-
Mijn doel in het leven nastrevenDe Wachttoren 1961 | 1 augustus
-
-
geweest om mijn doel in het leven getrouw te blijven nastreven.
Ook mijn vertrouwen op Jehovah ten aanzien van mijn stoffelijke behoeften is niet beschaamd. Al deze jaren heeft Hij door bemiddeling van liefdevolle familieleden, broeders en zusters allerlei dingen in overvloed verschaft.
Het maakt iemand gelukkig om de waarheid van Gods Woord te kennen en Jehovah te dienen, maar het schenkt nog meer geluk om als een pionier Jehovah de gehele dag te dienen. Ik zeg dit uit eigen ervaring, want de pioniersdienst heeft in mijn leven een even grote en gezegende verandering teweeggebracht, als die welke de kennis van de waarheid zelf heeft bewerkstelligd.
-
-
De gedachte achter de spreukDe Wachttoren 1961 | 1 augustus
-
-
De gedachte achter de spreuk
HET boek Spreuken is een rijke bron van praktische raad. Elk terrein der menselijke verhoudingen schijnt erin behandeld te worden. Er staat raad in over de wijze waarop wij vrienden dienen te behandelen, de opvoeding van kinderen, de verborgen valstrikken langs de paden van jong en oud en de gevaren van overmoedigheid. Om voordeel te trekken van deze bron van waarheid dienen wij er in te graven. „Indien gij haar zoekt als zilver en naar haar speurt als naar verborgen schatten, dan zult gij de vreze des HEREN verstaan en de kennis Gods vinden” (Spr. 2:4, 5). Het beschouwen van de gedachte die achter de geïnspireerde spreuk schuilt, vormt de beste manier om naar de schatten van goddelijke wijsheid te graven.
„Hoor, mijn zoon, de tucht van uw vader en verwerp de onderwijzing van uw moeder niet; want zij zijn een liefelijke krans voor uw hoofd, een keten voor uw hals.”
Een kind behoort zijn eerste denkbeelden over God van zijn ouders te krijgen en de liefde van vader en moeder dient voor hem de brug te vormen om tot een inzicht in de liefde van God, zijn hemelse Vader, te geraken. Zo leert de spreuk het ons. Belering en wijze tucht mogen in het eerst moeilijk en hard schijnen, gelijk ijzeren boeien die de aangeboren verdorvenheid en opstandigheid in bedwang houden, maar na verloop van tijd worden ze als gouden ketenen, die als sieraden worden gedragen en in het geheel geen last meer vormen.
„Want tevergeefs is het net uitgespannen voor de ogen van al wat vleugels heeft.”
De Revised Standard Version verklaart over dit vers dat, terwijl vogels zich niet laten vangen wanneer vlak voor hun ogen netten worden gespannen, goddeloze mensen daarentegen blindelings hun eigen vernietiging tegemoetlopen. In dit hoofdstuk worden de goddelozen voorgesteld als degenen die heimelijk plannen beramen om de onschuldigen te verstrikken. Wanneer dezen hun opzet zouden doorzien, zouden zij de strik ontwijken, „want tevergeefs is het net uitgespannen voor de ogen van al wat vleugels heeft”. Hier wordt de wijze raad gegeven aan Jehovah’s onderwijzingen aandacht te schenken en men zal de plannen van de goddelozen doorzien en zo in staat zijn hun valstrikken te ontwijken, evenals de vogel die het net voor zijn ogen uitgespannen ziet.
„Wie koren achterhoudt, dien vloekt het volk; maar zegening daalt neer op het hoofd van den verkoper.”
Men kon in oude tijden schijnbaar het snelst geld verdienen door koren op te kopen wanneer de prijzen laag waren, te wachten tot er hevige hongersnood was
-