Lied 112
Jehovah is groot en verheven
Gedrukte editie
1. Vader Jehovah, groot en verheven,
niemand heeft meer waardigheid,
goedheid siert uw majesteit.
Altijd rechtvaardig oefent u macht uit.
U bent God in eeuwigheid.
2. U telt geen fouten, zonden en zwakten.
U verklaart barmhartig rein
wie ook zelf barmhartig zijn.
Liefdevol Vader, Koning en Rechter,
u alleen bent Soeverein.
3. Mensen en eng’len zingen u lof toe:
heilig toch uw grote naam,
zuiver die van alle blaam.
Uw rijk regeert straks over de aarde.
Dan wordt echt uw wil gedaan.
(Zie ook Deut. 32:4; Spr. 16:12; Matth. 6:10; Openb. 4:11.)