35 De goede mens haalt uit zijn goede schat goede dingen te voorschijn,+ terwijl daarentegen de goddeloze mens uit zijn goddeloze schat goddeloze dingen te voorschijn haalt.+
29 Laat geen verdorven woord uit UW mond voortkomen,+ maar elk woord dat goed is tot opbouw waar het nodig is, opdat daardoor iets meegedeeld mag worden wat gunstig is voor de hoorders.+