7 Ten slotte nam hij het boek van het verbond*+ en las het voor ten aanhoren van het volk.+ Toen zeiden zij: „Alles wat Jehovah heeft gesproken, zijn wij bereid te doen en wij willen gehoorzaam zijn.”+
29Dit zijn de woorden van het verbond dat Jehovah Mo̱zes gebood met de zonen van I̱sraël te sluiten in het land Mo̱ab, afgezien van het verbond dat hij met hen in Ho̱reb gesloten had.*+
26 Maar zij werden ongehoorzaam+ en weerspannig tegen u+ en bleven uw wet achter hun rug werpen,+ en uw eigen profeten, die tegen hen getuigden om hen tot u terug te brengen,+ doodden zij;+ en zij bleven daden van grote minachting bedrijven.+