De ondersteunende kracht van Gods Woord
EEN afgesneden bloem houdt het slechts een paar dagen uit. Dan verwelkt ze en sterft. Maar een boom die in een waterrijk gebied is geplant, kan groot en sterk worden en wellicht honderden en zelfs duizenden jaren in leven blijven. Het is interessant dat de bijbel iemand wiens „lust is in de wet van Jehovah” vergelijkt met „een boom, geplant aan waterstromen, die zijn eigen vrucht geeft als het de juiste tijd ervoor is en waarvan het gebladerte niet verwelkt”. — Ps. 1:1-3.
Een boom die geen gebrek aan water heeft, kan sterk worden en vruchten blijven voortbrengen. Insgelijks kan iemand die door ernstige studie en meditatie geregeld van de kostbare, levenonderhoudende waarheid van Gods Woord drinkt, geestelijk sterk worden en vrucht blijven dragen.
Evenals water essentieel is om het leven van zowel planten als dieren te onderhouden, is de waarheid uit Gods Woord van het grootste belang om het geestelijke leven in stand te houden. In deze tijd zijn Jehovah’s dienstknechten in een strijd op leven en dood gewikkeld. Het is zoals de apostel Paulus treffend zei: „Wij hebben geen strijd tegen bloed en vlees, maar tegen . . . de goddeloze geestenkrachten in de hemelse gewesten” (Ef. 6:12). Christenen moeten dus een geestelijke strijd voeren tegen machtige, bovenmenselijke schepselen. In hun pogingen de verhouding waarin Jehovah’s dienstknechten tot God staan, te gronde te richten, nemen deze goddeloze geesten hun toevlucht tot gewelddadige frontale aanvallen, zoals vervolging, en tot subtiele vormen van druk, zoals verleidingen in verband met immoraliteit en materialisme.
Met het oog op de bovenmenselijke kracht en sluwheid van onze vijanden, kunnen wij werkelijk niet verwachten hun aanvallen in eigen kracht te overleven. Als Gods dienstknechten kunnen wij ons echter verlaten op de kracht die Jehovah verschaft. Zolang wij ons volledige vertrouwen op de Almachtige God stellen, kunnen wij dezelfde vaste overtuiging bezitten als de apostel Paulus, die verklaarde: „Voor alle dingen bezit ik de sterkte door hem die mij kracht verleent.” — Fil. 4:13.
Paulus’ verklaring was geen staaltje van hoogdravende welsprekendheid. Hij schreef met een overtuiging die uit een jarenlange persoonlijke ervaring voortsproot. Volgens zijn eigen getuigenis bevond hij zich dikwijls in gevangenissen, heeft hij uitermate veel slagen ontvangen en was hij vaak de dood nabij (2 Kor. 11:23-27). Maar door de kracht die God hem verleende, was hij in staat getrouw in godvruchtige activiteit te volharden, totdat hij door zijn vijanden ter dood werd gebracht.
Wil een christen echter geestelijke kracht verwerven en het vermogen om als een rechtschapen persoon de toekomst tegemoet te zien, dan moet hij een gedegen kennis van Gods Woord bezitten. Door middel van de Schrift heeft onze liefdevolle hemelse Vader ons een onmisbare gids voor een gelukkig leven en een onvergelijkelijke bron van geestelijke kracht gegeven. Gods Zoon besefte beslist welk een levenonderhoudende waarde het Woord van zijn Vader bezat, zoals blijkt uit het feit dat hij er aanhalingen uit deed en in antwoord op een van Satans verzoekingen zei: „Er staat geschreven: ’De mens moet niet van brood alleen leven, doch van elke uitspraak die uit Jehovah’s mond voortkomt.’” — Matth. 4:4.
Tijd en inspanning vereist
Wij kunnen echter niet verwachten dat God ons op miraculeuze wijze kennis van de bijbel schenkt. Om een goed begrip van Gods Woord te krijgen, moeten wij er tijd aan besteden en er moeite voor doen de bijbel te bestuderen en over het geleerde te mediteren.
Het is waar dat, als gevolg van menselijke onvolmaaktheid, heel weinigen van ons een zogenoemd ’fotografisch geheugen’ hebben, waardoor wij in staat zouden zijn alles wat wij bestuderen, te onthouden. Indien wij er echter serieus moeite voor hebben gedaan de bijbel te bestuderen, kunnen wij erop vertrouwen dat Jehovah’s geest ons schriftuurlijke gedachten te binnen zal brengen die ons de leiding en aanmoediging zullen verschaffen welke nodig zijn om aan verscheidene beproevingen het hoofd te bieden. Ook zullen ons de vereiste inlichtingen te binnen schieten om ons geloof te verdedigen. Jezus gaf zijn discipelen de verzekering: „Maakt u er . . ., wanneer zij u overleveren, niet bezorgd over hoe of wat gij zult spreken, want in dat uur zal u gegeven worden wat gij moet spreken; want niet slechts gij spreekt, maar de geest van uw Vader spreekt door u.” — Matth. 10:19, 20.
Natuurlijk is het niet altijd een kwestie van getuigenis afleggen tegenover regeerders of degenen die een uitleg van ons geloof en onze christelijke activiteiten vragen. Heel vaak is het een kwestie van ontberingen lijden en vervolging ondergaan, of zelfs langdurige gevangenschap. Bezit Gods Woord onder zulke omstandigheden ondersteunende kracht? Beslist.
Levende voorbeelden
Velen van Gods dienstknechten kunnen van de wonderbaarlijke ondersteunende kracht van Gods Woord getuigen. Beschouw bijvoorbeeld ware christenen in China eens, van wie er enkelen veel ontberingen in gevangenissen en werkkampen hebben verduurd. Vele jaren lang waren zij niet in het bezit van een bijbel en konden zij niet met medechristenen omgaan. Toch is dat wat zij vóór hun gevangenzetting uit Gods Woord hadden geleerd, hun in de jaren van beproeving tot steun geweest.
Een van hen was Stanley Jones, die in 1958 werd gearresteerd en tot zeven jaar gevangenschap werd veroordeeld. Hoewel hij geen bijbel had, kon hij zich vele schriftplaatsen herinneren en putte hij veel troost en kracht uit het mediteren over deze teksten. Eén tekst die hem veel troost schonk, was Romeinen 12:12, waar staat: „Verheugt u in de hoop die voor u ligt. Volhardt onder verdrukking. Houdt aan in het gebed.”
Nog een voorbeeld is dat van Harold King, die in China werd gearresteerd en tot vijf jaar gevangenschap werd veroordeeld. Broeder King had Gods Woord reeds 26 jaar bestudeerd. Hij had de bijbel zelfs 22 jaar lang constant gebruikt terwijl hij aan het volle-tijdpredikingswerk deelnam. Hierdoor had hij een goed begrip van Gods Woord. Toen hij zich in de gevangenis bevond en van al zijn geestelijke broeders gescheiden was, legde hij de situatie in gebed aan Jehovah voor en vroeg hij wanneer en hoe deze beproeving zou eindigen. Jezus’ woorden in Matthéüs 6:31-34 kwamen in zijn gedachten, en zijn bezorgdheid verdween. Het was alsof Jehovah tot hem zei: ’Leef van de ene dag in de andere en maak je geen zorgen over morgen. Ik zal goed voor je zorgen, net zoals ik dat altijd heb gedaan.’ Broeder King dacht ook aan Gods profeet Jeremia, die eens in een modderige regenput was neergelaten en daar klaarblijkelijk was achtergelaten om te sterven (Jer. 38:6). Jeremia werd echter uit die schijnbaar hopeloze situatie bevrijd. Toen Harold King over dit voorbeeld van getrouwheid uit de oudheid nadacht, wist hij dat Jehovah hem uiteindelijk zou bevrijden, zodat hij in staat zou zijn naar zijn broeders terug te keren en zijn dienst in vrijheid voort te zetten.
Verder steunend op de schragende kracht van Gods Woord, probeerde Harold King zich zo veel mogelijk schriftplaatsen te herinneren, net zoals Stanley Jones dat deed. Indien deze twee christenen in gebreke waren gebleven van tevoren een serieuze en ijverige studie van de bijbel te maken, zouden zij zich dan veel schriftplaatsen hebben kunnen herinneren die een hulp konden zijn om hen geestelijk te ondersteunen?
Dan is er nog het voorbeeld van Nancy Yuen, die in China twintig jaar in gevangenissen en werkkampen heeft doorgebracht. Tijdens de lange periode dat zij gevangen zat, was zij van haar gezin gescheiden en werd zij bovendien voortdurend onder druk gezet om haar geloof te verloochenen. Zij was echter in staat de langdurige, zware beproeving te doorstaan door zich voor kracht en steun op Jehovah en zijn Woord te verlaten. Door de hulp van Gods geest kon zij zich schriftplaatsen herinneren die onder verschillende omstandigheden precies aan haar behoefte schenen te voldoen. Zij stelde het als volgt: „Er schoten mij altijd passende schriftplaatsen te binnen om mij juiste leiding en kracht te geven ten einde aan elke situatie het hoofd te bieden.”
Wanneer zuster Yuen bijvoorbeeld met geweld en mishandeling werd bedreigd, herinnerde zij zich de vertroostende woorden die Jehovah tot de profeet Ezechiël sprak: „Wees niet bevreesd voor hen; en wees niet bevreesd voor hun woorden” (Ezech. 2:6). Wanneer zij haar gezin heel erg miste, kwamen de volgende woorden van Jezus in haar gedachten: „Wie grotere genegenheid voor vader of moeder heeft dan voor mij, is mij niet waardig; en wie grotere genegenheid voor zoon of dochter heeft dan voor mij, is mij niet waardig. En al wie zijn martelpaal niet aanvaardt en mij niet navolgt, is mij niet waardig” (Matth. 10:37, 38). Dit maakte dat zij opnieuw vastbesloten was om tegen elke prijs haar rechtschapenheid te bewaren.
Wanneer zuster Yuen opzettelijk vernederd en mishandeld werd, herinnerde zij zich de manier waarop Jezus’ apostelen reageerden toen zij wegens het prediken van het „goede nieuws” werden gegeseld. Zij hield in gedachte dat zij „van het Sanhedrin vandaan [gingen], verheugd dat zij waardig gerekend waren ten behoeve van [Christus’] naam oneer te lijden” (Hand. 5:40-42). Zo was zij in staat de schande vreugdevol te dragen. Wanneer zij in stoffelijk opzicht gebrek leed, herinnerde zij zich dat ’de mens niet van brood alleen leeft’. — Luk. 4:4.
Zuster Yuen dacht aan vele getrouwe dienstknechten van Jehovah die tijdens ontberingen en beproevingen hun rechtschapenheid jegens God hadden bewaard. Zij putte veel troost uit de voortreffelijke voorbeelden van Job en Daniël, daar zij wist dat zij soortgelijke ervaringen meemaakte als die getrouwe mannen uit de oudheid. Natuurlijk vormde het allergrootste voorbeeld, dat van Christus Jezus, een voortdurende bron van aanmoediging.
In vele andere gevallen hebben Gods hedendaagse dienstknechten in verscheidene delen van de wereld langdurige, moeilijke geloofsbeproevingen verduurd. Deze christenen, die over beproevingen hebben gezegevierd, zijn net zulke gewone mannen en vrouwen als wij allemaal. Maar door hun volledige vertrouwen op God zijn zij in staat geweest enorme ontberingen te verduren. Inderdaad, ’de kracht die datgene wat normaal is te boven gaat, is van God en niet uit henzelf’. — 2 Kor. 4:7.
Gods Woord is „levend en oefent kracht uit”
Weliswaar wordt niet van alle aanbidders van Jehovah vereist dat zij dezelfde moeilijke beproevingen ondergaan, zoals gevangen gezet te worden om hun geloof. Al Gods dienstknechten moeten echter beproevingen van de een of andere aard meemaken, opdat hun geloof grondig getoetst wordt. De beproevingen kunnen zich voordoen in de vorm van tegenstand van de zijde van gezins- of familieleden, verleidingen tot immoraliteit, druk van de zijde van collega’s om de een of andere onschriftuurlijke handelwijze te volgen, zorgen des levens, een slechte gezondheid, verscheidene persoonlijke problemen, enzovoort. Maar ongeacht hoe moeilijk de beproevingen ook zijn, wij kunnen er zeker van zijn dat de troost en de kracht die wij uit Gods Woord putten, in tijd van nood een onschatbare hulp voor ons zullen zijn, doordat ze ons in staat zullen stellen standvastig te blijven en ons geloof in God te behouden. — Rom. 15:4.
Duizenden van Jehovah’s volk kunnen van de ondersteunende kracht van zijn Woord getuigen. Zij zijn in staat geweest vele jaren lang, dag in dag uit, tegenstand van gezins- of familieleden te verduren. Zij hebben in een wereld die steeds immoreler en wettelozer wordt, hun voortreffelijke christelijke gedrag kunnen bewaren. Zij zijn in staat geweest om ondanks spotternijen en verachting van de zijde van een ongelovige maatschappij, een krachtig geloof ten toon te spreiden. Deze werkelijke, levende voorbeelden laten zien dat Gods Woord ’levend is en kracht uitoefent’ (Hebr. 4:12). Het kan vergeleken worden met een zwaard dat zowel voor aanvals- als verdedigingsdoeleinden wordt gebruikt. Een zwaard heeft echter niet veel nut in de handen van een persoon die nooit getraind is om het te gebruiken. Zo is ook Gods Woord van weinig nut voor iemand die er een zeer beperkte kennis van heeft en die niet weet hoe hij het in zijn leven moet toepassen. — Ef. 6:17.
Gods Woord is tot stand gekomen door Jehovah’s heilige geest, de sterkste kracht in het universum. Ten einde dit Woord goed te begrijpen, dienen wij het gebedsvol met de hulp van Gods geest en te zamen met de gemeente van zijn volk te bestuderen (Matth. 24:45-47; Hand. 8:30-35; 1 Kor. 2:10). Alhoewel deze wereld een periode van weergaloze beroering en moeilijkheden doormaakt, hetgeen zeer beproevingsvolle omstandigheden tot gevolg heeft, kunnen wij kracht putten uit de Schrift. Ja, nu is het de tijd om Gods Woord ijverig te bestuderen, ten einde volledig voordeel te trekken van de wonderbaarlijke ondersteunende kracht die het bezit.