Geeft u met medegevoelend begrip?
GEVEN schenkt waar geluk, ja, het schenkt zelfs meer geluk dan ontvangen. Jezus heeft dan ook gezegd: „Het is gelukkiger te geven dan te ontvangen.” Dit is echter alleen het geval wanneer wij onzelfzuchtig geven en ons hierbij door wijsheid laten leiden. — Hand. 20:35, NW; 1 Kor. 13:3.
Ja, om met ons geven het meeste goed tot stand te brengen, moeten wij zowel onzelfzuchtig als praktisch zijn. Hiervoor is van onze zijde empathie nodig. Empathie betekent ons de toestand van anderen te kunnen indenken en op dezelfde wijze als zij te denken en te voelen. Christelijke empathie gaat nog een stapje verder. Ze rekent het de andere partij tot eer aan dat deze datgene wat voor hem of haar het beste is, verlangt. Ze tracht niet alleen haar naaste te behagen, maar tracht hem te behagen „in wat zijn opbouw ten goede komt”. — Rom. 15:2, NW.
In Gods Woord, de bijbel, wordt getoond dat God de Gever is van elke goede gift en elk volmaakt geschenk. Hij is de personificatie van liefde; al zijn geven wordt door empathie gekenmerkt. Hij gaf de kinderen Israëls bijvoorbeeld één dag rust in de week. Dit getuigde van empathie, want hoewel hijzelf nooit moe wordt, kon hij zich heel goed voorstellen hoezeer de onvolmaakte mens een sabbat zou waarderen. — Jak. 1:17; 1 Joh. 4:8; Jes. 40:28.
Dat Gods geschenken door empathie worden gekenmerkt, blijkt ook uit het feit dat hij datgene wat de mens het meeste nodig heeft — zonneschijn, frisse lucht, voedsel en water — tot de meest gewone dingen heeft gemaakt. In zijn wijsheid heeft hij dit echter niet gedaan zonder van de mens te eisen dat hij enige krachtsinspanningen in het werk zou stellen, opdat hij Zijn zegeningen zou waarderen, en ook niet zonder wijze voorschriften te geven waardoor de manier waarop de mens zich erin zou verheugen, geleid zou worden. — Gen. 2:15.
Toen de eerste mens van ondankbaarheid blijk gaf, keerde God zijn aardse schepselen niet onmiddellijk de rug toe maar trof hij een voorziening om hem te herstellen, een voorziening waardoor de grootste empathie werd getoond. God zond namelijk zijn Zoon om voor onze zonden te sterven, opdat gelovige en gehoorzame leden der mensheid in Gods gunst hersteld zouden kunnen worden en eeuwig leven zouden kunnen genieten. — 1 Joh. 4:9, 10.
Bovendien heeft God zijn Woord, de bijbel, gegeven. Wat een hulp betekent dit voor de onvolmaakte mensheid, want de bijbel werpt licht op het verleden, het heden en de toekomst en maakt de mens met zijn grootste Vriend bekend, terwijl dit boek hem tevens op de weg leidt die het beste voor hem is! — 2 Tim. 3:16, 17.
Wanneer wij ons bij het geven van geschenken door empathie laten leiden, zullen wij ons niet alleen door onze zienswijze laten leiden, maar er moeite voor doen om ons in het standpunt van degene aan wie wij iets willen geven, te verplaatsen. Anders zouden wij de fout kunnen maken dat wij slechts geven wat ons het meest gelegen komt of wat wijzelf het mooiste vinden of wat het meeste opvalt, waardoor wij ons in werkelijkheid misleiden. — Jer. 17:9.
Wanneer ouders niet voorzichtig zijn, kunnen zij gemakkelijk tekort schieten. Als zij met christelijke empathie geven, zullen zij hun kinderen niet verwennen. Zij zullen er niet tevreden mee zijn om hun kinderen zakgeld te geven dat zij kunnen besteden, maar zullen zich ervoor interesseren hóe zij dit besteden. Zij zullen er niet alleen voor zorgen dat er een televisietoestel in huis is waar hun kinderen gebruik van kunnen maken of dat zij geld hebben om naar een bioscoop te gaan, maar zij zullen zich ervan vergewissen dat datgene wat de kinderen zien, gezond, opbouwend en onderwijzend is.
Hetzelfde geldt voor de verhouding tussen huwelijkspartners. Een vrouw met empathie, christelijke empathie, zal haar man niet naar de ogen zien om hem in zijn dwaasheden te sterken, bijvoorbeeld om hem aan te moedigen meer te eten wanneer zij weet dat zich overeten tot zijn zwakheden behoort. Omgekeerd zal de man zijn vrouw geen complimenten maken over de hoed die zij heeft gekocht wanneer hij diep in zijn hart weet dat zij er belachelijk mee uitziet.
Vriendschappen dienen eveneens door empathie gekenmerkt te worden. Een man die zich heel mooie dassen kan veroorloven, zou zijn behoeftige vriend een schitterende, peperdure das kunnen geven. Maar als zijn vriend niet een behoorlijk overhemd heeft waarop hij de das zou kunnen dragen, schrijft empathie voor dat hij hem een bescheidener das en tevens een overhemd geeft.
Het behoeft geen betoog dat empathie zich niet slechts tot mooie woorden beperkt wanneer er stoffelijke behoeften zijn en de mogelijkheid bestaat om in die behoeften te voorzien. Mooie woorden zijn op hun tijd prachtig, „als gouden appelen op zilveren schalen”, maar ze zijn nutteloos wanneer men ze voor mooie daden in de plaats stelt. — Spr. 25:11; 1 Joh. 3:18.
Wanneer ons geven door empathie wordt gekenmerkt, dienen wij ook de wijze waarop wij geven, aan een beschouwing te onderwerpen. Hoe geven wij een geschenk? Op een neerbuigende wijze of op een wijze waardoor wordt getoond dat wij verwachten met gevlei terugbetaald te worden? Aan empathie hangen niet zulke prijskaartjes.
Empathie bewaart op verstandige wijze het evenwicht. Terwijl ze beseft dat het belangrijk is om met gevoel te geven, zal ze het terzelfder tijd vermijden te sentimenteel of dweepziek te worden. Jehovah God laat bij het geven van zijn geschenken zijn gevoel spreken. In welk opzicht? Doordat hij alles — met inbegrip van zijn Woord, de bijbel — schitterend heeft gemaakt op zijn tijd. Gevoel blijkt uit kleine dingen: de manier waarop wij een geschenk geven, hoe wij het inpakken, de persoonlijke noot die wij eraan verlenen, ja, uit de aard van ons geschenk kan zelfs blijken dat wij begrip hebben. — Pred. 3:11.
Iets op de juiste tijd te geven, getuigt eveneens van empathie. Voor elk voornemen onder de zon is een bepaalde tijd. Vooral in moeilijke tijden hebben kleine dingen veel waarde, of men nu geestelijke of stoffelijke hulp geeft. — Pred. 3:1-8.
Indien wij met empathie geven, zullen wij bovendien niet alleen in overeenstemming met de gelegenheid en onze middelen edelmoedig zijn, maar ook blijmoedig geven. — Rom. 12:8; 2 Kor. 9:7.
Laten wij de grote Gever derhalve navolgen door met empathie te geven. — Jak. 1:17.