-
Blijft waakzaam als zonen van het lichtDe Wachttoren 1961 | 1 mei
-
-
enkele kans. Zelfs de mier die volgens de spreuk geen aanvoerder heeft, is er ’s zomers druk mee bezig haar voedsel te bereiden. Daarom vraagt de spreukenschrijver: „Hoe lang, luiaard, zult gij neerliggen, wanneer zult gij opstaan uit uw slaap?” (Spr. 6:9) Slaapt u ten aanzien van uw voorrechten wanneer u de waarheid met anderen zou kunnen delen, zodat u zich aan uw taak onttrekt in plaats van geestelijk voedsel te verzamelen om dit in de bediening te gebruiken? Wij kunnen niet slechts tot een onbepaalde tijd in de toekomst wachten om te zien wat er zal gebeuren. Sommigen hebben dat in de dagen voor de Vloed geprobeerd, maar zij verloren hun leven doordat zij niet op de waarschuwing reageerden en niet aan het werk dat God voor die tijd had gegeven, deelnamen.
16. Hoe kan iemand er blijk van geven een ’zoon van het licht’ te zijn?
16 Wanneer wij eenmaal tot een nauwkeurige kennis van de waarheid zijn gekomen, bemerken wij dat wij een bepaald werk moeten verrichten. Wij kunnen dit werk natuurlijk niet doen tenzij wij een open oog hebben voor de situatie en weten wat er gedaan moet worden. „Maar gij broeders, gij verkeert niet in duisternis . . . want allen zijt gij zonen van het licht, zonen ook van de dag” (1 Thess. 5:4, 5, PC). Aldus toonde Paulus dat, hoewel de mensen in het algemeen wellicht in de duisternis verkeren welke met het einde van de dag voor dit oude stelsel gepaard gaat, Gods dienstknechten het licht van de nieuwe dag van Christus’ koninkrijksregering zouden weerspiegelen. Zij zouden niet in duisternis verkeren ten aanzien van Gods voornemen of een begrip van zijn Woord. Zij zouden wakker zijn en hun zinnen evenwichtig bij elkaar houden, door de bediening de eerste plaats in hun leven toe te kennen. Dergelijke personen erkennen dat hun kennis van de waarheid de verantwoordelijkheid op hen laadt anderen te helpen; het maakt hen aansprakelijk of verantwoordelijk tegenover God en het verplicht hen ertoe rekenschap af te leggen van wat zij met de ontvangen kennis hebben gedaan. Iedereen moet zich er tegenover God voor verantwoorden hoe hij zijn leven gebruikt, óf tot Gods lof, hetgeen voor hemzelf en degenen die hij dient, zegeningen en geluk tot gevolg heeft, óf dwaas, zonder richting, doel of plan.
-
-
Chinese protestanten voor „het socialisme”De Wachttoren 1961 | 1 mei
-
-
Chinese protestanten voor „het socialisme”
● Volgens een bericht van Radio Peking zijn onlangs op een vergadering van het landelijk comité der protestantse kerken in China te Sjanghai in totaal 319 kerkelijke gedelegeerden uit alle delen van communistisch China bijeen geweest. Het comité, dat zich volgens het persbureau der Ned. Herv. Kerk sedert zijn oprichting in 1950 voortdurend achter de regering heeft gesteld, verklaarde ook ditmaal met nadruk dat de protestantse kerken van de Chinese volksrepubliek zich vastberaden „tegen elke vorm van imperialistische agressie [zouden] verzetten, de wereldvrede verdedigen en zich uitspreken voor het socialisme”. Tegelijkertijd dankte het comité de regering voor het waarborgen van de geloofsvrijheid en constateerde het dat de „patriottische en anti-imperialistische beweging binnen de kerken” in de laatste jaren grote vooruitgang had gemaakt en dat de kerken tegenwoordig niet meer „een instrument van imperialistische agressie” waren, maar zich van elke vreemde bevoogding hadden bevrijd en zich nu zelf bestuurden.
De feiten zijn dat er in China alleen geloofsvrijheid is voor zogenaamde christenen die achter het regime staan en zich dus niet „onbesmet van de wereld bewaren”, terwijl dit volgens Jakobus 1:27 toch een vereiste is waardoor de ware godsdienst wordt gekenmerkt. Jehovah’s getuigen, die hier wél aan voldoen, worden er dan ook meedogenloos vervolgd, hetgeen volledig in overeenstemming is met Jezus’ voorzegging: „Indien gij van de wereld waart, zou de wereld het hare liefhebben, doch omdat gij van de wereld niet zijt, maar Ik u uit de wereld uitgekozen heb, daarom haat u de wereld.” — Joh. 15:19.
-