3 Zoals het land Egy̱pte doet, waarin GIJ gewoond hebt, moogt GIJ niet doen;+ en zoals het land Ka̱naän doet, waarin ik U breng, moogt GIJ niet doen;+ en in hun inzettingen moogt GIJ niet wandelen.
23 En GIJ moogt niet wandelen in de inzettingen van de natiën die ik van voor UW aangezicht wegzend,+ want zij hebben al deze dingen gedaan en ik heb een afschuw van hen.+