15 Al mijn machtigen heeft Jehovah uit mijn midden terzijde geworpen.+
Hij heeft tegen mij een samenkomst uitgeroepen, om mijn jonge mannen aan stukken te breken.+
Jehovah heeft de wijnpers getreden,+ ja, die welke de maagdelijke dochter van Ju̱da toebehoort.+