Psalmen
Van David. Een psalm.
3 Wie mag de berg van Jehovah beklimmen?+
Wie mag opstaan in zijn heilige plaats?
4 Iedereen met onschuldige handen en een zuiver hart,+
die niet vals heeft gezworen bij Mijn leven*
en geen bedrieglijke eed heeft afgelegd.+
7 Hef jullie hoofden omhoog, poorten.+
8 Wie is die glorieuze Koning?
9 Hef jullie hoofden omhoog, poorten.+
Ga open, eeuwenoude ingangen,
zodat de glorieuze Koning kan binnengaan!
10 Wie is hij, die glorieuze Koning?
Jehovah van de legermachten — hij is de glorieuze Koning.+ (sela)