-
De huwelijksceremonieDe Wachttoren 1953 | 1 juni
-
-
welke wordt voltrokken door een burgerlijke ambtenaar die daarvoor van staatswege is aangesteld, niet als juist en volledig erkennen. Wij erkennen dit wel. Zelfs wanneer Christenen om de een of andere persoonlijke reden toch aan enkel een burgerlijke huwelijksvoltrekking de voorkeur geven — er wordt dan verondersteld dat in zulke gevallen de huwelijkscandidaten, door hun studie uit de Bijbel, hun verplichtingen tegenover elkander en tegenover hun God goed in hun geest hebben. Dat recht hebben zij en zij kunnen het recht op een zuiver burgerlijke huwelijksvoltrekking doen gelden. De huwelijkseisen variëren in de verschillende staten en landen. Jehovah’s getuigen richten zich gaarne naar zulke regelingen in de respectieve staten en landen, omdat geen enkele van zulke regelingen in strijd is met de wet van God over het enkelvoudige huwelijk (monogamie).
De vreugde en de verplichtingen van het huwelijk
Het huwelijk is vervuld van hoop en verwachting voor degenen die deze staat ingaan. De toekomst ziet er voor hen zeer aanlokkelijk en vreugdevol uit; en dit zal inderdaad het geval zijn, indien zij de vereisten van de Heer in aanmerking hebben genomen en vastbesloten zijn hun leven in overeenstemming hiermede te regelen. Wanneer de wet van Jehovah aldus in acht wordt genomen, kunnen de woorden van Jezus, die staan opgetekend in Mattheüs 19:4-6 (NW), worden aanvaard als op hen van toepassing zijnde: „Hebt gij niet gelezen dat hij die hen in het begin heeft geschapen, hen man en vrouw maakte en zeide: ’Om deze reden zal een man zijn vader en zijn moeder verlaten en zijn vrouw aanhangen, en de twee zullen één vlees zijn’? . . . Wat God daarom onder één juk heeft samengebracht, brenge geen enkel mens vaneen.”
Het huwelijk wordt zodoende een zware verantwoordelijkheid die men tegenover de Here God heeft. Met dit voor ogen regelde en voltrok Jehovah het huwelijk tussen onze eerste ouders. Hij gaf hun volledige en voldoende onderwijzingen om hen op de juiste wijze te leiden. Hij voorzag hun van een volmaakt en prachtig Edens tehuis, hetwelk in staat was aan de verlangens van het godvrezende hart te voldoen. Jehovah zegende de verbintenis.
Het is het gelukkige lot van hen die nu gaan trouwen, in de dag Jehovah’s te trouwen, nu Hij, vertegenwoordigd door zijn Zoon, aanwezig is en Zijn koninkrijk opricht, welk koninkrijk de vreugde der ganse aarde wordt genoemd (Ps. 48:2, 3). Zij die thans in de Here trouwen en daarin getrouw blijven, kunnen de zegeningen en de vreugde van dit koninkrijk hun gehele gehuwde leven door, genieten.
Het is echter juist hen die de huwelijke staat ingaan, in herinnering te brengen dat deze vreugdevolle staat alleen kan worden verkregen en gehandhaafd door God de eerste plaats in hun leven te geven en door een zuivere, reine liefde jegens elkander te handhaven. De verantwoordelijkheden die zij hebben, staan duidelijk voor hen in de Bijbel uiteengezet. Het zal zeer noodzakelijk zijn de verantwoordelijkheden die daarin staan vermeld, ijverig te bestuderen en zich er dagelijks van te kwijten. De apostel geeft in Efeze 5:21-33 in de volgende bewoordingen (NW) een samenvatting van hun verhouding tegenover elkaar:
„Weest in onderworpenheid aan elkander in de vreze van Christus. Laten vrouwen in onderworpenheid zijn aan hun echtgenoot als aan de Heer, omdat een echtgenoot het hoofd van zijn vrouw is zoals ook de Christus het hoofd van de gemeente is, hij zijnde een redder van dit lichaam. Ja, zoals de gemeente in onderworpenheid is aan de Christus, laten vrouwen ook aan hun echtgenoot onderworpen zijn in alles. Echtgenoten, blijft uw vrouw liefhebben, zoals ook de Christus de gemeente heeft liefgehad en zich voor haar heeft overgegeven, opdat hij haar zou kunnen heiligen, haar reinigend met het bad van water door middel van het woord, opdat hij de gemeente in haar luister aan zich zou kunnen voorstellen, zonder een vlek of een rimpel of iets dergelijks, maar opdat ze heilig en smetteloos zou zijn. Aldus behoren echtgenoten hun vrouw lief te hebben als hun eigen lichaam. Hij die zijn vrouw liefheeft, heeft zichzelf lief, want niemand heeft ooit zijn eigen vlees gehaat, maar hij spijzigt en verzorgt het, zoals de Christus ook de gemeente spijzigt en verzorgt. ’Om deze reden zal een man zijn vader en zijn moeder verlaten en zijn vrouw aanhangen, en de twee zullen één vlees zijn’. Dit heilige geheim is groot. Nu spreek ik met betrekking tot Christus en de gemeente. Niettemin, laat ook een ieder van u persoonlijk zijn vrouw zo liefhebben als zichzelf; aan de andere kant dient de vrouw diepe achting voor haar echtgenoot te hebben.”
Alleen een Christen kan in deze tijd nu mensen alle juiste beginselen van gerechtigheid, liefde en waarheid negeren, deze graad van liefde en vertrouwen aan de dag leggen. De Christelijke vrouw erkent dat haar echtgenoot zijn huwelijksverplichtingen als een heilig toevertrouwd pand voor het aangezicht van Jehovah aanvaardt en de man erkent dat zijn vrouw dit eveneens doet. Zij hebben dientengevolge geloof, vertrouwen en vrede des geestes.
Onze eerste ouders verbeurden de vreugde die zij hadden, hun prachtige tehuis en hun leven omdat zij het geloof in God hadden verloren. Zij kwamen in opstand tegen het Woord van God en versmaadden de raad van de Allerhoogste (Ps. 107:11). Het geluk van een gehuwde Christen, zijn tehuis in of onder Jehovah’s koninkrijk en zijn leven zullen alleen van blijvende duur zijn wanneer hij God de eerste plaats in zijn leven geeft. Jezus zegt: „Dit betekent eeuwig leven, dat zij kennis tot zich nemen van u, de enige waarachtige God, en van hem die gij hebt uitgezonden, Jezus Christus” (Joh. 17:3, NW). Wanneer zij elkander helpen dit te doen, zullen zij de heiligste plicht van een man of een vrouw vervullen. Hun wederzijdse samenwerking kan en dient beiden te helpen een godvruchtig Christelijk leven te leiden.
Dit verbond dat zij sluiten, komt slechts op de tweede plaats na hun opdracht om hun God te dienen. In Gods ogen is een verbond een zeer heilige zaak. Zij dienen daarom getrouw te zijn aan hun opdracht aan hun God en aan hun verbond dat zij met elkander hebben gesloten.
-
-
Vragen van lezersDe Wachttoren 1953 | 1 juni
-
-
Vragen van lezers
● Zou het met het oog op de gevaarvolle laatste dagen waarin wij leven, juist zijn dat getrouwde paren zich van voorbehoedmiddelen bedienen? Zou, indien bevruchting plaatsvindt, ook abortus geoorloofd zijn? — Gebaseerd op gelijkluidende vragen, die ons door verschillende lezers werden gesteld.
Wij zijn noch door de wet van het land noch door Gods Woord gemachtigd raadgevingen te verschaffen omtrent voorbehoedmiddelen. De verantwoordelijkheid voor het gebruik er van moet berusten bij hen die het besluit nemen dat zij ze gewetensvol kunnen gebruiken, en hun rechtvaardige oordeel moet berusten bij de God die zij dienen, en niet bij ons. Of getrouwde paren in de waarheid al dan niet kinderen willen hebben, dat is hun zaak, niet de onze. Ieder echtpaar moet zijn eigen omstandigheden en zijn eigen oogmerken beschouwen, een beslissing in de zaak nemen, een bepaalde handelwijze volgen en dan voor God de verantwoording op zich nemen van zulk een handelwijze en de gevolgen die er uit voortvloeien. Maar wij houden ondubbelzinnig vol dat het doel van het huwelijk voor God het voortbrengen van kinderen is en indien derhalve een gehuwd paar thans, vóór Armageddon, kinderen wenst, is dat volkomen op zijn plaats en niemand dient hen wegens die handelwijze te becritiseren daar zij zich anders met een andermans zaken zouden bemoeien. Noch dient iemand becritiseerd te worden omdat hij geen kinderen heeft, noch dienen wij ons te bemoeien met de reden waarom niet. Privé huwelijksaangelegenheden zijn zaken die buitenstaanders niet aangaan.
Kinderen dienen niet te worden beschouwd als een hinderpaal om God te dienen en om die reden dienen zij niet als ongewenst te worden beschouwd. Anders zou Paulus niet hebben geschreven: „Zij zal echter veilig worden bewaard door het baren van kinderen.” Noch zou hij vrouwen die in zekere omstandigheden verkeerden, hebben aangeraden „kinderen [te] baren” (1 Tim. 2:15; 5:14, NW). Indien iemand in dezelfde omstandigheden verkeert, is zijn raad heden ten dage van toepassing. Indien er op natuurlijke wijze kinderen komen, overeenkomstig het doel waarvoor God het menselijke huwelijk heeft ingesteld, dan dienen zij welkom te zijn, zelfs nu, voordat de goddelijke opdracht opnieuw zal worden uitgevaardigd aan de overlevenden van Armageddon. Gij zijt dankbaar in het leven gebracht te zijn, zelfs in de tegenwoordige boze wereld, en zo kunnen uw kinderen om dezelfde reden dankbaar zijn.
Als wij zouden adviseren abortus te plegen, zouden wij de wet van het land overtreden. Bovendien nemen wij het standpunt in dat abortus zelf in strijd is met Gods Woord. Een ieder dient het volle gewicht van de verantwoordelijkheid voor een dergelijke handelwijze te dragen. Wij zijn verplicht te zeggen dat de vruchtbaarheid van de schoot volgens Gods verbond met de Israëlieten een teken van zijn zegen was, terwijl onvruchtbaarheid een vloek was (Lev. 26:9; Deut. 28:4, 11, 18, 63; Ps. 127:3-5). En wij moeten er nota van nemen dat God grote achting heeft voor het leven van het ongeboren kind en van de in verwachting zijnde moeder. De grote verantwoordelijkheid welke rust op degene die, zelfs al is het per ongeluk, het leven van het ongeboren kind of dat van de zwangere vrouw in gevaar brengt, wordt in de Mozaïsche Wet getoond in Exodus 21:22-25 (NBG): „Wanneer mannen vechten en een van hen stoot een zwangere vrouw, zodat haar vrucht afgaat, maar zonder ander letsel, dan zal zeker een boete worden geëist, naardat de man van die vrouw hem oplegt, en hij zal het volgens besluit van de rechters geven. Maar indien er een ander letsel is, zult gij geven leven voor leven, oog voor oog, tand voor tand, hand voor hand, voet voor voet, blaar voor blaar, wond voor wond, striem voor striem.”
Het betrof hoofdzakelijk de echtgenoot en aanstaande vader, en zodoende eiste de echtgenoot van de vrouw een boete voor tijdelijk letsel; maar wanneer het leven van het kind of dat van de vrouw verloren ging, dan moest de verantwoordelijke persoon met zijn eigen leven betalen. Indien nu ten gevolge van een ongeval een dergelijke storing van de natuurlijke gang van zaken met betrekking tot een zwangere vrouw een zaak was met zulk een ernstig gevolg, ziet gij dan niet in dat een weloverwogen ingrijpen een nog grotere veroordeling verdient? En hoewel wij nu niet onder de Mozaïsche Wet staan, is er toch geen enkele reden voor te denken dat Gods gedachten met betrekking tot de heiligheid van het leven dat bij zulke gevallen betrokken is, zijn gewijzigd. In zulke zaken vereisen Christelijke principes gewoonlijk meer dan de Mozaïsche Wet en niet minder. — Matth. 5:38-42.
Het Wachttoren Genootschap kan zich dus niet in de zaak betrekken door raad te geven in die gevallen waar letsel of verlies van leven bij betrokken is, hetzij van het ongeboren kind of van de aanstaande moeder. Abortus gaat vergezeld van het gevaar van bloedingen en infectie en kan tot blijvend nadeel voor de vrouw leiden of tot haar dood. Het beëindigt de groei van een embryo dat anders zou doorgroeien tot de normale geboorte als een menselijke baby, volgens Gods scheppingsregelingen. Wij achten de argumenten dat de leeftijd van het embryo of foetus een factor is bij het bepalen van de juistheid of verkeerdheid van abortus, zonder kracht en van geen betekenis, daar God zulke nadere aanduidingen of beperkingen niet voorschreef in zijn wet die hij in Exodus 21:22-25 tot uitdrukking bracht. Terwijl onder de oude door mensen opgestelde wetten het vergrijp van abortus werd gerekend bedreven te zijn wanneer er vóór de abortus leven in de moederschoot werd gevoeld, staat de moderne geschreven wet dichter bij de Schriftuurlijke regel. Abortus „wordt gewoonlijk als een zware misdaad beschouwd, of het nu voor of na het voelen van leven wordt bedreven.” — Summary of American Law, Clark, bladzijde 122.
Ieder gehuwd paar moet dit alles zeer ernstig overdenken, en dan hun handelwijze regelen op een wijze die de Allerhoogste God behaagt. Het is hun probleem, aan hun is de beslissing, en zij moeten de consequenties er van dragen. De beslissing en de hierbij betrokken verantwoordelijkheid kan niet op andere personen worden geschoven, en ook niet op het Wachttoren Genootschap. In deze zaken zal „een ieder . . . zijn eigen last verantwoordelijkheid dragen.” — Gal. 6:5, NW.
-
-
MededelingenDe Wachttoren 1953 | 1 juni
-
-
Mededelingen
Het tijdschrift ONTWAAKT!
Ontwaakt! is als een zustertijdschrift van De Wachttoren een voorvechter voor de waarheid. Hetzij op het gebied van politiek, economie, religie of sociale aangelegenheden, de feiten worden in dit tijdschrift uiteengezet en geanalyseerd. Het voorziet zijn lezers van waardevolle inlichtingen die hen op de hoogte houden van de ontwikkelingen der dringende kwesties van deze benarde tijden. Daar Ontwaakt! zich op internationaal terrein beweegt, houdt het tijdschrift u goed op de hoogte en stelt u in staat de loop der wereldgebeurtenissen te volgen met een besef van hun ware betekenis. Zijn 16 pagina’s bieden een grote verscheidenheid zodat ze uw belangstelling ten zeerste gaande zullen houden. Zend uw abonnementsopgave in, stort ƒ 4,00 op girorekening 183765 en gij zult een heel jaar lang tweemaal per maand Ontwaakt! ontvangen.
IN DE VOORSPOED VAN GODS VOLK DELEN
De voorspoed die iemand in deze wereld kan hebben, is tijdelijk en bedrieglijk. Natuurrampen, ziekten, gewetenloze mensen, een ongeval of een vroegtijdige dood kunnen elke voorspoed te niet doen. Voorspoed die van blijvende waarde is, kan iemand slechts van de grote Levengever, Jehovah God, ontvangen. Hij is de oorsprong van voorspoed en hij kan iemand beschermen en welvaart schenken. In deze critieke tijd is geestelijke voorspoed van levensbelang, ten einde een verstandelijke keuze te kunnen bepalen. Wie geen geestelijke voorspoed bezit, kan de geslepen verleidingen van Satan niet weerstaan. Hoe wil iemand de vleselijke, menselijke impulsen overwinnen, zonder in het bezit van geestelijke voorspoed te zijn? In de maand juni kunt gij anderen helpen de weg van een duurzame voorspoed te leren kennen. Geeft uw vrienden, kennissen en familieleden een gelegenheid de drie boeken „De waarheid zal u vrijmaken”, „Dit betekent eeuwig leven”, en het boek Kinderen tezamen met drie actuele brochures voor een bijdrage van slechts ƒ 5,– te ontvangen. Deze publicaties helpen iemand Gods voorspoedige weg te leren kennen. Psalm 106:4, 5, AS, zegt hierover: „O bezoek mij met uw redding, opdat ik de voorspoed van uw uitverkorenen mag aanschouwen, opdat ik mij mag verheugen in de blijdschap van uw natie.” Zonder kennis en inzicht uit een betrouwbare bron te ontvangen, kan niemand de weg van voorspoed leren kennen. En de zo juist genoemde publicaties, die gebaseerd zijn op Gods Woord, zullen u helpen in de voorspoed van Gods volk te delen.
-