13 Bijgevolg nam Sa̱muël de hoorn met olie+ en zalfde hem te midden van zijn broers. En van die dag af werd de geest van Jehovah ten aanzien van Da̱vid werkzaam.+ Later stond Sa̱muël op en ging naar Ra̱ma.+
20 Nu dan, zie! ik weet heel goed dat gij zonder mankeren als koning zult regeren,+ en dat het koninkrijk van I̱sraël in uw hand stellig bestendig zal zijn.