46 Daarom zeiden Pa̱u̱lus en Ba̱rnabas, terwijl zij met vrijmoedigheid spraken: „Het was noodzakelijk dat het woord van God eerst tot U werd gesproken.+ Aangezien GIJ het van U afstoot+ en UZELF het eeuwige leven niet waardig oordeelt, ziet! wij keren ons tot de natiën.+