31 Voorts geschiedde het dat hij, [als was het] de onbeduidendste+ zaak dat hij in de zonden van Jero̱beam,+ de zoon van Ne̱bat, wandelde, nu Ize̱bel,+ de dochter van Ethba̱äl, de koning van de Sidoniërs,+ tot vrouw nam+ en Ba̱äl ging dienen+ en zich voor hem ging neerbuigen.