-
Wedergeboren zijn — De weg tot redding?De Wachttoren 2009 | 1 april
-
-
Wedergeboren zijn — De weg tot redding?
ALS iemand u zou vragen: „Bent u wedergeboren?”, wat zou u dan antwoorden? Miljoenen gelovigen overal op aarde zouden die vraag beantwoorden met een nadrukkelijk „Ja!” Ze geloven dat wedergeboren zijn het kenmerk is van alle ware christenen en de enige weg tot redding. Ze zijn het eens met de zienswijze van religieuze leiders als de theoloog Robert C. Sproul, die schreef: „Als iemand niet wedergeboren is, (...) is hij geen christen.”
Behoort u tot degenen die geloven dat ze zich door hun wedergeboorte op de weg tot redding bevinden? Zo ja, dan wilt u ongetwijfeld uw familie en vrienden helpen die weg te vinden en te gaan bewandelen. Maar voordat het zover is, moeten ze begrijpen wat het verschil is tussen iemand die wedergeboren is en iemand die dat niet is. Hoe zou u hun uitleggen wat het betekent wedergeboren te zijn?
Veel mensen geloven dat het woord wedergeboren betrekking heeft op iemand die plechtig belooft God en Christus te zullen dienen en dientengevolge van geestelijk dood in geestelijk levend wordt veranderd. Iemand die wedergeboren is, wordt wel omschreven als een christelijke persoon die een hernieuwde of bekrachtigde geloofsbelofte heeft gedaan, vooral na een emotionele godsdienstige ervaring.
Zou u verbaasd zijn als u zou horen dat die omschrijving niet met de Bijbel overeenstemt? Zou u willen weten wat Gods Woord echt leert over wedergeboren zijn? U hebt er beslist profijt van als u zich in dit onderwerp verdiept. Waarom? Omdat een nauwkeurig begrip van wat het wil zeggen wedergeboren te zijn, van invloed zal zijn op uw leven en uw toekomstverwachtingen.
Wat leert de Bijbel?
De enige plaats in de hele Bijbel waar het woord „wedergeboren” voorkomt, is Johannes 3:1-12, waar een boeiend gesprek opgetekend staat dat plaatsvond tussen Jezus en een religieuze leider in Jeruzalem. Dat Bijbelverslag wordt in het bijgaande kader voluit geciteerd. We moedigen u aan het aandachtig te lezen.
In het verslag beklemtoont Jezus diverse aspecten van de „nieuwe geboorte”a. Jezus’ gesprek helpt ons in feite de volgende vijf belangrijke vragen te beantwoorden:
◼ Hoe belangrijk is de nieuwe geboorte?
◼ Is het aan ons te beslissen of we wedergeboren worden?
◼ Wat is het doel ervan?
◼ Hoe wordt iemand wedergeboren?
◼ Welke relatieverandering vloeit eruit voort?
Laten we die vragen een voor een doornemen.
[Voetnoot]
a De uitdrukking „nieuwe geboorte” staat in 1 Petrus 1:3, 23. Het is een andere Bijbelse uitdrukking voor de ervaring „wedergeboren” te worden. Aan beide termen ligt het Griekse werkwoord gennao ten grondslag.
[Kader/Illustratie op blz. 4]
„Gijlieden moet wedergeboren worden”
„Nu was er onder de Farizeeën een mens wiens naam Nikodemus was, een regeerder der joden. Deze kwam in de nacht bij hem en zei tot hem: ’Rabbi, wij weten dat gij van God zijt gekomen als leraar, want niemand kan die tekenen verrichten welke gij verricht, indien God niet met hem is.’ Jezus gaf hem ten antwoord: ’Voorwaar, voorwaar, ik zeg u: Indien iemand niet wedergeboren wordt, kan hij het koninkrijk Gods niet zien.’ Nikodemus zei tot hem: ’Hoe kan een mens geboren worden als hij oud is? Kan hij soms voor een tweede maal in de schoot van zijn moeder gaan en geboren worden?’ Jezus antwoordde: ’Voorwaar, voorwaar, ik zeg u: Indien iemand niet uit water en geest wordt geboren, kan hij het koninkrijk Gods niet binnengaan. Wat uit het vlees is geboren, is vlees, en wat uit de geest is geboren, is geest. Verwonder u niet omdat ik tot u zei: Gijlieden moet wedergeboren worden. De wind blaast waarheen hij wil, en gij hoort het geluid ervan, maar gij weet niet waar hij vandaan komt en waar hij heen gaat. Zo is een ieder die uit de geest is geboren.’ Nikodemus gaf hem ten antwoord: ’Hoe kunnen deze dingen geschieden?’ Jezus gaf hem ten antwoord: ’Zijt gij een leraar van Israël en weet toch deze dingen niet? Voorwaar, voorwaar, ik zeg u: Wij spreken over wat wij weten en wij leggen getuigenis af van wat wij hebben gezien, maar gijlieden neemt het getuigenis dat wij geven niet aan. Indien ik ulieden aardse dingen heb gezegd en gij nochtans niet gelooft, hoe zult gij dan geloven indien ik u hemelse dingen vertel?’” — Johannes 3:1-12.
-
-
De nieuwe geboorte — Hoe belangrijk?De Wachttoren 2009 | 1 april
-
-
De nieuwe geboorte — Hoe belangrijk?
IN ZIJN gesprek met Nikodemus beklemtoonde Jezus verscheidene malen dat het ondergaan van een nieuwe geboorte oftewel wedergeboren worden van groot belang is. Hoe maakte hij dat duidelijk?
Merk op hoe Jezus in zijn discussie met Nikodemus de belangrijkheid van de nieuwe geboorte onderstreepte. Hij zei: „Indien iemand niet wedergeboren wordt, kan hij het koninkrijk Gods niet zien” (Johannes 3:3). De nieuwe geboorte is dus noodzakelijk. Ter illustratie: Zegt iemand „Zonder zon kan er geen daglicht zijn”, dan bedoelt hij dat de zon absoluut noodzakelijk is voor daglicht. Op dezelfde manier maakte Jezus duidelijk dat het absoluut noodzakelijk is wedergeboren te worden om Gods koninkrijk te zien.
En alsof hij alle eventueel nog resterende twijfel over het onderwerp wilde wegnemen, verklaarde Jezus tot slot: „Gijlieden moet wedergeboren worden” (Johannes 3:7). Het is duidelijk dat wedergeboren worden volgens Jezus een vereiste is om ’het koninkrijk Gods binnen te gaan’ (Johannes 3:5).
Omdat Jezus de nieuwe geboorte zo belangrijk achtte, moeten christenen zich ervan vergewissen dat ze dit onderwerp goed begrijpen. Denkt u bijvoorbeeld dat een christen ervoor kan kiezen wedergeboren te worden?
[Inzet op blz. 5]
„Zonder zon kan er geen daglicht zijn”
-
-
De nieuwe geboorte — Een persoonlijke beslissing?De Wachttoren 2009 | 1 april
-
-
De nieuwe geboorte — Een persoonlijke beslissing?
WIE bewerkt de nieuwe geboorte? Sommige predikanten die er bij hun toehoorders op aandringen wedergeboren christenen te worden, citeren Jezus’ woorden: „Gijlieden moet wedergeboren worden” (Johannes 3:7). Zulke predikanten gebruiken die woorden als een gebod. Ze zeggen als het ware: „Word wedergeboren!” Op die manier prediken ze dat het aan elke gelovige is Jezus te gehoorzamen en de nodige stappen te doen om de nieuwe geboorte te ondergaan. Volgens die redenatie is de nieuwe geboorte een kwestie van persoonlijke keuze. Maar strookt die zienswijze met wat Jezus tegen Nikodemus zei?
Lezen we Jezus’ woorden aandachtig, dan blijkt dat Jezus niet leerde dat het aan de mens is te kiezen of hij al dan niet de nieuwe geboorte zal ondergaan. Waarom niet? De Griekse uitdrukking die volgt op „indien iemand niet” en die vertaald is met „wedergeboren wordt”, kan ook worden weergegeven met „van boven verwekt zou worden”.a Volgens die alternatieve weergave komt de nieuwe geboorte „van boven”, dat wil zeggen „vanuit de hemel” of „van de Vader” (Johannes 19:11; vtn.; Jakobus 1:17). Ze wordt door God teweeggebracht (1 Johannes 3:9).
Als we de uitdrukking „van boven” in gedachte houden, is het niet moeilijk te begrijpen waarom iemand niet zijn eigen nieuwe geboorte kan bewerken. Denk maar aan uw letterlijke geboorte. Was het aan u de keuze te maken die tot uw geboorte heeft geleid? Natuurlijk niet! U bent geboren omdat u door uw vader verwekt bent. In dezelfde zin kunnen we de nieuwe geboorte alleen ervaren als God, onze hemelse Vader, onze nieuwe geboorte bewerkt (Johannes 1:13). De apostel Petrus verklaart dan ook terecht: „Gezegend zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus, want overeenkomstig zijn grote barmhartigheid heeft hij ons (...) een nieuwe geboorte gegeven” (1 Petrus 1:3).
Is het een gebod?
Sommigen zullen zich echter afvragen: als het waar is dat niemand zelf kan beslissen of hij wedergeboren wordt, waarom gaf Jezus dan het gebod: „Gijlieden moet wedergeboren worden”? Dat is een goede vraag. Als Jezus’ woorden inderdaad een gebod zijn, zou hij ons in feite opdragen iets te doen wat niet in ons vermogen ligt. Dat klinkt niet redelijk. Hoe moeten de woorden ’gij moet wedergeboren worden’ dan opgevat worden?
Als we die zinsnede nader bekijken in de oorspronkelijke taal, blijkt dat ze niet in de gebiedende wijs of imperatief staat; het is geen gebod. In plaats daarvan staat de zinsnede in de aantonende wijs of indicatief. Met andere woorden, Jezus vermeldde een feit toen hij zei ’gij moet wedergeboren worden’ en gaf geen gebod. Hij zei: „Het is nodig dat jullie van boven af worden geboren” (Johannes 3:7, Modern Young’s Literal Translation).
Ter illustratie van dit punt van gebod tegenover feit de volgende vergelijking: Een stad telt verscheidene scholen. Een ervan is uitsluitend bedoeld als school voor leerlingen die tot een inheemse stam behoren uit een streek ver van die stad vandaan. Op een dag zegt een jongeman die niet tot die stam behoort tegen het hoofd van de school: „Ik wil me op uw school laten inschrijven.” Het hoofd vertelt hem dat hij om ingeschreven te kunnen worden, tot die bepaalde stam moet behoren. De woorden van het hoofd zijn uiteraard geen gebod. Hij geeft de leerling niet het bevel „Behoor tot die stam!” Het hoofd vermeldt eenvoudig een feit: het vereiste om die school te doorlopen. Zo ook vermeldde Jezus toen hij zei: „Gijlieden moet wedergeboren worden”, eenvoudig een feit: het vereiste om ’het koninkrijk Gods binnen te gaan’.
Die laatste gedachte, het koninkrijk Gods, houdt verband met nog een ander aspect van de nieuwe geboorte, namelijk: wat is het doel ervan? Het antwoord op die vraag is een sleutel tot een nauwkeurig begrip van wat het betekent wedergeboren te zijn.
[Voetnoot]
a Diverse Bijbelvertalingen geven Johannes 3:3 zo weer. De Naardense Bijbel bijvoorbeeld zegt: „Als iemand niet van bovenaf wordt voortgebracht kan hij het koningschap van God niet zien!”
[Illustratie op blz. 6]
Wat is de overeenkomst tussen de nieuwe geboorte en een letterlijke geboorte?
-
-
De nieuwe geboorte — Wat is het doel ervan?De Wachttoren 2009 | 1 april
-
-
De nieuwe geboorte — Wat is het doel ervan?
VEEL mensen geloven dat iemand wedergeboren moet worden om eeuwige redding te ontvangen. Merk echter eens op wat Jezus zelf zei over het doel van de nieuwe geboorte. Hij verklaarde: „Indien iemand niet wedergeboren wordt, kan hij het koninkrijk Gods niet zien” (Johannes 3:3). Iemand moet dus wedergeboren worden om Gods koninkrijk binnen te gaan, niet om redding te ontvangen. Maar, zullen sommigen daartegen inbrengen, wordt met die twee uitdrukkingen — het Koninkrijk binnengaan en redding ontvangen — dan niet dezelfde beloning bedoeld? Nee. Laten we om het verschil te begrijpen eerst eens de betekenis van de uitdrukking „koninkrijk Gods” bekijken.
Een koninkrijk is een regeringsvorm. De uitdrukking „koninkrijk Gods” betekent dus „regering van God”. De Bijbel leert dat Jezus Christus, de „mensenzoon” of „Zoon des mensen”, de Koning is van Gods koninkrijk en dat Christus mederegeerders heeft (Daniël 7:1, 13, 14; Mattheüs 26:63, 64). Bovendien onthulde een visioen dat de apostel Johannes kreeg, dat Christus’ mederegeerders personen zijn die „uit elke stam en taal en elk volk en elke natie” zijn gekozen en dat ze „als koningen over de aarde [zullen] regeren” (Openbaring 5:9, 10; 20:6). Gods Woord onthult verder dat degenen die als koningen zullen regeren, een „kleine kudde” vormen van 144.000 personen „die van de aarde zijn gekocht” (Lukas 12:32; Openbaring 14:1, 3).
Waar zetelt Gods koninkrijk? „Het koninkrijk Gods” wordt ook „het koninkrijk der hemelen” genoemd, waaruit blijkt dat Jezus en zijn medekoningen vanuit de hemel regeren (Lukas 8:10; Mattheüs 13:11). Gods koninkrijk is dan ook een hemelse regering die bestaat uit Jezus Christus en een groep mederegeerders die uit de mensheid gekozen zijn.
Wat bedoelde Jezus dus toen hij zei dat iemand wedergeboren moet worden om ’het koninkrijk Gods binnen te gaan’? Hij bedoelde dat iemand wedergeboren moet worden om met Christus in de hemel te gaan regeren. Eenvoudig gesteld is het doel van de nieuwe geboorte, een beperkte groep mensen gereed te maken voor hemelse heerschappij.
Tot dusver hebben we gezien dat de nieuwe geboorte van groot belang is, dat ze door God wordt bewerkt, en dat een groep mensen erdoor wordt gereedgemaakt om in de hemel te regeren. Maar hoe vindt de nieuwe geboorte in feite plaats?
[Inzet op blz. 7]
Het doel van de nieuwe geboorte is, een beperkte groep mensen gereed te maken voor hemelse heerschappij
[Illustratie op blz. 7]
Jezus Christus en een groep uit de mensheid gekozen mederegeerders vormen Gods koninkrijk
-
-
De nieuwe geboorte — Hoe vindt die plaats?De Wachttoren 2009 | 1 april
-
-
De nieuwe geboorte — Hoe vindt die plaats?
JEZUS sprak met Nikodemus niet alleen over het belang, de oorsprong en het doel van de nieuwe geboorte, maar zei ook door middel waarvan de nieuwe geboorte plaatsvindt. Jezus zei: „Indien iemand niet uit water en geest wordt geboren, kan hij het koninkrijk Gods niet binnengaan” (Johannes 3:5). Iemand wordt dus wedergeboren door middel van water en geest. Maar wat wordt er met de uitdrukking „water en geest” bedoeld?
„Water en geest”
Als Joods godsdienstgeleerde was Nikodemus ongetwijfeld vertrouwd met de manier waarop in de Hebreeuwse Geschriften de uitdrukking „geest van God” wordt gebruikt: het is Gods werkzame kracht, die mensen ertoe kan brengen opmerkelijke dingen te doen (Genesis 41:38; Exodus 31:3; 1 Samuël 10:6). Toen Jezus het woord „geest” gebruikte, zal Nikodemus dus begrepen hebben dat het om de heilige geest ging, Gods werkzame kracht.
Wat bedoelde Jezus hier met water? Sta eens stil bij de gebeurtenissen die vlak voor en na het gesprek met Nikodemus opgetekend staan. Daaruit blijkt dat zowel Johannes de Doper als Jezus’ discipelen in water aan het dopen waren (Johannes 1:19, 31; 3:22; 4:1-3). Dat kreeg grote bekendheid in Jeruzalem. Toen Jezus over water sprak, zal Nikodemus dus begrepen hebben dat Jezus niet doelde op water in het algemeen maar op het water van de doop.a
Gedoopt „met heilige geest”
Als ’uit water geboren’ worden slaat op de doop in water, wat wil het dan zeggen ’uit geest geboren’ te worden? Vóór Nikodemus’ gesprek met Jezus had Johannes de Doper aangekondigd dat niet alleen water maar ook de geest een rol zou spelen bij de doop. Hij zei: „Ik heb u met water gedoopt, maar hij [Jezus] zal u met heilige geest dopen” (Markus 1:7, 8). De evangelieschrijver Markus beschrijft de eerste keer dat er zo’n doop plaatsvond: „In de loop van die dagen kwam Jezus uit Nazareth in Galilea en werd door Johannes in de Jordaan gedoopt. En onmiddellijk toen hij uit het water opkwam, zag hij de hemelen vaneengaan en de geest gelijk een duif op hem neerdalen” (Markus 1:9, 10). Toen Jezus in de Jordaan werd ondergedompeld, werd hij met water gedoopt. Op het moment dat hij de geest uit de hemel ontving, werd hij met heilige geest gedoopt.
Ongeveer drie jaar na zijn doop verzekerde Jezus zijn discipelen: „Gij zult niet vele dagen hierna in heilige geest worden gedoopt” (Handelingen 1:5). Wanneer gebeurde dat?
Met Pinksteren in het jaar 33 van onze jaartelling waren zo’n 120 discipelen van Jezus in een huis in Jeruzalem bijeen. „Plotseling kwam er uit de hemel een gedruis als van een voortgestuwde, stevige bries, en het vervulde het gehele huis waarin zij zaten. En hun werden tongen als van vuur zichtbaar (...) en zij werden allen met heilige geest vervuld” (Handelingen 2:1-4). Diezelfde dag kregen anderen in Jeruzalem de dringende raad zich in water te laten dopen. De apostel Petrus zei tegen een mensenmenigte: „Hebt berouw, en laat een ieder van u worden gedoopt in de naam van Jezus Christus tot vergeving van uw zonden, en gij zult als vrije gave de heilige geest ontvangen.” Wat was de reactie? „Zij dan die zijn woord van harte aanvaardden, werden gedoopt, en er werden op die dag ongeveer drieduizend zielen toegevoegd” (Handelingen 2:38, 41).
Een tweeledig proces
Wat onthullen die dopen over de nieuwe geboorte? Ze laten zien dat de nieuwe geboorte plaatsvindt via een tweeledig proces. Merk op dat Jezus eerst met water werd gedoopt. Daarna ontving hij de heilige geest. De eerste discipelen waren eveneens eerst in water gedoopt (sommige door Johannes de Doper) en ontvingen daarna de heilige geest (Johannes 1:26-36). Ook de drieduizend bekeerlingen werden eerst met water gedoopt en ontvingen daarna de heilige geest.
Hoe moeten we, met de dopen die met Pinksteren in het jaar 33 plaatsvonden in gedachten, verwachten dat de nieuwe geboorte tegenwoordig plaatsvindt? Op dezelfde manier als dat in het geval van Jezus’ apostelen en eerste discipelen gebeurde. Eerst heeft iemand berouw van zijn zonden; hij keert een verkeerde handelwijze de rug toe, draagt zijn leven aan Jehovah op om hem te aanbidden en te dienen, en maakt zijn opdracht openbaar door de waterdoop. Als God hem uitkiest om in Zijn koninkrijk te regeren, wordt hij vervolgens gezalfd met heilige geest. Tot het eerste deel van dit tweeledige proces (de doop met water) neemt de persoon in kwestie het initiatief; bij het tweede deel (de doop met geest) gaat het initiatief van God uit. Als iemand beide dopen ondergaat, heeft hij de nieuwe geboorte ervaren.
Maar waarom gebruikte Jezus in zijn gesprek met Nikodemus de uitdrukking ’uit water en geest geboren’? Om te beklemtonen dat degenen die met water en geest worden gedoopt een opmerkelijke verandering zouden ondergaan. Dat aspect van de nieuwe geboorte wordt in het volgende artikel onder de loep genomen.
[Voetnoot]
a In soortgelijke zin zei de apostel Petrus eens ter gelegenheid van een doop: „Kan iemand water verbieden?” — Handelingen 10:47.
[Illustratie op blz. 9]
Johannes doopte berouwvolle Israëlieten met water
-
-
De nieuwe geboorte — Wat wordt erdoor tot stand gebracht?De Wachttoren 2009 | 1 april
-
-
De nieuwe geboorte — Wat wordt erdoor tot stand gebracht?
WAAROM gebruikte Jezus de uitdrukking ’uit geest geboren’ toen hij over de doop met heilige geest sprak? (Johannes 3:5) Als het woord „geboorte” figuurlijk wordt gebruikt, betekent het „begin”, bijvoorbeeld in de uitdrukking „de geboorte van een natie”. De term „nieuwe geboorte” duidt dan ook op een „nieuw begin”. Met het figuurlijke gebruik van „geboren” en „nieuwe geboorte” wordt dus beklemtoond dat de relatie tussen God en degenen die met heilige geest worden gedoopt, een nieuw begin krijgt. Hoe vindt die totale verandering in de relatie plaats?
Toen de apostel Paulus uitlegde hoe God mensen gereedmaakt om in de hemel te regeren, gebruikte hij een aan het gezinsleven ontleende illustratie. Hij schreef aan toenmalige christenen dat ze een „aanneming als zonen” zouden meemaken en dat God hen daarom „als zonen” kon behandelen (Galaten 4:5; Hebreeën 12:7). Laten we om te zien hoe het voorbeeld van aanneming of adoptie helpt om te begrijpen wat voor verandering er plaatsvindt als iemand met heilige geest wordt gedoopt, nogmaals stilstaan bij de illustratie van de jongeman die ingeschreven wil worden op een school voor leerlingen die tot een bepaalde inheemse stam behoren.
Een verandering door adoptie
In de illustratie kan de jongeman niet op de school ingeschreven worden omdat hij niet tot die stam behoort. Stel nu dat er op een dag een grote verandering plaatsvindt. Hij wordt officieel geadopteerd door de vader van een gezin dat tot de bewuste stam behoort. Wat betekent dat voor de jongeman? Omdat hij als zoon aangenomen is, kan hij nu dezelfde rechten hebben als andere jongeren van die stam, het recht om zich op de school te laten inschrijven incluis. Door de adoptie zijn zijn vooruitzichten totaal veranderd.
Dat illustreert wat er op een veel betekenisvoller manier gebeurt met degenen die de nieuwe geboorte ondergaan. Er zijn bepaalde overeenkomsten. De jongeman in de illustratie wordt alleen op de school toegelaten als hij aan de toelatingsvoorwaarde voldoet: dat hij tot een bepaalde stam behoort. Daar kan hij echter niet zelf voor zorgen. In dezelfde zin zullen sommige mensen een plaats in Gods koninkrijk of hemelse regering krijgen, maar alleen als ze aan de toelatingsvoorwaarde voldoen, namelijk dat ze „wedergeboren” zijn. Zelf kunnen ze echter niet aan die voorwaarde voldoen: de nieuwe geboorte hangt van God af.
Waardoor is de situatie van de jongeman veranderd? Door het officiële adoptieproces. Uiteraard is door dat proces niet de aard van de jongeman veranderd. Na zijn adoptie was hij nog steeds dezelfde. Desondanks kreeg de jongeman nadat aan de wettelijke vereisten voor adoptie was voldaan een nieuwe status. Hij kreeg een nieuw begin, een nieuwe geboorte als het ware. Hij werd een zoon, wat hem het recht gaf de school te doorlopen en deel uit te maken van het gezin van zijn adoptievader.
In dezelfde zin heeft Jehovah de situatie van een groep onvolmaakte mensen veranderd door een wettelijke procedure op te starten om hen als zijn kinderen te adopteren. De apostel Paulus, die tot die groep behoorde, schreef aan geloofsgenoten: „Gij hebt een geest van aanneming als zonen ontvangen, door welke geest wij uitroepen: ’Abba, Vader!’ De geest zelf legt getuigenis af met onze geest dat wij Gods kinderen zijn” (Romeinen 8:15, 16). Ja, via het adoptieproces waren die christenen leden van Gods gezin of „kinderen van God” geworden (1 Johannes 3:1; 2 Korinthiërs 6:18).
Natuurlijk heeft die adoptie door God niet de aard van de geadopteerden veranderd, want ze zijn onvolmaakt gebleven (1 Johannes 1:8). Maar zoals Paulus verder uitlegde, kregen ze, nadat aan de wettelijke voorwaarden voor adoptie was voldaan, een nieuwe status. Tegelijkertijd plantte Gods geest in die aangenomen zonen de overtuiging dat ze bij Christus in de hemel zouden leven (1 Johannes 3:2). Die door de heilige geest teweeggebrachte onmiskenbare overtuiging gaf hun een heel nieuwe kijk op het leven (2 Korinthiërs 1:21, 22). Ze kregen een nieuw begin, een nieuwe geboorte als het ware.
Over Gods aangenomen zonen zegt de Bijbel: „Zij zullen priesters van God en van de Christus zijn en zullen de duizend jaar met hem als koningen regeren” (Openbaring 20:6). Samen met Christus zullen Gods aangenomen zonen een plaats als koningen in Gods koninkrijk of hemelse regering krijgen. De apostel Petrus schreef aan geloofsgenoten dat ze „een onverderfelijke en onbesmette en onverwelkelijke erfenis” zouden ontvangen die „in de hemelen weggelegd” is voor hen (1 Petrus 1:3, 4). Wat een kostbare erfenis!
Maar deze kwestie van heerschappij roept ook een vraag op. Als die wedergeborenen als koningen in de hemel zullen regeren, over wie zullen ze dan regeren? Die vraag zal in het volgende artikel besproken worden.
[Illustratie op blz. 10]
Wat zei Paulus over adoptie?
-
-
Heerschappij voor enkelen, zegeningen voor velenDe Wachttoren 2009 | 1 april
-
-
Heerschappij voor enkelen, zegeningen voor velen
SINDS de dagen van de apostelen heeft God een beperkt aantal getrouwe christenen uit de mensheid gekozen die hij als zonen heeft aangenomen. De verandering die deze aangenomen zonen ervaren is zo compleet, dat Gods Woord van een nieuwe geboorte spreekt. Het doel van de nieuwe geboorte is, die wedergeboren aanbidders van God gereed te maken om in de hemel te gaan regeren (2 Timotheüs 2:12). Met het oog daarop worden ze uit de dood opgewekt tot hemels leven (Romeinen 6:3-5). In de hemel zullen ze samen met Christus „als koningen over de aarde regeren” (Openbaring 5:10; 11:15).
Maar Gods Woord vermeldt eveneens dat naast degenen die wedergeboren worden, ook anderen eeuwige redding zullen ontvangen. In de Bijbel (zowel in de Hebreeuwse Geschriften als in de christelijke Griekse Geschriften) wordt melding gemaakt van het feit dat het Gods bedoeling is twee groepen mensen te redden: een betrekkelijk kleine groep regeerders die in de hemel wonen, en een grote groep onderdanen op aarde. Merk bijvoorbeeld eens op wat de apostel Johannes schreef aan geloofsgenoten die de nieuwe geboorte hadden ervaren. Hij zei over Jezus: „Hij is een zoenoffer voor onze zonden, echter niet alleen voor de onze [de kleine groep], maar ook voor die van de gehele wereld [de grote groep]” (1 Johannes 2:2).
In dezelfde zin schreef de apostel Paulus: „De vurige verwachting van de schepping [de grote groep] wacht op het openbaar worden van de zonen Gods [de kleine groep]” (Romeinen 8:19-21). Hoe moeten die woorden van de apostelen Johannes en Paulus opgevat worden? Als volgt: Degenen die wedergeboren worden, zullen deel gaan uitmaken van een regering in de hemel. Met welk doel? Eeuwige zegeningen te brengen aan talloze miljoenen mensen, onderdanen van Gods regering die op aarde zullen leven. Daarom leerde Jezus zijn discipelen bidden: „Uw koninkrijk kome. Uw wil geschiede, gelijk in de hemel, zo ook op aarde” (Mattheüs 6:10).
Diezelfde waarheid dat aan twee groepen redding ten deel valt, komen we ook in de Hebreeuwse Geschriften tegen. Kijk bijvoorbeeld eens wat Jehovah tegen Jezus’ voorvader Abraham zei: „Door bemiddeling van uw zaad [de kleine groep] zullen alle natiën der aarde [de grote groep] zich stellig zegenen” (Genesis 22:18). Via Abrahams „zaad” zouden alle naties voor zegeningen in aanmerking kunnen komen.
Wie is dat „zaad”? Jezus Christus, samen met degenen die de nieuwe geboorte hebben ondergaan, de aangenomen zonen van God. De apostel Paulus legt uit: „Wanneer gij Christus toebehoort, zijt gij werkelijk Abrahams zaad” (Galaten 3:16, 29). En wat zijn de zegeningen die alle naties via het „zaad” ten deel vallen? Het voorrecht in Gods gunst hersteld te worden en eeuwig op een paradijselijke aarde te leven. De psalmist David profeteerde: „De rechtvaardigen, díé zullen de aarde bezitten, en zij zullen er eeuwig op verblijven” (Psalm 37:29; Jesaja 45:18; Openbaring 21:1-5).
De hemelse heerschappij is voor enkelen weggelegd, maar de voordelen van de hemelse heerschappij — eeuwig leven op aarde en alle daarmee gepaard gaande zegeningen — vallen velen ten deel. Mogen u en uw gezin tot degenen behoren die de eeuwige zegeningen zullen oogsten die Gods koninkrijk zal brengen.
-