13 En hij bleef tot Hem bidden, zodat Hij zich door hem liet verbidden+ en zijn verzoek om gunst hoorde en hem te Jeru̱zalem in zijn koningschap herstelde;+ en Mana̱sse kwam te weten dat Jehovah de [ware] God is.+
22 Maar de vader zei tot zijn slaven: ’Vlug! Haalt een lang gewaad te voorschijn, het beste, en trekt het hem aan,+ en doet een ring+ aan zijn hand en sandalen aan zijn voeten.