Ik wil het

1. Jezus’ liefde heeft mij geraakt,

zijn goedheid heeft indruk gemaakt.

Jezus voelde verdriet

en spaarde zich niet,

hij stond voor de zwakkeren klaar.

Met wie ziek was leefde hij mee,

met jong en oud, met iedereen.

Als hij door iemands lijden geraakt werd,

zei hij: ‘Word gezond. Ik wil het.’

2. Leer mij om naar mensen te gaan

zoals ook uw Zoon heeft gedaan,

omdat ik van ze hou,

ze graag helpen zou

om ook dicht naar u toe te gaan.

Echte vrienden helpen elkaar,

dat maakt alles iets minder zwaar.

Wie in nood is help ik zonder klagen,

ik help ze hun last te dragen.