4 dan zal ik stellig UW regenbuien op hun juiste tijd geven,+ en het land zal inderdaad zijn opbrengst geven,+ en het geboomte van het veld zal zijn vrucht geven.+
14 dan zal ik* stellig regen voor UW land geven op zijn bestemde tijd,+ herfstregen en lenteregen,*+ en gij zult inderdaad uw koren en uw zoete wijn en uw olie inzamelen.
22 Bestaan er onder de ijdele afgoden+ der natiën ook die het kunnen laten regenen, of kan ook de hemel zelf overvloedige regenbuien geven?+ Zijt gij het niet, o Jehovah, onze God?+ En wij hopen op u, want gijzelf hebt al deze dingen gedaan.+