THEMA
De door Salomo gebouwde tempel
Nadat de Israëlieten zich in het Beloofde Land hadden gevestigd en de stad in bezit hadden genomen waaraan Jehovah later zijn naam verbond, bouwde Salomo een tempel voor Jehovah. De architect was Jehovah zelf. Salomo’s vader, David, had „het bouwplan van alles . . . door inspiratie” ontvangen (1Kr 28:11, 12). Meer dan 180.000 man werkten zeven en een half jaar aan de tempel, die in 1027 v.G.T. werd voltooid (1Kon 5:13-16; 6:1, 38). De tempel was, net als voordien de tabernakel, een voorafbeelding van „de ware tent”, de geestelijke tempel van Jehovah. — Heb 8:1-5; 9:2-10, 23.