6 Dientengevolge trokken de koning en zijn mannen naar Jeru̱zalem tegen de Jebusieten,+ die het land bewoonden, en dezen zeiden toen tot Da̱vid: „Gij zult hier niet binnenkomen, maar de blinden en de kreupelen zullen u stellig wegjagen”,+ denkend: „Da̱vid zal hier niet binnenkomen.”