12 En ik moet in die nacht het land Egy̱pte doortrekken+ en iedere eerstgeborene in het land Egy̱pte slaan, van mens tot dier;+ en aan alle goden* van Egy̱pte zal ik strafgerichten voltrekken.+ Ik ben Jehovah.+
12 En ik wil een vuur ontsteken in de huizen van de goden van Egy̱pte;+ en hij zal ze stellig verbranden en ze gevankelijk wegvoeren en zich in het land Egy̱pte wikkelen net zoals een herder zich in zijn kleed wikkelt,+ en hij zal vandaar werkelijk in vrede wegtrekken.
25 Jehovah der legerscharen, de God van I̱sraël, heeft gezegd: ’Zie, ik richt mijn aandacht op A̱mon*+ uit No*+ en op Farao en op Egy̱pte en op de goden+ en de koningen+ daarvan, ja, op Farao en op allen die op hem vertrouwen.’+
13 Dit heeft de Soevereine Heer Jehovah gezegd: ’Ik wil ook de drekgoden vernietigen+ en de goden die niets waard zijn uit Nof*+ doen ophouden, en er zal geen overste uit het land Egy̱pte meer blijken te zijn; en ik zal stellig vrees brengen in het land Egy̱pte.+