-
Behoud uw positieDe Wachttoren 1961 | 15 november
-
-
positie, zoals deze tot uiting komt in de Verenigde Naties (vroeger de Volkenbond), te laten behouden. Deze organisatie volgt eveneens dezelfde gedragslijn van het eisen van gedwongen aanbidding, want ze „oefent dwang uit op alle personen”, waardoor het bestaan voor de mensen haast onmogelijk wordt gemaakt tenzij zij zich openlijk als ondersteuners en aanbidders van Satans organisatie identificeren. — Openb. 13:15-17, NW.
17. (a) Hoe onderscheidt Jehovah’s organisatie zich in tegenstelling hiermee? (b) Wat is de strekking van de boodschappen in Openbaring 14:6-12?
17 In scherpe tegenstelling hiermee wordt in Openbaring 14:1-5 (NW) vervolgens Jehovah’s organisatie beschreven, met Christus, de op de troon geplaatste koning, in de positie als „het Lam staande op de berg Sion”, Gods stad, en met hem de ware kerk, wier leden openlijk als aanbidders van Jehovah worden geïdentificeerd, „hebbende . . . de naam van zijn Vader op hun voorhoofd geschreven”. „Geen leugen [of godslastering] werd in hun mond gevonden.” Hierna volgen de „blijde tijdingen” die een onderdeel vormen van „dit goede nieuws van het koninkrijk”, dat thans over de gehele wereld door Jehovah’s getuigen wordt bekendgemaakt, terwijl zij tevens de juiste handelwijze bekendmaken die allen moeten najagen willen zij hun positie behouden: „Vreest God en geeft hem heerlijkheid, want het uur van zijn oordeel is gekomen, en aanbidt daarom hem die de hemel, de aarde, de zee en de waterfonteinen heeft geschapen.” Onmiddellijk hierna wordt het oordeel aangekondigd, waarbij ter wille van de nadruk twee maal wordt gezegd dat dit over degenen komt die „het wilde beest en zijn beeld” aanbidden, de bewoners van het gevallen Babylon, Satans stad of organisatie. Geen positie van gunst of aanvaardbaarheid voor hen! In plaats daarvan roepen zij tot hun wankelende organisaties: „Valt op ons en verbergt ons voor het aangezicht van Hem, die gezeten is op den troon, en voor den toorn van het Lam; want de grote dag van hun toorn is gekomen en wie kan bestaan?” — Openb. 14:6-12, NW; 6:16, 17.
18. Waarom is Jehovah de heerschappij en de aanbidding waardig?
18 Lees ten einde de slotscène te aanschouwen, de woorden van het grootse lied dat door degenen wordt gezongen die „de overwinning behalen op het wilde beest en op zijn beeld”, namelijk: „Groot en wonderbaar zijn uw werken, Jehovah God, de Almachtige. Rechtvaardig en waarachtig zijn uw wegen, Koning der eeuwigheid. Wie zal u niet werkelijk vrezen, Jehovah, en uw naam verheerlijken, [waarom]? omdat gij alleen een persoon van liefderijke goedgunstigheid zijt? Want alle natiën zullen komen en voor uw aangezicht aanbidden, omdat uw rechtvaardige besluiten zijn geopenbaard.” Jehovah is het inderdaad waardig de heerschappij uit te oefenen en de aanbidding te ontvangen. — Openb. 15:2-4.
-
-
Benden van meisjesDe Wachttoren 1961 | 15 november
-
-
Benden van meisjes
● In New York is door de jeugdraad de schatting gemaakt dat in deze stad 3000 meisjes lid zijn van benden, vergeleken met een geschat aantal van 8000 jongens. Deze meisjes-benden, bijna altijd onderdelen van jongensbenden, vormen volgens de berichten een bijna even ernstig probleem als de jongensbenden welke zij volgen. De rol van de meisjes in de benden omvat het bij zich dragen en verbergen van wapens ten behoeve van de jongens (politieagenten mogen meisjes niet fouilleren), seksuele omgang met de jongens en prostitutie ten einde zich geld te verschaffen voor verdovende middelen voor de jongens. Volgens H.K. Johnson, hoofd van een onderdeel van de jeugdraad, pleegden meisjes tien jaar geleden zelden gewelddaden, maar „thans treedt voor het eerst op aanzienlijke wijze gewelddadigheid aan de dag”. In plaats van zich met winkeldiefstallen bezig te houden, rollen zij nu portemonnaies in de ondergrondse en vallen laat op de avond vrouwen aan.
-