatie in de bediening.
Op een Bethelhuis — van waaruit de bediening in een land wordt geleid — dienst verrichten, is nog een grote gelegenheid voor vooruitgang in de bediening; en nadat deze dienstpositie is bereikt, komt de vooruitgang in de bediening niet tot stilstand. Voor hen die op een Bethelhuis dienen, staan vele gelegenheden voor grotere verantwoordelijkheid en dienst open.
In de gemeenten kunt u een positie trachten te krijgen die met het houden van opzicht gepaard gaat en aldus in de bediening vooruitgaan. In de Schrift wordt u aangemoedigd naar zulke posities te streven: „Indien iemand een opzienersambt tracht te verkrijgen, verlangt hij naar een juist soort van werk” (1 Tim. 3:1, NW). Kunt u, indien u niet dermate wilt vooruitgaan dat u een positie in een gemeente verwerft waarmee verantwoordelijkheid gepaard gaat of u zulk een positie weigert wanneer ze u wordt aangeboden, zeggen dat u de bediening tot uw carrière hebt gemaakt? Verkiest u dan niet veeleer stil te staan in plaats van vorderingen te maken?
Wees aangemoedigd wanneer u wordt gevraagd of u iemand in de bediening wilt opleiden, want dit vormt er een aanduiding van dat u er zelf vorderingen in maakt. Beschouw de gelegenheid om daar te dienen waar de bediening hard nodig is — hetzij in uw eigen of in een ander land — als nog een progressieve stap. Er zijn vele gelegenheden van dienst in de theocratische organisatie die u in staat stellen in de bediening vooruit te gaan. Grijp iedere gelegenheid om meer in de bediening te presteren, met beide handen aan. Wees er niet tevreden mee stil te staan, maar toon de bereidheid van Jesaja: „Hier ben ik, zend mij.” — Jes. 6:8.
Stel uzelf bepaalde dingen ten doel, zodat uw bekwaamheid in het hanteren van Gods Woord en het prediken ervan voortdurend zal toenemen. Men zou zich de volgende doeleinden voor ogen kunnen stellen: betere toespraakjes houden, schriftuurlijke argumenten leren om tegen de waarheden van Gods Woord ingebrachte tegenwerpingen te ontzenuwen, leren hoe moeilijk te begrijpen schriftuurlijke leerstellingen te verklaren, schriftuurplaatsen uit het hoofd leren, doeltreffender zijn op nabezoeken, verbetering brengen in het leiden van bijbelstudiën, enzovoorts. Hebt u één doel bereikt, richt u dan op het volgende, zodat u steeds zult vooruitgaan en niet zult stilstaan.
Wees een progressieve dienstknecht van God en laat de bediening altijd uw voornaamste belangstelling hebben en uw voornaamste beroep zijn. Maak u niet al te veel zorgen over het verwerven van stoffelijke dingen, maar zoek „eerst Zijn Koninkrijk en Zijn gerechtigheid” (Matth. 6:33). Maak de bediening tot uw carrière.