2 Vervolgens zei hij: „Neem alstublieft uw zoon, uw enige zoon, die gij zo liefhebt,+ I̱saäk,+ en maak een tocht naar het land Mori̱a+ en offer hem daar als brandoffer op een van de bergen die ik u zal aanwijzen.”+
14 Toen gaf A̱braham die plaats de naam Jeho̱vah-Ji̱reh.* Daarom is het heden nog gebruikelijk te zeggen: „Op de berg van Jehovah zal erin worden voorzien.”*+