KORAAL
Kalkafzettingen van bepaalde zeeorganismen die poliepen worden genoemd. Deze kleine warmwaterdiertjes leven in kolonies en vormen uit de kalkzouten van de zee schitterend vertakte, struikachtige bouwsels die zo hard als steen zijn. Na verloop van tijd kunnen sommige koraalsoorten tot grote koraalriffen uitgroeien en de grondslag vormen van koraaleilanden. Koraal komt in verschillende kleuren voor, in variëteiten van wit, zwart en rood, waarvan de laatstgenoemde in de oudheid het kostbaarst en het meest in trek was. (Vgl. Klg 4:7.) Tyrus was eens bekend om zijn handel in koraal, die gewonnen werd uit de Middellandse Zee, de Rode Zee en de Indische Oceaan (Ez 27:16). Kunsthandwerkers bewerkten het ruwe koraal op artistieke wijze tot diverse siervoorwerpen, die zeer op prijs werden gesteld.
Omdat koraal grote waarde heeft, worden er in de bijbel enkele interessante vergelijkingen getrokken. Kennis en wijsheid gaan de waarde van koraal stellig te boven (Job 28:18; Sp 3:15; 8:11; 20:15). Hetzelfde kan van een bekwame vrouw worden gezegd: „Haar waarde gaat die van koralen ver te boven.” — Sp 31:10.