5 Nu dan, indien GIJ mijn stem strikt zult gehoorzamen*+ en mijn verbond inderdaad zult onderhouden,+ dan zult GIJ stellig uit alle [andere] volken mijn speciale bezit worden,*+ want de gehele aarde behoort mij toe.+
26 Toen zond ik smeekbeden+ tot Jehovah op en zei: ’O Soevereine Heer Jehovah,* stort uw volk, ja, uw persoonlijke eigendom,*+ dat gij met uw grootheid hebt losgekocht, dat gij met sterke hand+ uit Egy̱pte hebt geleid,+ niet in het verderf.