Deuteronomium 10:18 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 18 die de vaderloze jongen en de weduwe recht verschaft+ en de inwonende vreemdeling liefheeft,+ zodat hij hem brood en een mantel geeft. Psalm 146:9 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 9 Jehovah behoedt de inwonende vreemdelingen;+De vaderloze jongen en de weduwe houdt hij staande,+Maar de weg+ der goddelozen maakt hij krom.+ Jeremia 49:11 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 11 Verlaat toch uw vaderloze jongens.+ Ikzelf zal [hen] in het leven houden, en uw eigen weduwen zullen zelfs op mij vertrouwen.”+ Hosea 14:3 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 3 Assy̱rië zelf zal ons niet redden.+ Op paarden zullen wij niet rijden.+ En niet meer zullen wij tot het werk van onze handen zeggen: „O onze God!”, want door u wordt een vaderloze jongen barmhartigheid betoond.’+ Hebreeën 13:6 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 6 Dus kunnen wij goede moed hebben+ en zeggen: „Jehovah* is mijn helper; ik wil niet bevreesd zijn. Wat kan* een mens mij doen?”+
18 die de vaderloze jongen en de weduwe recht verschaft+ en de inwonende vreemdeling liefheeft,+ zodat hij hem brood en een mantel geeft.
9 Jehovah behoedt de inwonende vreemdelingen;+De vaderloze jongen en de weduwe houdt hij staande,+Maar de weg+ der goddelozen maakt hij krom.+
11 Verlaat toch uw vaderloze jongens.+ Ikzelf zal [hen] in het leven houden, en uw eigen weduwen zullen zelfs op mij vertrouwen.”+
3 Assy̱rië zelf zal ons niet redden.+ Op paarden zullen wij niet rijden.+ En niet meer zullen wij tot het werk van onze handen zeggen: „O onze God!”, want door u wordt een vaderloze jongen barmhartigheid betoond.’+
6 Dus kunnen wij goede moed hebben+ en zeggen: „Jehovah* is mijn helper; ik wil niet bevreesd zijn. Wat kan* een mens mij doen?”+