De „lucht” van deze wereld inademen is dodelijk!
„God [heeft] ú levend gemaakt, ofschoon gij dood waart in uw overtredingen en zonden, waarin gij eens hebt gewandeld . . . overeenkomstig de heerser van de autoriteit der lucht.” — EFEZIËRS 2:1, 2.
1. Waarom is luchtvervuiling dodelijk geworden voor de mensen?
EEN teug frisse lucht! Wat is dit verfrissend voor iemand die zich in een bedompt vertrek heeft opgehouden! Maar zelfs in de vrije natuur vormt vervuiling een groot probleem in deze tijd. De concentraties van giftige substanties die in de lucht zijn gespuid, hebben in veel landen alarmerende niveaus bereikt. Giftige dampen, radioactief stof, ziektekiemen en bepaalde virussen vinden alle hun weg door de lucht. De levenonderhoudende lucht, waarin onze Schepper zo royaal heeft voorzien, wordt ten gevolge van ’s mensen hebzucht en onverschilligheid steeds dodelijker.
2. Welke verontreinigde „lucht” is gevaarlijker dan de vervuilde lucht die wij misschien inademen?
2 Hoe gevaarlijk luchtvervuiling ook is, toch is er een nog dodelijker soort vervuilde „lucht”. Het is geen lucht die verontreinigd is door het ongeluk in de kerncentrale van Tsjernobyl (USSR) en ook is het niet de met smog bezwangerde lucht boven Los Angeles (Californië, VS). Nee, wij verkeren in gevaar nog veel dodelijker „lucht” in te ademen. De apostel Paulus had het hierover toen hij aan medechristenen zei: „God [heeft] ú levend gemaakt, ofschoon gij dood waart in uw overtredingen en zonden, waarin gij eens hebt gewandeld overeenkomstig het samenstel van dingen van deze wereld, overeenkomstig de heerser van de autoriteit der lucht, de geest die thans werkzaam is in de zonen der ongehoorzaamheid.” — Efeziërs 2:1, 2.
3, 4. (a) Wie is „de heerser van de autoriteit der lucht”? (b) Waarom is de „lucht” van Efeziërs 2:1, 2 niet de verblijfplaats van de demonen?
3 Wat is deze „lucht”? Paulus laat zien dat die „lucht” „autoriteit” of macht heeft en onder een „heerser” staat. Er bestaat geen twijfel over de vraag wie deze heerser is. Hij is Satan de Duivel, degene die door Jezus Christus „de heerser van deze wereld” werd genoemd (Johannes 12:31). In het besef hiervan denken sommige bijbelgeleerden dat Paulus zijn gedachte ontleent aan joodse of heidense bronnen en met de lucht doelde op de verblijfplaats van de demonen, die onder de heerschappij van de Duivel staan. In veel bijbelvertalingen komt deze zienswijze tot uiting. Doch deze „lucht” is niet hetzelfde als „de hemelse gewesten” waarin „de goddeloze geestenkrachten” verblijf houden. — Efeziërs 6:11, 12.
4 Toen Paulus aan de christenen in Éfeze schreef, waren Satan en de demonen nog steeds in de hemel, ofschoon zij niet Gods gunst genoten. Zij moesten nog uit de hemel naar de omgeving van de aarde geworpen worden (Openbaring 12:7-10). Bovendien houdt lucht meer verband met mensen dan met geestelijke schepselen. Derhalve zou de mensenmaatschappij er de gevolgen van ondervinden wanneer de laatste schaal van Gods toorn op „de lucht” zou worden uitgegoten. — Openbaring 16:17-21.
5. Wat is de „lucht” waarover wij het hier hebben, en welke invloed oefent die op mensen uit?
5 Het schijnt dus zo te zijn dat Paulus de letterlijke lucht of atmosfeer gebruikt ter illustratie van de algemene geest of overheersende houding van zelfzucht en ongehoorzaamheid die wordt weerspiegeld door mensen die van God vervreemd zijn. Ze komt overeen met „de geest die thans werkzaam is in de zonen der ongehoorzaamheid” en „de geest van de wereld” (Efeziërs 2:2; 1 Korinthiërs 2:12). Net zoals de letterlijke lucht overal om ons heen is, gereed om ingeademd te worden, zo is ook „de geest van de wereld” altijd aanwezig. Van kindsbeen af tot aan het graf toe doortrekt, beïnvloedt en vormt deze geest de denk- en handelwijze van de mensen terwijl zij hun verlangens, verwachtingen en ambities trachten te verwezenlijken.
6. (a) Hoe wordt de kracht van de „lucht” van deze wereld versterkt, en hoe oefent ze „autoriteit” uit? (b) Hoe kan iemand er door het inademen van deze „lucht” toe gebracht worden de opstandige handelwijze van de Duivel na te bootsen?
6 Deze geest van zondigheid en opstand heeft in de onvolmaakte mensenmaatschappij de overhand. Terwijl deze „lucht” wordt ingeademd, wordt de dodelijke kracht ervan versterkt door druk van de zijde van leeftijdgenoten en collega’s en een steeds toenemende begeerte naar zingenot. Aldus oefent ze onmiskenbare „autoriteit” over mensen uit. (Vergelijk Romeinen 6:12-14.) De Duivel is natuurlijk degene uit wie alles wat goddeloos is, voortspruit (Johannes 8:44). Derhalve brengt hij mensen onder zijn invloed om hen ertoe te bewegen zijn opstandige handelwijze na te bootsen en daardoor is hij de inspirator van deze gemeenschapsgeest of „lucht” en vormt en beheerst die. Als de „heerser” over deze sinistere macht of „autoriteit” gebruikt Satan die om de denkwijze van mensen te beheersen. De bestanddelen ervan hebben ten doel dat mensen zo in beslag genomen worden door het bevredigen van vleselijke verlangens en het najagen van wereldse belangen dat zij geen tijd of zin hebben om God te leren kennen en zich te onderwerpen aan zijn heilige geest, „de geest die levengevend is” (Johannes 6:63). Zij zijn geestelijk dood.
7. (a) In welk opzicht waren christenen eens „kinderen der gramschap”? (b) Welke verandering vond er plaats toen wij christenen werden?
7 Ook christenen bevonden zich onder de „autoriteit” of heerschappij van deze vervuilde „lucht” voordat zij de waarheid uit Gods Woord leerden kennen en zich naar zijn rechtvaardige maatstaven begonnen te schikken. „Ja, onder hen [wereldse mensen] hebben wij allen ons eens overeenkomstig de begeerten van ons vlees gedragen, doordat wij de dingen deden die het vlees en de gedachten wilden, en wij waren van nature kinderen der gramschap, evenals de overigen.” Maar toen wij christenen werden, hielden wij ermee op de dodelijke „lucht” van deze wereld in te ademen. Wij ’deden de oude persoonlijkheid, die met onze vroegere levenswandel overeenkwam, weg, en deden de nieuwe persoonlijkheid aan die naar Gods wil werd geschapen in ware rechtvaardigheid en loyaliteit’. — Efeziërs 2:3; 4:22-24.
8. Hoe komt onze huidige situatie overeen met die van de natie Israël in de wildernis?
8 Het gevaar bestaat nu dat wij, nadat wij de vervuilde atmosfeer van deze wereld zijn ontvlucht, ertoe verlokt kunnen worden erin terug te keren. Hier staan wij nu, ver in „de tijd van het einde” en op de drempel van de nieuwe wereld (Daniël 12:4). Wij willen de strijd beslist niet opgeven door in dezelfde strikken te geraken als de Israëlieten. Nadat zij op wonderbaarlijke wijze uit Egypte waren bevrijd en bij de grens van het Beloofde Land waren aangekomen, werden duizenden van hen „neergeveld in de wildernis”. Waarom? Omdat sommigen afgodendienaars werden, anderen hoererij bedreven en nog weer anderen Jehovah op de proef stelden door hun gemurmureer en geklaag. Paulus laat krachtig uitkomen welke les wij hieruit moeten trekken door te zeggen: „Deze dingen nu bleven hun overkomen als voorbeelden en ze werden opgeschreven tot een waarschuwing voor ons, tot wie de einden van de samenstelsels van dingen gekomen zijn.” — 1 Korinthiërs 10:1-11.
9. (a) Hoe kunnen wij in de wereld zijn en er toch geen deel van uitmaken? (b) Wat moeten wij zijn om te voorkomen dat wij teruggezogen worden in de dodelijke atmosfeer van de wereld?
9 Met betrekking tot zijn discipelen bad Jezus: „Zij [zijn] geen deel van de wereld . . ., evenals ik geen deel van de wereld ben. Ik verzoek u niet, hen uit de wereld te nemen, maar over hen te waken vanwege de goddeloze” (Johannes 17:14, 15). Jehovah zal ons behoeden, maar hij plaatst geen „omheining” om ons heen en ook beschermt hij ons niet op wonderbare wijze voor de „lucht” van deze wereld (Job 1:9, 10). Wij bevinden ons dus in de moeilijke situatie dat wij in Satans wereld zijn maar er toch geen deel van uitmaken, dat wij omgeven worden door de verontreinigde „lucht” van de wereld maar die toch niet inademen. Wanneer wij wereldse publikaties lezen, naar de tv kijken of naar plaatsen gaan waar amusement wordt geboden, zullen wij waarschijnlijk blootgesteld worden aan de „lucht” van de wereld. Hoewel enig contact met wereldse mensen onvermijdelijk is — op ons werk, op school en in andere opzichten — moeten wij waakzaam zijn ten einde het te vermijden teruggezogen te worden in de dodelijke atmosfeer van deze wereld. — 1 Korinthiërs 15:33, 34.
10, 11. (a) Hoe zou onze aanwezigheid in Jehovah’s geestelijke paradijs vergeleken kunnen worden met het zitten in een „niet roken”-gedeelte van een restaurant? (b) Welke stappen dienen gedaan te worden wanneer wij bemerken dat vleugjes van de „lucht” van deze wereld onze kant op waaien?
10 Wij zouden onze situatie kunnen vergelijken met die in een restaurant waar een gedeelte voor rokers gereserveerd is en een ander gedeelte voor niet-rokers. Als christenen in Jehovah’s geestelijke paradijs bevinden wij ons terecht in het gedeelte voor niet-rokers, ver van de geest van deze wereld vandaan. Stellig zullen wij niet opzettelijk in het gedeelte voor rokers gaan zitten. Dat zou dwaas zijn. Maar wat gebeurt er vaak wanneer wij in het „niet roken”-gedeelte van een restaurant zitten? Welnu, de met rook bezwangerde, verontreinigde lucht drijft in onze richting en wij ademen er vleugjes van in! Wanneer dit gebeurt, vinden wij de vervuilde lucht dan aanlokkelijk? Of gaan wij niet liever zo snel mogelijk ergens anders zitten?
11 Maar wat doet u wanneer vleugjes van de „lucht” van deze wereld uw kant op waaien? Doet u onmiddellijk stappen om deze bedorven invloed te ontlopen? Als u daar blijft en die „lucht” inademt, kunt u er zeker van zijn dat uw denkwijze beïnvloed zal worden. Hoe langer u deze „lucht” inademt, hoe groter de tolerantie wordt die u ten aanzien ervan zult opbouwen. Bovendien zal na verloop van tijd de reuk ervan niet meer zo weerzinwekkend zijn maar aantrekkingskracht bezitten, een stimulerende uitwerking hebben, aangenaam zijn voor het vlees. Het een of andere geheime verlangen dat u met veel strijd heeft proberen te onderdrukken, kan erdoor geprikkeld worden.
12. Wat is er nodig om te vermijden beïnvloed te worden door die bestanddelen van de „lucht” van deze wereld die niet gemakkelijk waargenomen worden?
12 Zoals koolmonoxide, een van de stoffen waardoor de letterlijke lucht verontreinigd wordt, reukloos en smaakloos is, worden ook sommige dodelijke vervuilende stoffen in de „lucht” van deze wereld niet gemakkelijk waargenomen. Het gevaar schuilt derhalve daarin dat wij de ’dodelijke dampen’ misschien pas waarnemen als wij de slechte gevolgen ervan ondervinden. Daarom moeten wij oppassen dat wij niet in een dodelijke valstrik worden geleid door de toegeeflijke houdingen van deze wereld of haar ongehoorzaamheid aan Gods maatstaven van rechtvaardigheid. Paulus moedigde zijn medechristenen ertoe aan „elkaar elke dag [te] . . . vermanen, opdat niemand van u wordt verhard door de bedrieglijke kracht der zonde”. — Hebreeën 3:13; Romeinen 12:2.
Waaruit bestaat de „lucht” van deze wereld?
13. (a) Wat is één bestanddeel van de „lucht” van deze wereld waarvoor wij op onze hoede moeten zijn? (b) Hoe blijkt duidelijk dat deze „lucht” enkele leden van Jehovah’s volk beïnvloed heeft?
13 Welke algemeen voorkomende geesteshoudingen zouden wij vanwege de krachtige invloed van de „lucht” van deze wereld kunnen gaan aannemen zonder ons hier zelfs maar bewust van te zijn? Eén zo’n geesteshouding is de neiging om met immorele dingen te spelen. Wij worden omgeven door de ideeën die deze wereld heeft met betrekking tot seks en moraliteit. Velen zeggen: ’Er is niets op tegen hoererij te bedrijven, kinderen te krijgen zonder getrouwd te zijn en homoseksualiteit te beoefenen. Wij doen alleen maar wat normaal, natuurlijk, is.’ Heeft deze „lucht” of wereldse geest Jehovah’s volk beïnvloed? Jammer genoeg moesten er gedurende het dienstjaar 1986 37.426 personen uit de christelijke gemeente gesloten worden, in de meeste gevallen voor het bedrijven van seksuele immoraliteit. En hierbij is niet inbegrepen het nog grotere aantal dat voor immoraliteit terechtgewezen maar op grond van hun oprechte berouw niet uitgesloten werd. — Spreuken 28:13.
14. Waarom wijken sommige christenen op moreel gebied van de rechte weg af, en welke schriftuurlijke raad verwerpen zij?
14 Wat gebeurt er in het geval van degenen die zwichten voor seksuele immoraliteit? Wanneer de feiten aan het licht komen, blijkt vaak dat zij er weer mee begonnen zijn de dodelijke „lucht” van deze wereld in te ademen. Zij hebben toegelaten dat wereldse opvattingen hen ertoe gebracht hebben hun maatstaven te verlagen. Misschien zijn zij bijvoorbeeld weer naar films gaan kijken waar zij jaren geleden van zouden zijn weggelopen. Wat nog erger is, met behulp van hun video-apparatuur kijken zij thuis misschien naar films die duidelijk ongeschikt zijn voor een christen. Op zo’n wijze met immorele dingen spelen, is lijnrecht in strijd met de schriftuurlijke vermaning: „Laat hoererij en allerlei onreinheid of hebzucht onder u zelfs niet ter sprake komen, zoals het heiligen past; ook geen schandelijk gedrag noch dwaas gepraat noch ontuchtig gescherts.” — Efeziërs 5:3, 4.
15. Hoe zou verleiding om met seksuele immoraliteit te spelen onopvallend kunnen beginnen?
15 Ja, het kan zijn dat u ieder rechtstreeks voorstel om hoererij te bedrijven, snel van de hand wijst. Maar wat doet u wanneer iemand op het werk of op school met u probeert te flirten, zich te veel lichamelijke vrijpostigheden tracht te veroorloven of u uitnodigt om samen uit te gaan? Vleugjes van de „lucht” van deze wereld waaien aldus uw kant op. Vindt u het eigenlijk wel fijn zo’n aandacht te krijgen, ja, moedigt u er door uw houding toe aan? Uit rapporten van ouderlingen blijkt dat kwaaddoen vaak op zulke onopvallende manieren begint. Een wereldse man zegt misschien tegen een christelijke vrouw: „Wat zie je er vandaag leuk uit!” Dit klinkt haar misschien prettig in de oren, vooral als zij zich wat eenzaam voelt. Wat ernstiger is, sommigen hebben niet verstandig gereageerd op pogingen tot onjuiste handtastelijkheden. Zij hebben de indruk gegeven dat zij er bezwaar tegen maakten maar hebben dit op zo’n halfslachtige manier gedaan dat de wereldse persoon werd aangemoedigd ermee voort te gaan. Wat moet een christelijke vrouw doen indien zulke immorele avances jegens haar blijven aanhouden, gelijk krachtige vleugen vervuilde lucht die in haar richting waaien? Zij dient hem ferm te zeggen dat zij niet gediend is van zijn attenties en daar niet op in zal gaan. Als zij deze „lucht” blijft inademen, zal zij waarschijnlijk steeds minder weerstand gaan bieden. Zij zou ertoe gebracht kunnen worden immoraliteit te bedrijven, zo niet een onverstandig huwelijk aan te gaan. — Vergelijk Spreuken 5:3-14; 1 Korinthiërs 7:39.
16. Wat is er nodig om „een welriekende geur van Christus” te zijn?
16 Wees er daarom snel bij de immorele, dodelijke „lucht” van deze wereld van de hand te wijzen. Word door uw godvruchtige houding en gedrag een welriekende geur voor God in plaats van door de knieën te gaan voor de verleidelijke geur van de wereldse „lucht” en smaad op Jehovah’s naam en organisatie te brengen. Paulus stelde het aldus: „Want voor God zijn wij een welriekende geur van Christus onder hen die gered worden en onder hen die vergaan; voor de laatsten een geur uitgaande van dood tot dood, voor de eersten een geur uitgaande van leven tot leven” (2 Korinthiërs 2:15, 16). Wat doet het ertoe dat velen hun neus optrekken voor de christelijke loopbaan? (1 Petrus 4:1-5) Laat de wereld haar eigen weg maar gaan en de slechte vruchten ervan oogsten in de vorm van uiteengevallen huisgezinnen, onwettige geboorten, door seksueel contact overgedragen ziekten, zoals AIDS, en talloze andere emotionele en fysieke rampspoeden. Niet alleen zal u veel leed bespaard worden maar u zult ook de gunst van God genieten. Bovendien zal uw goede gedrag en de Koninkrijksboodschap die u predikt, ten minste op enkele personen indruk maken en hierdoor zullen zij aangetrokken worden tot de „geur uitgaande van leven tot leven”.
De „lucht” van wereldse stijlen
17. Hoe kan iemands kledingstijl en uiterlijke verzorging onthullen dat hij door de geest van deze wereld beïnvloed is?
17 Nog een aspect van de „lucht” van deze wereld heeft betrekking op kledingstijlen en uiterlijke verzorging. Velen in de wereld kleden zich op zo’n manier dat het hun sexappeal geeft. Zelfs kinderen die nog geen tieners zijn, willen door de sexy make-up die zij gebruiken ouder lijken. Wordt u beïnvloed door deze overal aanwezige „lucht” of wijdverbreide geesteshouding? Is de wijze waarop u zich kleedt erop gericht bij anderen het bloed sneller te laten stromen, hen uit te dagen en op onjuiste wijze de belangstelling van leden van de andere sekse te prikkelen? Indien dit zo is dan speelt u met vuur. Deze „lucht” inademen, zal uw geest van bescheidenheid, uw wens om eerbaar te blijven, verstikken (Micha 6:8). Degenen die een wereldse geest hebben, zullen zich tot u aangetrokken voelen. Uw daden brengen bij hen de boodschap over dat u er klaar voor bent met hen mee te doen aan het bedrijven van immoraliteit. Maar waarom zou u deze richting inslaan en u er door deze „lucht” toe laten verlokken datgene te doen wat kwaad is in Gods ogen?
18. Hoe zullen wij door altijd in gedachte te houden dat wij Jehovah vertegenwoordigen, geholpen worden een juiste kledingstijl en uiterlijke verzorging te kiezen?
18 Om bescheiden te zijn, hoeft onze kleding of uiterlijke verzorging niet van inferieure kwaliteit, slordig en onaantrekkelijk te zijn. Kijk eens hoe netjes de overgrote meerderheid van Jehovah’s Getuigen gekleed gaat en hoe keurig verzorgd zij eruitzien. Zij vermijden de extreme stijlen van deze wereld maar hun verschijning is aantrekkelijk, waarbij zij in gedachte houden dat zij bedienaren zijn die de Soeverein van het universum, Jehovah, vertegenwoordigen. Laat de oude wereld maar kritiek oefenen op hun bescheiden kledingstijl en uiterlijke verzorging. Zij wagen het niet zich er door de opvattingen van deze wereld toe te laten brengen hun christelijke maatstaven te verlagen. „Dit zeg ik daarom en leg daarvan getuigenis af in de Heer,” schreef de apostel Paulus, „dat gij niet langer moet blijven wandelen zoals ook de natiën wandelen in de vruchteloosheid van hun denken . . . Daar zij elk zedelijkheidsbegrip hebben verloren, hebben zij zich overgegeven aan een losbandig gedrag om hebzuchtig allerlei onreinheid te bedrijven” (Efeziërs 4:17-19). Een rijpe christen zal zich bescheiden kleden en niet wandelen zoals de natiën dit doen. — 1 Timótheüs 2:9, 10.
19. Wat is na twee belangrijke bestanddelen van de „lucht” van deze wereld beschouwd te hebben reeds duidelijk geworden met betrekking tot het gevaar van het inademen van die „lucht”?
19 Tot hiertoe hebben wij slechts twee bestanddelen van de „lucht” van deze wereld beschouwd. Maar wij hebben reeds gezien dat deze „lucht” zeer schadelijk is voor de geestelijke gezondheid. In het volgende artikel zullen wij ons bezighouden met andere kenmerken van deze dodelijke „lucht” die de Duivel en zijn stelsel voortdurend in de richting van christenen doen waaien, in de hoop dat zij ervoor zullen zwichten. Het is uitermate belangrijk dat wij deze „lucht” mijden want het in ons opnemen van de geest van deze wereld staat gelijk met het inademen van dodelijke dampen!
Welk antwoord zou u geven?
◻ Wat is de „lucht” van deze wereld, en wie is de heerser ervan?
◻ Welke „autoriteit” oefent de „lucht” van de wereld over mensen uit?
◻ Waarom kan er gezegd worden dat christenen zich in een „niet roken”-gedeelte bevinden?
◻ Hoe kan de „lucht” van deze wereld Jehovah’s volk beïnvloeden met betrekking tot het spelen met dingen die immoreel zijn?
◻ Hoe kan bescheidenheid ons helpen te vermijden beïnvloed te worden door de „lucht” van deze wereld op het gebied van kleding en uiterlijke verzorging?
[Illustratie op blz. 10]
Weigert u de dodelijke „lucht” van deze wereld in te ademen?
[Illustratie op blz. 13]
Wat doet u wanneer vleugjes „lucht” van deze wereld uw kant uit waaien?