-
Christelijke bruiloften dienen redelijkheid te weerspiegelenDe Wachttoren 1969 | 1 juli
-
-
Christelijke bruiloften dienen redelijkheid te weerspiegelen
„HIERNAAR heb ik verlangd sinds ik een klein meisje was”, zei de aanstaande bruid in Florida over haar bruiloft.
Zij was opgewonden over de plannen die gemaakt waren, plannen voor onder andere een kostbare kanten japon met parels, en een bijna tien meter lange sleep. Wanneer zij haar entree maakte, zou het tien man sterke orkest de traditionele bruiloftsmuziek ten gehore brengen. En wat een entree zou het zijn! Zij zou uit een kunst-„wolk” verschijnen, die door een verborgen apparaat uitgeblazen zou worden, en dan een eenentwintig treden tellende trap afdalen. Zij zou tussen vergulde kooien met duiven door naar beneden komen schrijden, naar haar wachtende bruidegom.
Na de plechtigheid zou er een receptie of bruiloftsfeest volgen, waar champagne zou worden geschonken. Ook zou er een bruidstaart zijn van bijna twee en een halve meter. Als de bruid de taart aansneed zouden er twee parkieten losgelaten worden, die door de zaal zouden fladderen. Hoe reageerde de aanstaande bruidegom op dit alles? Ontmoedigd door de buitensporige opzet van dit feest, dat $25.000 zou kosten, ging hij er negen uur vóór het huwelijk vandoor!a
Waarschijnlijk hebt u nog nooit een bruiloft meegemaakt die zo overdadig is als deze. Toch zult u wel weten dat bruiloften en soortgelijke gebeurtenissen van bescheiden tot enorm groot kunnen zijn, van eenvoudig tot weelderig, van God-erend tot goddeloos.
Hoe moet dan een christen, die God liefheeft en door de beginselen van zijn Woord geleid wenst te worden, met betrekking tot zijn eigen huwelijk een beslissing nemen? Waar moet hij de lijn trekken? De zaak wordt nog moeilijker gemaakt door wat een schrijver opmerkt: „Geen enkele maatschappelijke gewoonte is zo diep in traditie geworteld en door gebruiken gebonden, dan een huwelijksdag.” Dient een christen te proberen alle tradities te volgen, enkele ervan of geen enkele? Wat is nu een redelijke christelijke bruiloft?
CHRISTELIJKE REDELIJKHEID
Ware christenen weten dat zij bij een huwelijksplechtigheid aan de vereisten van de wereldse wetten moeten voldoen (Luk. 20:25). Over de hele aarde erkennen Jehovah’s getuigen dit en voldoen daarom aan plaatselijke vereisten. Toch blijven er nog vragen met betrekking tot de gewoonten die bij de huwelijksplechtigheid gevolgd worden. Wat dienen christenen dan eigenlijk te doen?
Een eerste hoedanigheid die nodig is om dit onderwerp op juiste wijze te bezien, is redelijkheid. Dit is iets dat christenen in al hun activiteiten aan de dag dienen te leggen, maar vooral is dit nodig bij maatschappelijke gelegenheden waarbij zoveel mensen en tradities betrokken zijn. De apostel Paulus schreef onder inspiratie voortreffelijke raad aan christenen in zijn tijd, en bedenk dat zij ook trouwden en huwelijksfeesten hadden. Hij gaf de raad: „Uw redelijkheid worde aan alle mensen bekend” (Fil. 4:5). De discipel Jakobus legde hier de nadruk op toen hij zei dat de wijsheid die van Jehovah komt „redelijk” is. — Jak. 3:17.
Christenen die geestelijk rijp zijn en die de noodzaak erkennen schriftuurlijke beginselen toe te passen, tonen dit doordat zij redelijkheid ten toon spreiden. Zonder dat zij een lange lijst met duidelijk omschreven regels nodig hebben, zorgen zij ervoor dat het geestelijke aspect van het huwelijk niet overschaduwd wordt door louter formaliteiten.
Niet zo lang geleden werd een trouwpartij in Brazilië echter een verschrikkelijk uitgebreide zaak, de financiële middelen van degenen die trouwden in aanmerking genomen, en ze was bijzonder rijk opgezet voor de bescheiden Koninkrijkszaal waar de huwelijkstoespraak gehouden werd. Velen hadden zoveel aandacht voor de buitensporigheid van alles, de luxueuze bruidsjapon, de vele bruidsmeisjes en de grootte van de stoet, dat de voortreffelijke raad die uit de Schrift gegeven werd, hierdoor werd overschaduwd. Inderdaad, waar de redelijkheid verloren gaat, gaat bij velen, met inbegrip van bruid en bruidegom, nog meer verloren.
HUWELIJKSGEBRUIKEN
Dient een christen, daar er zoveel traditionele gebruiken zijn, te proberen alle huwelijksgewoonten van zijn streek te vermijden? Dat is niet noodzakelijk. Hij kan selectief zijn. Soms hebben huwelijksgewoonten een praktische basis, zoals de gewoonte in sommige landen op een vrije dag te trouwen, of in het koelste gedeelte van de dag, na de „siësta”. Misschien ook gaat het om een traditie van plaatselijke aard; wij zouden toch ook niet verwachten dat mensen in hun geboorteland Korea zich precies eender kleden als de mensen in Libanon, in Finland of op de Fidzji-eilanden.
Natuurlijk zijn sommige gebruiken onschriftuurlijk, en daarom verwerpelijk voor christenen. In veel landen worden er dwaze gebruiken gevolgd die de bruid en de bruidegom of hun gasten „geluk” moeten brengen. Jehovah’s getuigen aanbidden de god van het Geluk niet (Jes. 65:11, NW). Ook volgen zij geen tradities die toeschouwers zouden doen denken dat zij het Geluk wél aanbidden. Andere gebruiken zijn duidelijke daden van valse aanbidding. Iemand die van plan is te gaan trouwen doet er dus goed aan plaatselijke gebruiken te onderzoeken en te analyseren hoe de mensen ter plaatse ze beschouwen. Wanneer algemeen erkend wordt dat een gebruik verband houdt met valse religie of „geluk” dan zullen christenen dit gebruik mijden. — 2 Kor. 6:14-18.
Andere tradities zijn onredelijk of liefdeloos. In veel landen is het gebruikelijk rijst naar de bruid en de bruidegom te gooien. Wat voor zin heeft dit gebruik? „Sommige mensen geloven dat de rijst voedsel is om slechte invloeden van de bruid en bruidegom verwijderd te houden. Anderen zeggen dat het paar daardoor vruchtbaar zal zijn” (Science News Letter, 8 juni 1963, blz. 357). Dit illustreert dat er vaak verschillende meningen zijn omtrent de oorsprong van een bepaald gebruik. Maar ongeacht wat de achtergrond hiervan is, nemen christenen soms gewoon voedsel om dit naar hun vrienden te gooien en hierdoor de straat smerig te maken? Beschouw dit ook vanuit het standpunt uw naaste lief te hebben als uzelf. Zou christelijke liefde iemand ertoe aanzetten een ander „een poets te bakken” en de bruid en bruidegom zo in verlegenheid te brengen? Jezus heeft gezegd: „Zoals gij wilt dat de mensen u doen, doet hun desgelijks.” — Luk. 6:31; 10:27.
Dan is er de traditie in verband met de trouwring. Een studie van het onderwerp zou de verwarring omtrent oorsprong en betekenis hiervan waarschijnlijk niet verminderen; er worden heel wat beweringen gedaan, maar de feiten zijn erg onduidelijk. Hoewel de bijbel niet rechtstreeks melding maakt van trouwringen, is het duidelijk dat dienstknechten van Jehovah ringen kunnen dragen (Job 42:11, 12; Luk. 15:22). Maar hoe moeten wij het dan bezien als de mensen in uw land geloven dat de trouwring een symbool is van hechte trouw, liefde en toewijding van een echtpaar? Christenen hechten geen enkele symbolische betekenis aan een trouwring, al kweken zij deze hoedanigheden wel aan in hun huwelijk, en ook al beweren velen in de wereld huichelachtig dat zij deze hoedanigheden ten toon spreiden. Een trouwring is geen enkele waarborg. Men toont daardoor alleen in het openbaar aan dat men getrouwd is. Het is voor een christen niet onjuist, als duidelijk bewijs dat hij of zij getrouwd is, een trouwring te dragen. In Nederland dragen de rooms-katholieken deze ring links, doch in niet-katholieke kringen wordt de trouwring rechts gedragen. In België daarentegen wordt hij ook door de rooms-katholieken steeds aan de rechterhand gedragen. Het dragen van een ring is echter geen absolute noodzaak als het geen wettelijk vereiste is. Een paar kan dus zelf beslissen wat zij in overeenstemming met hun financiële toestand en persoonlijke voorkeur zullen doen.
Men kan dus met betrekking tot huwelijksgebruiken selectief zijn door zich af te vragen: Wat is tegenwoordig de betekenis van het gebruik in deze omgeving? Zal het anderen aanstoot geven? Is het liefdevol? Is het redelijk?
BRUIDSKLEDING
Een beslissing die het paar vóór de trouwdag zal moeten nemen is, wat zij zullen dragen. Iemands huwelijk is een speciale gelegenheid, en dan wordt er gewoonlijk aandacht aan geschonken er blij en aantrekkelijk uit te zien. Dit betekent echter niet dat men een bepaald soort japon of kostuum moet dragen. Men doet er goed aan de plaatselijke manier, de kosten en persoonlijke smaak in aanmerking te nemen.
In bijbelse tijden droegen bruid en bruidegom vaak bijzonder mooie kleding (Ps. 45:14, 15 13, 14; Jer. 2:32). Zelfs over de heilige stad, het Nieuwe Jeruzalem, wordt geschreven dat ze is „toebereid als een bruid die voor haar man versierd is” (Openb. 21:2). Smaakvolle huwelijkskleding is dus niet onschriftuurlijk, doch evenmin onmisbaar voor een gelukkige huwelijksdag. Een geestelijke tooi is belangrijker. — 1 Petr. 3:3, 4.
Als een verloofd paar bijvoorbeeld speciale kleding zou willen kopen en hun omstandigheden laten dat toe, dan zal de beslissing bij henzelf berusten. Zou het echter redelijk zijn een dergelijk duur kostuum te kopen en hierdoor zichzelf of anderen een financiële last te bezorgen? In Noord-Europa liet een christelijke verkondigster van het evangelie die het voorrecht genoot de speciale volle-tijddienst te mogen vervullen, dit kostbare voorrecht in de steek om werelds werk te verrichten waardoor zij een prachtige bruidsjapon kon kopen. Zou deze japon voor haar van blijvende waarde zijn? En hoe staat het met hen die op het eventuele huwelijksfeest zijn? Zullen zij zich verplicht voelen dure kleren te kopen vanwege de chique japon van de bruid?
De kwestie van de kleding kan op verschillende manieren aangepakt worden. Sommigen hebben een bruidsjapon gekocht of gehuurd, en andere bruidjes waren blij met de japon van een goede vriendin of een familielid. Anderen hebben veel voldoening gesmaakt in het maken van hun eigen bruidskleding, en dan wellicht op zo’n manier dat deze ook bij andere toekomstige gelegenheden gedragen kan worden. — Spr. 31:13, 22.
Het is ook volkomen passend voor een bruidspaar om in hun leukste gewone kleren te trouwen, die dan keurig netjes en schoon zijn. Sommigen hebben dat gedaan om aldus het uitgespaarde geld te kunnen gebruiken om de pioniersdienst in te gaan of hierin voort te gaan. Anderen die wellicht in de omstandigheden verkeren dat zij een uitgebreide trouwpartij kunnen geven, zouden er persoonlijk de voorkeur aan kunnen geven een „rustige trouwdag” te hebben omdat de tijden kritiek zijn, en aldus ’de tegenwoordigheid van de dag van Jehovah goed in gedachten te houden’. — 2 Petr. 3:12.
Hoewel vrienden en familieleden die het goed bedoelen, er ideeën op na kunnen houden hoe zij de trouwdag zouden regelen, en hoewel sommige suggesties die op ervaring zijn gebaseerd, nuttig kunnen zijn, moet het stel dat gaat trouwen hun voorkeur en plannen voor de toekomst door hun huwelijksdag laten weerspiegelen. En wanneer er kleine verschillen in opvatting zijn, kunnen de bruid en bruidegom deze op liefdevolle wijze oplossen. Dat dient ook het geval te zijn na de huwelijksvoltrekking, doordat beiden Gods regeling van leiderschap in het gezin erkennen. Dit zou voor hen daarom een goede gelegenheid zijn om te tonen hoe goed zij in liefde en volgens goddelijke beginselen kunnen samenwerken. — Ef. 5:22-33.
’Hoe staat het nu met het dragen van een witte japon, en van een sluier?’ hebben sommigen zich afgevraagd. Net als bij andere tradities lopen de meningen hierover uiteen. Voor sommigen duidt een witte japon op maagdelijkheid. Anderen geloven dat de boze geesten daardoor de bruid niet kunnen herkennen. In Japan bezien sommigen de witte japon als een symbool van rouw; de bruid ’sterft’ voor haar ouders en blijft nu tot de dood bij haar echtgenoot. Voor velen over de hele aarde is de witte bruidsjapon echter alleen een oude traditie zonder een speciale betekenis. Een christelijke bruid dient niet te denken dat een wit bruidstoilet absoluut noodzakelijk is, en ook niet dat het absoluut verboden is.
Een sluier kan op dezelfde manier bezien worden. De Schrift keurt het niet af als een vrouw in tegenwoordigheid van haar aanstaande echtgenoot een hoofdbedekking draagt (Gen. 24:63-67). Er is dus geen bezwaar tegen een bruidssluier te dragen als onderdeel van de kleding. Wanneer er plaatselijk echter een vals-religieuze of bijgelovige betekenis aan een bruidssluier wordt toegekend, dient het paar dit in overweging te nemen.
Het is niet nodig nog andere voorbeelden die bij de huwelijkskleding betrokken zijn, te bespreken. Het punt dat bij kleding ter gelegenheid van een huwelijk in gedachten gehouden moet worden, of die kleding nu luxueus is of eenvoudig, is, dat het niet het belangrijkste is! De kleding dient geen oorzaak tot struikelen of van verdriet te zijn (1 Kor. 8:13). Ze zal snel vervagen in de herinnering, maar het geluk van een redelijk christelijk huwelijk zal voortduren zolang man en vrouw de ontvangen schriftuurlijke raad blijven toepassen.
DE PLECHTIGHEID ZELF
Deze rijpe kijk op het huwelijk en de bruiloft, om de nadruk te leggen op de lonende geestelijke aspecten ervan, geldt vooral de plechtigheid zelf. Er dient natuurlijk altijd voldaan te worden aan de wettelijke vereisten van het land waarin men woont. Details kan men altijd naar persoonlijke smaak regelen. Hiertoe behoort de vraag wie men tot getuigen zal kiezen, of er bruidsmeisjes of bruidsjonkers zullen zijn, en meer van dergelijke zaken die slechts van ondergeschikt belang zijn (Ps. 45:15 14; Joh. 3:29). Indien een van deze dingen de gepaste vreugde van de plechtigheid zou verminderen, waarom zou men ze er dan in opnemen?
Voordat in een Koninkrijkszaal van Jehovah’s getuigen een huwelijkslezing gehouden wordt, dient het christelijke paar de toestemming te hebben van bedienaren die verantwoordelijk zijn voor alles wat er in de zaal gebeurt. Deze rijpe mannen willen niet hun persoonlijke smaak in verband met de huwelijksplechtigheid opdringen, maar zij interesseren zich ervoor dat er in verband met de Koninkrijkszaal niets gebeurt waardoor de vergaderingen belemmerd zouden worden of waardoor personen in de gemeente tot struikelen gebracht zouden worden. Zij houden de raad in gedachten: „Dat gij u van de belangrijkere dingen moogt vergewissen, zodat gij . . . onberispelijk moogt zijn en anderen niet tot struikelen brengt” (Fil. 1:10; Ps. 133:1). Dit zal echter geen moeilijkheden tot gevolg hebben, daar het christelijke paar dat gaat trouwen deze zelfde bijbelse raad in praktijk probeert te brengen. Wanneer er wereldse familieleden op de huwelijkslezing aanwezig zijn, is dit wellicht de eerste keer dat zij een Koninkrijkszaal bezoeken. Zij zullen dan onder de indruk komen van de werkelijk christelijke wijze waarop de plechtigheid verloopt. Het zal hun dan opvallen dat, als er muziek wordt gespeeld, hiervoor melodieën worden gekozen die op schriftuurlijke thema’s zijn gebaseerd, melodieën uit de liederenbundel van Jehovah’s getuigen, in plaats van de traditionele marsen en andere muziek die in deze wereld populair is. En vooral zullen zij onder de indruk komen van de zo nuttige huwelijkslezing, die op Gods geïnspireerde Woord gebaseerd is.
Ja, Jehovah’s getuigen zien er niet tegen op, in vele aspecten van het leven anders te zijn dan de wereld, en zij voelen zich dus niet verplicht boeken te bestuderen waarin wordt uiteengezet hoe trouwpartijen „moeten” worden geregeld. Zij beseffen dat de wereldse bruiloften die erin beschreven worden vaak overdadige aangelegenheden zijn, waarbij het gaat om prestige en aanzien en waardoor de betrokkenen uitgeput, teleurgesteld en beladen met schulden achterblijven. En bij een dergelijke bruiloft nemen materiële zaken en formaliteiten zoveel tijd en aandacht in beslag dat de diepe geestelijke betekenis van het huwelijk verloren gaat. In tegenstelling hiermee tonen rijpe christenen in verband met huwelijken en bruiloften — zoals ook bij andere aangelegenheden — doordat zij matig, bedachtzaam en liefdevol zijn, over het evenwicht en de redelijkheid te beschikken die zij door het bestuderen van Gods Woord verkregen hebben. Aldus laten zij ’hun redelijkheid aan alle mensen bekend worden’. — Fil. 4:5.
[Voetnoten]
a Saturday Evening Post van 13 augustus 1966, blz. 29.
-
-
Als een volle-tijddienaar van God voldoening vindenDe Wachttoren 1969 | 1 juli
-
-
Als een volle-tijddienaar van God voldoening vinden
TIJDENS een lange bustocht betrok een christelijke verkondigster van het goede nieuws een medereizigster in een gesprek. Na enkele opmerkingen over de wereldtoestanden kwam het gesprek op Gods koninkrijk en de wonderbaarlijke zegeningen die het zal brengen. De dame, die een zoontje bij zich had, werd dermate geïnteresseerd, dat de Getuige haar een exemplaar van het bijbelstudiehulpmiddel Eeuwig leven — in de vrijheid van de zonen Gods liet zien. Hierop betrok het gezicht van de dame en zij vroeg: „U bent zeker een van Jehovah’s getuigen?”, waarna zij vertelde dat zij had gezworen nooit meer met Jehovah’s getuigen te spreken, en hier had zij nu met een van hen een lang gesprek gevoerd!
Het bleek dat zij en haar man huwelijksproblemen hadden en hij met een van Jehovah’s getuigen wilde studeren vanwege de goede verandering die de religie van de Getuigen in het huwelijk van zijn zuster tot stand had gebracht. Dit veroorzaakte echter alleen maar meer strijd, met als gevolg dat zij haar boeltje pakte en met haar zoontje nu onderweg was naar haar moeder. Het gesprek duurde voort en de Getuige liet haar in dit bijbelstudiehulpmiddel de hoofdstukken zien over het huwelijk en de plaats van de man en de vrouw in Gods regeling. Tegen de tijd dat de dame haar bestemming had bereikt, was zij ervan overtuigd dat zij niet alleen naar haar man moest terugkeren, maar dat zij ook samen de bijbel met Jehovah’s getuigen moest bestuderen.
Waarom had deze getuige van Jehovah haar medereizigster in een gesprek betrokken en op het goede nieuws van Gods koninkrijk aangestuurd? Omdat zij er voldoening in vond in de volle-tijddienst van God te staan (Matth. 6:33). Het geven van een dergelijk getuigenis bij elke gelegenheid is terecht een van de manieren waarop Jehovah’s getuigen tonen dat zij volle-tijddienaren van Jehovah God zijn, zelfs wanneer zij slechts betrekkelijk weinig uren aan de predikingsdienst van huis tot huis kunnen besteden. Een andere manier waarop zij dit tonen is, door de raad op te volgen: „Wanneer wij . . . voedsel en kleding hebben, zullen wij daarmee tevreden zijn” (1 Tim. 6:8). Zij beseffen hoe belangrijk het is waakzaam te zijn ten aanzien van hun geestelijke gezindheid, terwijl zij altijd zullen trachten de gelegen tijd voor zichzelf uit te kopen (Ef. 5:15, 16). Velen regelen hun aangelegenheden zodanig, dat zij als volle-tijdpredikers, zendelingen of pioniers, of als volle-tijdwerkers op een van de bijkantoren van het Wachttorengenootschap kunnen dienen. Ook moedigen zij anderen, vooral de jongeren, aan, zulke bevoorrechte takken van dienst op zich te nemen indien zij hiertoe in staat zijn.
Vind dus voldoening en tevredenheid als een volle-tijddienaar van God, terwijl u ook „tevreden [bent] met de tegenwoordige dingen. Want [Jehovah] heeft gezegd: ’Ik zal u geenszins in de steek laten noch u ooit verlaten’”. — Ps. 34:8; Hebr. 13:5.
-