Vragen van lezers
● Waarom nemen Jehovah’s getuigen het getal 144.000 in Openbaring 7 letterlijk en niet symbolisch, zoals zij met andere getallen uit de Openbaring doen? — G.S., V.S.
Niet alle getallen in het boek Openbaring moeten symbolisch worden opgevat. In het boek Light, deel I en II, werd uiteengezet dat het getal zeven in de zeven zegels en de zeven schalen letterlijk was (Openb. 5:1; 16:1). De tweeënveertig maanden en de 1260 dagen hadden een letterlijke vervulling, en zo zal het ook zijn met de duizend jaren van Jezus’ regering (Openb. 11:2; 12:6; 20:2, 3, 6, 7). Wat het getal 144.000 betreft, het is redelijk dit getal letterlijk te nemen omdat het als tegenstelling wordt gebruikt ten opzichte van de „grote schare” die niemand kon tellen (Openb. 7:9). In Openbaring 14:1, 3 lezen wij bovendien over Jezus Christus, staande op de berg Sion en met hem 144.000 anderen. Het is logisch dat het aantal van 144.000 even letterlijk is als de 1, waardoor het totaal van degenen die op de berg stonden 144.001 wordt. Ook nog dit, waarom zou zo’n groot en specifiek getal worden verschaft, wanneer hieraan geen inlichtingen ontleend zouden moeten worden?
Klaarblijkelijk zijn zij die er moeite mee hebben dit getal letterlijk te nemen, degenen die geloven dat de bestemming van allen die redding verkrijgen, de hemel is. Wanneer wij echter beseffen dat alleen het geestelijke zaad van Abraham — Christus en degenen die ’van Christus zijn’ — de hemelse beloning zullen ontvangen, terwijl het overgrote deel der mensheid als de leden van alle natiën die zich in Abrahams zaad zullen zegenen, eeuwig leven op deze aarde zal genieten, vormt het getal 144.000 geen probleem (Gen. 22:17, 18; Gal. 3:16, 29). Heeft Jezus verder ook niet gezegd dat het aantal van degenen die de hemelse beloning ontvangen klein zou zijn? „Wees niet bevreesd, gij klein kuddeke! Want het heeft uw Vader behaagd u het Koninkrijk te geven.” In vergelijking met de miljarden mensen die ten slotte de aarde zullen vullen, is 144.000 naar verhouding maar een klein aantal. — Luk. 12:32.
● Wat is de juiste vorm van het tetragrammaton: יהוה, zoals het in „God zij waarachtig” en „Toegerust tot ieder goed werk” staat, of יְהוָֹה, zoals het in de concordantie van Strong en in die van Young wordt aangetroffen? — R.R.W., V.S.
De vorm die u het eerst noemt, is de absolute vorm van het Hebreeuwse tetragrammaton, zoals het ook in de door u vermelde publikaties van het Genootschap staat. De tweede vorm, welke u aan de concordanties ontleent, is het tetragrammaton met zowel erboven als eronder klinkerpunten. Zoals algemeen bekend is, werd het Hebreeuwse schrift in het eerst volkomen zonder klinkers geschreven — de klinkerklanken werden door mondelinge traditie overgeleverd. Later werden er klinkerpunten toegevoegd ten einde het de lezers gemakkelijker te maken de Hebreeuwse tekst correct uit te spreken en er de juiste betekenis aan te hechten. Zoals algemeen wordt aangenomen vertegenwoordigen de klinkerpunten welke door Dr. Young en Dr. Strong zijn aangebracht, in werkelijkheid de klinkers die bij het Hebreeuwse woord Adonai behoren, en deze klinkerpunten waren voor de joodse lezer feitelijk een aanduiding dat hij, wanneer hij het tetragrammaton — waarvan de uitspraak verloren was gegaan — tegenkwam, de titel Adonai of wel „de Here” diende te lezen in plaats van te trachten het tetragrammaton uit te spreken. De joodse geestelijken hadden hun toevlucht tot deze gedragslijn genomen omdat zij het als heiligschennis beschouwden de naam van Jehovah zelfs maar uit te spreken en zij van gedachte waren, dat de naam uit te spreken, een overtreding was van het gebod de naam van Jehovah onze God niet ijdel te gebruiken. Dit religieuze denkbeeld verklaart waarom de naam Jehovah zo zelden in de geautoriseerde of King James vertaling voorkomt, zoals ook in het voorwoord van de American Standard Version wordt opgemerkt.
● Zullen er in de nieuwe wereld ook aardbevingen zijn? — D.S., V.S.
Heden ten dage is men van oordeel dat de meeste aardbevingen worden veroorzaakt doordat grote gedeelten van de aarde langs een breuklijn of scheur verschuiven; andere aardbevingen zijn het gevolg van vulkanische activiteit of worden veroorzaakt door het instorten van kalksteengrotten. Onder de theorieën waarmee men voor de dag komt om het verschuiven langs breuken te verklaren, vinden wij ook die, dat de spanning welke wordt veroorzaakt door krimping als gevolg van afkoeling van de aarde, ervoor verantwoordelijk gesteld kan worden. Met het oog op deze natuurlijke oorzaak dienen wij dus niet te denken dat Jehovah God of Satan de Duivel de hedendaagse aardbevingen veroorzaken.
Aardbevingen worden herhaaldelijk in de Schrift genoemd. Het is duidelijk dat enkele ervan door Jehovah werden veroorzaakt of onder zijn controle op een bepaalde tijd plaatsvonden. Daaronder kunnen wij die rekenen waardoor de gezinnen van Korach, Dathan en Abiram werden verzwolgen, en die tijdens Jezus’ sterven en opstanding. — Num. 16:31, 33; Matth. 27:51-54; 28:2.
Jezus, die een aandeel had in de schepping, voorzag ongetwijfeld de verzakking van de aardkorst en het ontstaan van groeiende spanningen daaronder, spanningen die een uitweg zouden zoeken. Als een Meesterwerkman heeft hij ongetwijfeld geweten dat deze tijd van het einde door een toename in dergelijke beroeringen gekenmerkt zou worden. — Matth. 24:7.
Men behoeft echter niet de mogelijkheid te vrezen dat zoiets in de nieuwe wereld zal gebeuren. Jezus Christus, Jehovah’s Meesterwerkman en degene over wie wordt gezegd dat ’alles door zijn bemiddeling is ontstaan’, is in de hemel als de onsterfelijke koning van de nieuwe wereld op de troon geplaatst (Spr. 8:30; Joh. 1:3, NW). Met liefderijke zorg zal hij erop toezien dat de natuurkrachten de onderdanen van de nieuwe wereld geen schade zullen toebrengen, op dezelfde wijze als toen hij eens de woelige wateren van het meer van Galiléa tot rust bracht ’toen de golven in het schip sloegen, zodat het schip reeds vol liep’ (Mark. 4:37-41). Daar hij de structuur van de aarde zo goed kent, zal hij erop toezien dat de spanningen onder de aardkorst in onbevolkte gebieden van de aarde of onder oceanen hun uitweg vinden, zodat ze de mensen geen schade toebrengen; of hij zal het voor de mens mogelijk maken dergelijke gebieden te verlaten voordat daar de aardkorst in beweging komt. Wij kunnen er zeker van zijn dat in de nieuwe wereld niemand nadeel zal ondervinden van een dergelijk verschijnsel. En wanneer dan de gehele aarde een paradijs zal zijn geworden, zullen aardbevingen ongetwijfeld niet meer voorkomen.