-
Jehovah erenDe Wachttoren 1961 | 1 november
-
-
trachtte te maken en zijn troon „boven de sterren Gods” trachtte te verheffen. Hij werd verblind door zijn eigen „luister” (Jes. 14:12-14; Ezech. 28:17). Nu zijn luister op het punt staat te Armageddon teniet gedaan te worden, volgt hij de boosaardige politiek van „heersen of vernietigen”. In zijn verblindheid beraamt hij plannen voor nog een wapenfeit waardoor hij zijn figuur tracht te redden, door pogingen in het werk te stellen om de gehele mensheid in een atoomafgrond te storten. Hij spoort de wereldheersers ertoe aan om voorbereidingen te treffen voor een kolossale rassen-zelfmoord. Hij zal hier echter niet in slagen! Ondanks de woede der wereldse natiën zal Jehovah voor zijn volk strijden en het bevrijden, en hij zal „verderven wie de aarde verderven” (Joël 2:32; Openb. 11:18). Satan zal in oneer worden weggeworpen „als een verafschuwde scheut, . . . als een weggetrapt aas . . . omdat gij uw land te gronde hebt gericht”. — Jes. 14:19, 20.
27. (a) Welke verantwoordelijkheid gaat alle andere verplichtingen te boven? (b) Wie kunnen gelukkig worden genoemd? (c) Welke glorierijke dag is thans nabij?
27 De overlevenden van deze universele strijd zullen degenen zijn die, evenals de getrouwe Job, Christus Jezus en het overblijfsel, weigeren hun rechtschapenheid te verbreken, ja, ondanks Satans laatste, boosaardige aanval op de Nieuwe-Wereldmaatschappij van Jehovah’s getuigen (Ezech. 38:14-16). Zij zullen degenen zijn die beseffen dat zij, wat er ook op het gebied van eer bij is betrokken, een verantwoordelijkheid bezitten die alle aardse plichten en verplichtingen te boven gaat, een verantwoordelijkheid om de grote Gever van leven, Degene die onze aarde door de ruimte laat draaien en de mens erop geschapen heeft, te eren (Hand. 17:24-28; Ps. 36:10). Als Opperste Soeverein van het universum eist hij van zijn met verstand begaafde schepselen exclusieve toewijding, die wij hem graag dienen te geven (Deut. 5:9, 10, NW). Gelukkig zijn wij wanneer wij bovenal Jehovah’s heerlijkheid zoeken en ons jubelend verheugen in zijn grootse voornemen dat zijn grootse naam in onze tijd en door middel van de wonderbaarlijke werken waartoe alleen Hij in staat is, voor eeuwig gerechtvaardigd zal worden. Verhaast de dag wanneer die onvergelijkelijke naam ’boven de hemelen verheven’ zal worden en de gehele aarde „vol [zal] worden van de kennis van des HEREN heerlijkheid”! — Ps. 57:6; Hab. 2:14.
-
-
„Onwetendheid ten aanzien van religie”De Wachttoren 1961 | 1 november
-
-
„Onwetendheid ten aanzien van religie”
● „Op de Philippijnen vragen katholieken die hun geloof ernstig opnemen zich dikwijls af: Hoe kunnen wij de groei van Jehovah’s getuigen en andere soortgelijke sekten een halt toeroepen? De enige manier waarop katholieken in dit opzicht iets zouden kunnen bereiken is, meer over hun eigen religie te weten te komen en deze in praktijk te brengen. Onwetendheid ten aanzien van religie is in feite het krachtigste wapen in handen van deze organisatie wanneer zij in een land beginnen te prediken. Alleen wanneer wij onze eigen religie leren kennen en er niet slechts in geboren zijn, en wanneer wij ons geloof in praktijk brengen zoals overal van goede katholieken mag worden verwacht, zullen wij nooit weer bang behoeven te zijn wanneer er wordt aangeklopt door degenen wier doel het is ons een surrogaat voor het Geloof waarin we zijn geboren, opgevoed en waarin we leven, te brengen.” — Home Life, een katholiek tijdschrift dat op de Philippijnen wordt gedrukt.
-