LES 6
Bijbelteksten uitleggen
Johannes 10:33-36
SAMENVATTING: Het is niet genoeg om een tekst alleen maar voor te lezen en dan door te gaan naar het volgende punt. Zorg ervoor dat je publiek het verband ziet tussen de tekst die je voorleest en het punt dat je duidelijk wilt maken.
AANPAK:
Laat sleutelwoorden uitkomen. Benadruk na het voorlezen van de tekst de woorden die rechtstreeks verband houden met het hoofdpunt. Dat kun je doen door die woorden te herhalen of door een vraag te stellen die mensen helpt de sleutelwoorden te herkennen.
Beklemtoon waar het om gaat. Als je duidelijk de reden hebt aangegeven voor het lezen van de Bijbeltekst, leg dan uit hoe de sleutelwoorden in de tekst er verband mee houden.
Houd je uitleg eenvoudig. Ga niet in op onbelangrijke details die geen ondersteuning vormen voor het hoofdpunt. Bedenk wat je publiek al over het onderwerp weet. Bepaal vervolgens hoeveel feiten nodig zijn om de toepassing duidelijk en begrijpelijk te maken.