28 Daarom heeft Jehovah hen in toorn en woede en grote verontwaardiging uit hun bodem weggerukt+ en hen in een ander land geworpen, zoals op deze dag.’+
3 Het was slechts op bevel van Jehovah dat dit tegen Ju̱da geschiedde, om het uit zijn ogen weg te doen+ wegens de zonden van Mana̱sse,+ naar alles wat hij gedaan had;