-
Ouders, bereik het hart van uw kindDe Wachttoren 1982 | 1 februari
-
-
ontwikkelt. Ook al is dit iets wat het kind zelf moet doen, kan een ouder toch helpen. In de eerste plaats zal uw eigen voorbeeld van toewijding een levend patroon verschaffen dat nagevolgd kan worden. Degenen die in het eerste-eeuwse Thessaloníka christenen werden, zagen „wat voor soort van mensen” Paulus en zijn metgezellen waren en werden „navolgers” die dezelfde „sterke overtuiging” ontwikkelden (1 Thess. 1:4-6). Wat voor ’soort van persoon’ zien uw kinderen in u? Zien zij uw „sterke overtuiging”, en merken zij op dat u uw gehele leven rond uw toewijding aan God opbouwt en offers brengt voor zijn aanbidding? Zien zij uw sterke afkeer van immoraliteit doordat u zich niet laat vermaken door wat moreel corrupt is? Zien zij een voorbeeld van liefde in de wijze waarop u uw huwelijkspartner behandelt of met anderen omgaat? Horen zij u over Jehovah praten op een wijze die duidelijk te kennen geeft dat hij een levende werkelijkheid is voor u? Zo’n voorbeeld zal een aansporing voor het kind vormen om offers te brengen ten einde Jehovah’s wet te houden. Uw kind zal inzien dat een dergelijke handelwijze belangrijk is.
20. Waardoor kan de uitwerking van de goede opleiding die u geeft, teniet worden gedaan?
20 Ook door nauwlettend op de omgang van uw kinderen toe te zien en metgezellen voor hen uit te kiezen die een geestelijke „sterke overtuiging” ten toon spreiden, zullen uw krachtsinspanningen meer effect hebben. Niets kan uw werk sneller tenietdoen dan slechte metgezellen voor uw kinderen — zelfs al blijken dezen zich in de christelijke gemeente te bevinden. Zulke slechte metgezellen kunnen de geestelijke gezindheid van uw kind te gronde richten en een generatiekloof veroorzaken. — Spr. 13:20; Jud. 3, 4, 12, 16, 19.
21. (a) Wat schenkt volgens 1 Johannes 2:14 geestelijke kracht, en welke verantwoordelijkheid legt dit op de schouders van de ouders? (b) Welke suggesties hebt u om zulke studies op geregelde basis te houden en interessant te laten zijn?
21 Als ouder moet u overtuigd zijn van de kracht van Gods Woord, de bijbel. De apostel Johannes zei dat de geestelijk sterke „jongemannen” in de gemeente waaraan hij schreef, ’de goddeloze hadden overwonnen’ doordat ’het woord van God in hen bleef’ (1 Joh. 2:14). Behalve dat godvruchtige ouders een intieme gezinsband bevorderen en een goed voorbeeld geven, dienen zij er dus ook regelingen voor te treffen dat Gods Woord geregeld door het gezin wordt bestudeerd, opdat de boodschap ervan diep in het hart van het opgroeiende kind zal doordringen. Eén echtpaar zag tot hun leedwezen twee van hun drie kinderen gedurende de tienerjaren het slechte pad opgaan. De vader, die hen vanaf hun prille jeugd in een christelijk gezin had opgevoed, gaf toe: „Als ik de kans had het opnieuw te doen, zou ik meer de hand houden aan een geregelde gezinsbijbelstudie. Bij ons ging het altijd ’zoals het uitkwam’. Ik weet dat een geregelde studie ons als gezin meer bijeengehouden zou hebben en hen geestelijk veel sterker gemaakt zou hebben.” Een goede voorbereiding van de zijde van de ouders, terwijl een mechanische, stijve en al te formele procedure wordt vermeden en de studie aan de behoeften van de kinderen wordt aangepast, zal maken dat men naar de bespreking uitziet en zal het gezin in geestelijk opzicht verenigen. Wij geven toe dat gezien de vele dingen die beslag leggen op de tijd van ouders, dit inderdaad niet gemakkelijk is, maar de kwaliteit van de tijd die gezamenlijk wordt doorgebracht, is belangrijker dan de lengte van zulke besprekingen. Bovendien moet kinderen worden geleerd zelf goede persoonlijke studiegewoonten te ontwikkelen. — Deut. 6:4-9.
22. Hoe kunt u uw kind leren zinvolle gebeden op te zenden?
22 Zoals uit de ervaring op bladzijde 13 blijkt, leiden intieme, innige gebeden ertoe dat er een intieme verhouding tot God wordt opgebouwd. Help uw kind de noodzaak van het gebed te leren inzien en te weten hoe hij ’zijn hart kan uitstorten’ voor Jehovah (Ps. 62:8). Laat uw kind uw innige gebeden horen. Bespreek met hem wat hij in zijn gebeden kan opnemen. Door hem te vertellen hoe Jehovah uw gebeden heeft verhoord en door hem ertoe aan te sporen naar verhoringen van zijn gebeden uit te zien, zal het kind beseffen dat gebed kracht heeft.
23, 24. (a) Waarom dient een kind de vrees voor Jehovah te worden bijgebracht? (b) Met wie dienen ouders geregeld in de velddienst te werken, en waarom?
23 „De vertrouwelijke omgang met Jehovah behoort hun toe die hem vrezen”, schreef koning David (Ps. 25:14). Wil uw kind werkelijk een intieme verhouding tot God ontwikkelen, dan moet hij een gezonde vrees hebben voor de vreselijke gevolgen van het mishagen van „de levende God” (Hebr. 10:31; Spr. 8:13). Het is inderdaad waar dat het kind Jehovah moet liefhebben en een grote waardering moet hebben voor Zijn liefderijke goedheid, maar hij moet ook een diep respect hebben voor Jehovah’s vermogen te straffen of toe te laten dat men ’oogst wat men heeft gezaaid’ (Gal. 6:7). Als deze gezonde „vrees” vanaf de prille jeugd is ingeprent, zal het kind een goed geweten ontwikkelen. In plaats van te denken ’Het is in orde zolang ik niet gesnapt word’, zal hij er net zo over denken als Jozef die weerstand bood aan de verleiding tot immoraliteit en zei: „Hoe zou ik . . . deze grote slechtheid kunnen begaan en in werkelijkheid zondigen tegen God?” — Gen. 39:7-9.
24 Door in de christelijke bediening samen te werken, zult u uw kind helpen dezelfde zorgzame belangstelling voor mensen te ontwikkelen die Jehovah bezit. Naarmate uw kind in waardering groeit, zal hij van harte beseffen hoe hij ’velen rijk kan maken’ door hun het „goede nieuws” te onderwijzen dat heilzame veranderingen in hun leven kan teweegbrengen. Deze bediening is ook een fijn hulpmiddel om een intieme verhouding tot God te ontwikkelen. — 2 Kor. 6:10.
HULP NODIG DIE DATGENE WAT NORMAAL IS TE BOVEN GAAT
25, 26. (a) Waarom hebben ouders hulp nodig ’die datgene wat normaal is te boven gaat’? (b) Waar komt deze hulp vandaan? (c) Wat deed één vader toen hij dacht dat hij zijn kind ’had verloren’, en wat besefte hij later?
25 „Het is niet gemakkelijk de ouder van tieners te zijn”, zei een christelijke vader die uiting gaf aan zijn verslagenheid over zijn teruggetrokken zestienjarige dochter. Op dit meisje werd van de zijde van jongens op school veel druk uitgeoefend. „Ik bid heel vaak zelf en met haar samen — maar ik maak me nog altijd zorgen.” Hij was zich inderdaad bewust van de noodzaak van goddelijke hulp waardoor hij en zijn dochter kracht zouden ontvangen „die datgene wat normaal is te boven gaat”. — 2 Kor. 4:7.
26 Ouders kunnen zich soms, wanneer het lijkt alsof al hun krachtsinspanningen falen, erg hulpeloos voelen. Maar geef de moed niet op! Eén christelijke vader gaf toe dat hij, wegens de weerspannige neigingen van zijn jongen, op een zeker moment het gevoel had dat hij zijn zoon had „verloren”, terwijl hij hem toch van kinds af in de christelijke leer had grootgebracht. „Ik viel op mijn knieën en bad tot de tranen mij over de wangen rolden, en ik smeekte Jehovah mij te helpen”, verklaarde deze vader. „Jehovah verhoorde die gebeden en de jongen veranderde geleidelijk aan ten goede. Ik ben beslist dichter tot Jehovah gekomen toen ik in mijn gezin zijn hand aan het werk zag.” Ja, zie voor hulp naar Jehovah op; vertrouw op hem. Bid met uw kinderen en voor hen. Zie in uw gezin Jehovah’s hand aan het werk. — 1 Thess. 5:17.
27. (a) Wie moet Gods wet op het hart van het kind schrijven? (b) Hoe voelt u zich als ouders wanneer uw kind er blijk van geeft dat zijn of haar hart ’wijs is geworden’?
27 Besef dat het kind uiteindelijk Jehovah’s wetten op zijn of haar hart moet schrijven. (Vergelijk Spreuken 3:1-4.) Doe als ouder echter alles wat in uw vermogen ligt om het hart van uw kind te bereiken. Wat is het een beloning te zien dat het kind loyaal aan de waarheid blijft vasthouden! Wat een reden heeft ’uw hart om zich te verheugen’ als uw kinderen er blijk van geven dat hun hart „wijs geworden is”! (Spr. 23:15) U zult zijn als de apostel Johannes, die over zijn geestelijke kinderen kon zeggen: „Ik heb geen grotere reden tot dankbaarheid dan deze dingen, dat ik hoor dat mijn kinderen voortgaan in de waarheid te wandelen.” — 3 Joh. 4.
-
-
Bijbelcritici herzien hun meningDe Wachttoren 1982 | 1 februari
-
-
Bijbelcritici herzien hun mening
IN DE twintigste eeuw is er veel vooruitgang geboekt in het vaststellen van een nauwkeuriger bijbeltekst. De ontdekking van vele oude handschriften, vooral de Chester Beatty en de Bodmer papyri en de Dode-Zeerollen, heeft het mogelijk gemaakt een tekst vast te stellen die veel dichter bij het origineel ligt dan vele geleerden hadden gehoopt te bereiken. Door een beter begrip van het oorspronkelijke Hebreeuws en Grieks kon de bijbel nauwkeuriger in vele over de gehele wereld voorkomende talen vertaald worden. Daardoor zou men geneigd zijn te denken dat zulk een vooruitgang de ideeën van tweehonderd jaar geleden sterk verouderd maakt, ook al heeft het werk dat in die tijd is gedaan, veel tot die vooruitgang bijgedragen.
Het is daarom misschien verrassend te bemerken dat de ideeën van Johann Jakob Griesbach (1745-1812) thans opnieuw in discussie worden gebracht. In 1976 werd er in Münster in de Bondsrepubliek Duitsland een conferentie gehouden die alleen aan het werk van deze geleerde was gewijd. Waarom wordt zijn werk opnieuw bekeken?
Nadat Griesbach op 23-jarige leeftijd een academische graad had behaald, maakte hij een rondreis door Europa, waarbij hij bibliotheken bezocht om de handschriften van de christelijke Griekse Geschriften te onderzoeken. De resultaten van dit onderzoek werden in 1774 en 1775 gepubliceerd, en zijn Griekse tekst (in latere uitgaven) werd door een aantal bijbelvertalers gebruikt.
Griesbach gebruikte voor het eerst handschriften die ouder waren dan die Erasmus in 1516 G.T. in zijn Griekse tekst opnam. De belangrijkheid van dit speurwerk blijkt uit het volgende commentaar: „Griesbach besteedde er vele uren aan,
-