2B Emendaties (verbeteringen) van de soferim — „Tiqqoene soferim”
Achttien Emendaties van de soferim
In de marge van bepaalde Hebreeuwse handschriften van de masoretische tekst staan aantekeningen die luiden: „Dit is een van de achttien emendaties van de soferim”, of soortgelijke uitdrukkingen. Deze emendaties (verbeteringen) werden met goede bedoelingen aangebracht omdat de oorspronkelijke passage van oneerbiedigheid jegens God of minachting voor zijn aardse vertegenwoordigers scheen te getuigen. Hier volgt een lijst van de Achttien Emendaties van de soferim volgens Gins.Int, blz. 347-363: Ge 18:22; Nu 11:15; 12:12; 1Sa 3:13; 2Sa 16:12; 20:1; 1Kon 12:16; 2Kr 10:16; Job 7:20; 32:3; Ps 106:20; Jer 2:11; Klg 3:20; Ez 8:17; Ho 4:7; Hab 1:12; Za 2:8; Mal 1:13.
Andere emendaties van de soferim
Volgens Gins.Int, blz. 362, 363, registreert de Petersburger Profetencodex uit 916 G.T. nog twee door de soferim aangebrachte veranderingen, namelijk in Mal 1:12 en 3:9. Op deze twee plaatsen hebben wij de tekst tot de oorspronkelijke lezing teruggebracht. Onze voetnoten geven zowel de oorspronkelijke lezing als de feitelijke lezing in M.
Emendaties in de tekst die echter niet in de masoretische aantekeningen zijn opgenomen
Volgens Gins.Int, blz. 363, zijn er „enkele passages waarin door de geautoriseerde redacteuren van de tekst veranderingen zijn ingevoerd die echter niet uitdrukkelijk op de officiële lijsten worden vermeld. Dit betreft voornamelijk gevallen waarin God in de oorspronkelijke lezing gelasterd of vervloekt werd. Zulke profane uitdrukkingen achtte men aanstootgevend voor de oren van de devote aanbidders wanneer de Schrift in het openbaar ten aanhoren van de gemeente werd voorgelezen.” Op de volgende zeven plaatsen hebben wij de tekst tot de oorspronkelijke lezing teruggebracht: 2Sa 12:14; 1Kon 21:10, 13; Job 1:5, 11; 2:5, 9. Onze voetnoten geven zowel de oorspronkelijke lezing als de feitelijke lezing in M.