LIED 39
Een goede naam bij God opbouwen
Gedrukte editie
1. Vertel mij Vader: Heb ik een goede naam?
Ben ik gehoorzaam? Heb ik uw wil gedaan?
Ik weet: u kijkt naar mij, u bent steeds heel dichtbij,
en als ik wijs ben, maak ik u blij.
2. Soms trekt de wereld. Stel dat ik daarvoor ga?
Stel dat ik rijk word, of hoog in aanzien sta?
’k Weet dat het zinloos is, dat ik me dan vergis,
want eeuwig leven loop ik dan mis.
3. Hoe hou ik eeuwig bij u een goede naam?
Mag ik voor altijd in uw gedenkboek staan?
U weet: ik blijf u trouw omdat ik van u hou,
en dat ik u nooit verlaten zou.
(Zie ook Gen. 11:4; Spr. 22:1; Mal. 3:16; Openb. 20:15.)